Details
Naam
Frits Lensvelt
Aantal afbeeldingen: 21
IntroductieFrits Lensvelt is vooral bekend geworden als vernieuwend decorontwerper en als ontwerper van lampen voor de Glasfabriek Leerdam. Zijn opmerkelijke lampen zijn te vinden in gebouwen van de Amsterdamse School, zoals de raadzaal van het voormalige stadhuis van Amsterdam en het Amsterdams Lyceum. Er is zelfs een aanwijzing dat hij de lampen in Rutgers' Lutherkapel ontwierp. Dat Lensvelt daarnaast een veelzijdig oeuvre op velerlei gebied naliet is wat minder bekend. Zo gaf hij samen met Hendrik Wijdeveld een tentoonstelling in het Stedelijk Museum vorm.
NaamFrederik Willem Hendrik Lensvelt
GeborenRijswijk 1886
GestorvenMiddelburg 1945
Beroep(en)Decorontwerper, Meubelontwerper, Binnenhuisarchitect, Lichtarchitect
BiografieLensvelt ontving zijn kunstopleiding in Londen aan de Central School of Arts and Crafts en de Ealing School of Art & Design. Zijn eerste werk was dan ook grafisch: boekontwerpen, boekomslagen en illustraties. Ook ontwierp hij een aantal bijzondere affiches (foto 2). Een volledig door hem vormgegeven hoogtepunt in zijn grafisch werk vormt het boek Middelburgs Overgang (1926, foto 3) waarvoor hij nog in 1937 een gouden medaille tijdens de Exposition Internationale des Arts et Techniques dans la Vie Moderne in Parijs ontving. Het boek was een weerslag van het in 1924 door hem vormgegeven en geregisseerde openluchtspel op het Middelburgse marktplein ter gelegenheid van de overgang der stad naar de prinsgezinden 350 jaar eerder.
Bij het toneel raakte Lensvelt eigenlijk bij toeval betrokken door zijn medewerking aan een amateurproductie in Rotterdam (1908), waar de acteur Willem Royaards de regie voerde. Toen die daarna in Amsterdam zijn eerste eigen gezelschap begon, duurde het niet lang voor hij Lensvelt als vaste decorontwerper in dienst nam. Talloze door Lensvelt vormgegeven producties waren het resultaat. Daarbij werkte hij nauw samen met Royaards’ kostuumontwerpster, Nell Bronger (1878 – 1935), met wie hij in 1914 in het huwelijk trad.
Op toneelgebied dankt Lensvelt zijn faam aan zijn sobere, gestileerde ontwerpen en geraffineerde belichtingstechnieken die ten doel hadden de acteurs volledig tot hun recht te doen komen (foto's 4 en 5). Dat was voor Nederland nieuw en stoelde op een moderne visie die in Europa vooral door de Zwitser Adolphe Appia en de Engelsman Edward Gordon Craig was ontwikkeld. Aan het eind van zijn toneelcarrière (1922) zou Lensvelt samen met de architect Hendrik Wijdeveld over deze stroming in het Amsterdamse Stedelijk Museum een internationale overzichtstentoonstelling organiseren en samenstellen. Deze werd erna in Londen overgenomen en kreeg ook elders veel navolging.
Vanaf de jaren twintig legde Lensvelt zich toe op binnenhuisarchitectuur (foto's 6 en 7), meubelontwerp (foto's 8 en 9) en verlichting. Nell Bronger droeg daaraan veel bij op het gebied van de aankleding der ruimte: gordijnen, vloerbedekking, stoffering en accessoires. Tussen 1926 en 1929 werkten ze samen met het interieurbedrijf Ex- en Interieur van Jan Teders, voor wiens toonzaal aan de Amsterdamse van Baerlestraat een modelwoning (foto 10) en meubilair ontworpen werd.
Toneelverlichting was zijn specialiteit geweest bij Royaards en vanaf 1927 maakte Lensvelt daar dankbaar gebruik van in zijn samenwerking met de Glasfabriek Leerdam waarvoor hij een aparte verlichtingsafdeling opzette en leidde (foto 11). Aan het Amsterdamse Rokin werd daarvoor een door hem ontworpen toonzaal ingericht (1929). Als één der eersten introduceerde hij o.a. indirecte verlichting in de Nederlandse huiskamer. Na het opheffen van de lichtafdeling in 1932 bleef hij voor zijn ontwerpen met Leerdam samenwerken.
Grote lichtprojecten realiseerde Lensvelt in Amsterdam (raadzaal Stadhuis, nu hotel the Grand, 1928, foto 12), Utrecht (St. Dominicuskerk, 1932, foto 13), Enschede (stadhuis, 1933, foto 14) en wederom Amsterdam (Christian Sciencekerk,1938, foto 15)). Daarnaast ontwierp hij o.a. een veel geroemde verlichting voor een mailschip (rooksalon en social hall eerste klasse, S.S. Indrapoera, 1934, foto 16) en een aantal bijzondere lichtkronen, waaronder die voor de burgemeesterswoning het Wooldhuis in Vlissingen (1933, foto 17) en de Javasche Bank aan de Amsterdamse Keizersgracht (1939, foto 18).
Vanaf 1938 was Lensvelt redacteur van het Bouwkundig Weekblad Architectura. In diezelfde tijd werd hij leraar, later lector, kostuumgeschiedenis aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam en aan de Toneelschool aldaar.
Over Lensvelt organiseerde het Theatermuseum in Amsterdam en het Drents Museum in Assen in 2007 een tentoonstelling, waarvan een catalogus verscheen. In 2021 kreeg de belangstelling voor Lensvelt een nieuwe impuls door een boek over Lensvelt en zijn vrouw Nell Bronger van de hand van Ard Hesselink.
Bij het toneel raakte Lensvelt eigenlijk bij toeval betrokken door zijn medewerking aan een amateurproductie in Rotterdam (1908), waar de acteur Willem Royaards de regie voerde. Toen die daarna in Amsterdam zijn eerste eigen gezelschap begon, duurde het niet lang voor hij Lensvelt als vaste decorontwerper in dienst nam. Talloze door Lensvelt vormgegeven producties waren het resultaat. Daarbij werkte hij nauw samen met Royaards’ kostuumontwerpster, Nell Bronger (1878 – 1935), met wie hij in 1914 in het huwelijk trad.
Op toneelgebied dankt Lensvelt zijn faam aan zijn sobere, gestileerde ontwerpen en geraffineerde belichtingstechnieken die ten doel hadden de acteurs volledig tot hun recht te doen komen (foto's 4 en 5). Dat was voor Nederland nieuw en stoelde op een moderne visie die in Europa vooral door de Zwitser Adolphe Appia en de Engelsman Edward Gordon Craig was ontwikkeld. Aan het eind van zijn toneelcarrière (1922) zou Lensvelt samen met de architect Hendrik Wijdeveld over deze stroming in het Amsterdamse Stedelijk Museum een internationale overzichtstentoonstelling organiseren en samenstellen. Deze werd erna in Londen overgenomen en kreeg ook elders veel navolging.
Vanaf de jaren twintig legde Lensvelt zich toe op binnenhuisarchitectuur (foto's 6 en 7), meubelontwerp (foto's 8 en 9) en verlichting. Nell Bronger droeg daaraan veel bij op het gebied van de aankleding der ruimte: gordijnen, vloerbedekking, stoffering en accessoires. Tussen 1926 en 1929 werkten ze samen met het interieurbedrijf Ex- en Interieur van Jan Teders, voor wiens toonzaal aan de Amsterdamse van Baerlestraat een modelwoning (foto 10) en meubilair ontworpen werd.
Toneelverlichting was zijn specialiteit geweest bij Royaards en vanaf 1927 maakte Lensvelt daar dankbaar gebruik van in zijn samenwerking met de Glasfabriek Leerdam waarvoor hij een aparte verlichtingsafdeling opzette en leidde (foto 11). Aan het Amsterdamse Rokin werd daarvoor een door hem ontworpen toonzaal ingericht (1929). Als één der eersten introduceerde hij o.a. indirecte verlichting in de Nederlandse huiskamer. Na het opheffen van de lichtafdeling in 1932 bleef hij voor zijn ontwerpen met Leerdam samenwerken.
Grote lichtprojecten realiseerde Lensvelt in Amsterdam (raadzaal Stadhuis, nu hotel the Grand, 1928, foto 12), Utrecht (St. Dominicuskerk, 1932, foto 13), Enschede (stadhuis, 1933, foto 14) en wederom Amsterdam (Christian Sciencekerk,1938, foto 15)). Daarnaast ontwierp hij o.a. een veel geroemde verlichting voor een mailschip (rooksalon en social hall eerste klasse, S.S. Indrapoera, 1934, foto 16) en een aantal bijzondere lichtkronen, waaronder die voor de burgemeesterswoning het Wooldhuis in Vlissingen (1933, foto 17) en de Javasche Bank aan de Amsterdamse Keizersgracht (1939, foto 18).
Vanaf 1938 was Lensvelt redacteur van het Bouwkundig Weekblad Architectura. In diezelfde tijd werd hij leraar, later lector, kostuumgeschiedenis aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam en aan de Toneelschool aldaar.
Over Lensvelt organiseerde het Theatermuseum in Amsterdam en het Drents Museum in Assen in 2007 een tentoonstelling, waarvan een catalogus verscheen. In 2021 kreeg de belangstelling voor Lensvelt een nieuwe impuls door een boek over Lensvelt en zijn vrouw Nell Bronger van de hand van Ard Hesselink.
BronnenLicht als Leidraad (Tuja van den Berg e.a., Hes & de Graaf Publishers, ’t Goy-Houten 2007)
Claire Bonebakker, Frits Lensvelt en het Dijkhuis (Ard Hesselink, Drvkkery/Schrijverspodium, Middelburg, 2017)
Tussen Dam en Dijk, de levens van Nell Bronger en Frits Lensvelt (Ard Hesselink, Specialty Book Productions, Bellingwolde, 2021)
Claire Bonebakker, Frits Lensvelt en het Dijkhuis (Ard Hesselink, Drvkkery/Schrijverspodium, Middelburg, 2017)
Tussen Dam en Dijk, de levens van Nell Bronger en Frits Lensvelt (Ard Hesselink, Specialty Book Productions, Bellingwolde, 2021)
Gerelateerde personen
Gerelateerde objecten