Details
Naam
Villa Gaudeamus, Bilthoven
Aantal afbeeldingen: 37
IntroductieEen villa als partituur, die nog veel te raden laat.
AdresGerard Doulaan 25
Postcode(s)3723 GW
PlaatsBilthoven
LandNederland
Vervaardiger Frants Edvard Röntgen (Architect)
Datum1921 - 1928
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
Opdrachtgever Julius Röntgen
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Stichting Walter Maas
Stichting Walter Maas
Oorspronkelijke functieVilla of geschakelde villawoning
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer358914 (Villa); 514680 (Tuinhuis - het 'componeerhuisje')
AchtergrondVilla Gaudeamus is ontworpen als woonhuis van Julius Röntgen (1855-1932), componist en aanjager van de ontwikkeling van podia en opleidingen voor (moderne) klassieke muziek in Amsterdam, die het huis liet bouwen toen hij op 70-jarige leeftijd besloot met pensioen te gaan om zich volledig te wijden aan componeren, musiceren, les geven en studeren in een rustige omgeving. Omdat in Hilversum de radio in opkomst was met heel veel aandacht voor muziek, koos hij voor Bilthoven op een plek waar nog vrijwel geen huizen stonden.
Het huis werd ontworpen door de enige van de zes zonen van Julius Röntgen die geen muziek studeerde: Frants, volledig in de stijl van de Amsterdamse School. Zoals uit de gevelsteen blijkt, droegen ook de architecten Hoenink en Gathier hun steentje bij.
Julius noemde het huis ‘Gaudeamus’ ('Laten we blij zijn') en schreef er in de zeven jaar tot zijn dood in 1932 meer dan honderd composities.
De villa is ontworpen voor muzikanten: in de muziekzaal aan de achterzijde is de vloer verhoogd om de akoestiek te verbeteren. Toen de weduwe van Julius Röntgen in 1940 was overleden, trok de componist Walter Maas in de villa. Maas was een uit Duitsland gevluchte joodse textielingenieur. Zijn ouders gingen in het huis een pension exploiteren met die restrictie dat er uitsluitend joodse gasten mochten verblijven. Toen de Jodenvervolging in Nederland in alle hevigheid losbarstte heeft Walter ruim drie maanden in het huis ondergedoken gezeten in een hok onder het dak en al die tijd geen daglicht gezien. Dit onderduiken was ook noodzakelijk omdat zijn enige broer Ernst samen met zijn protestante vrouw en twee dochtertjes in het huis woonde en die nichtjes mochten hem niet zien want dan zouden ze hem kunnen verraden. In die tijd heeft Walter zich voorgenomen om iets terug te doen aan Nederland als hij de oorlog zou overleven. Toen de Duitsers het huis vorderden heeft hij op tal van adressen ondergedoken gezeten. Hij overleefde de oorlog, dit in tegenstelling tot zijn ouders.
In 1949 weet Walter Maas het pand in eigendom te verwerven en kort daarna in 1951 richtte hij de Stichting Gaudeamus op, een stichting ter bevordering van de hedendaagse muziek. Hij investeerde zijn ziel en zaligheid in de steun aan jonge componisten. Van de eerste bescheiden Bilthovense Muziekweek begin vijftiger jaren, tot de Internationale Gaudeamus Muziekweek, die nog steeds jaarlijks plaats vindt. Generaties Nederlandse maar zeker ook internationale componisten hebben hun eerste erkenning gevonden dankzij Gaudeamus. Van Ton de Leeuw tot Olivier Messiaen, van Peter Schat tot Karlheinz Stockhausen, van Louis Andriessen tot Luciano Berio. Op 1 december 1992 overlijdt Walter Maas. Zijn urn is ingemetseld achter een gedenksteen op het terras achter het huis met als opschrift een van zijn geliefde Schiller-citaten (uit Don Carlos): “Ich habe das Meinige gethan. Thun Sie das Ihre”.
Het huis wordt sinds 1992 ook het Walter Maashuis genoemd. Walter liet geen testament na, maar broer Ernst wist dat het zijn bedoeling was dat het huis beschikbaar bleef voor jonge musici/kunstenaars. De Stichting Gaudeamus was in de 70er jaren naar Amsterdam verhuisd (is inmiddels in Utrecht gevestigd) en componist/cellist Bart van Rosmalen werd in de gelegenheid gesteld om vanuit de Stichting Maas-Nathan – genoemd naar de beide ouders - allerlei activiteiten met name op muziekgebied in het huis te organiseren.
Het huis werd ontworpen door de enige van de zes zonen van Julius Röntgen die geen muziek studeerde: Frants, volledig in de stijl van de Amsterdamse School. Zoals uit de gevelsteen blijkt, droegen ook de architecten Hoenink en Gathier hun steentje bij.
Julius noemde het huis ‘Gaudeamus’ ('Laten we blij zijn') en schreef er in de zeven jaar tot zijn dood in 1932 meer dan honderd composities.
De villa is ontworpen voor muzikanten: in de muziekzaal aan de achterzijde is de vloer verhoogd om de akoestiek te verbeteren. Toen de weduwe van Julius Röntgen in 1940 was overleden, trok de componist Walter Maas in de villa. Maas was een uit Duitsland gevluchte joodse textielingenieur. Zijn ouders gingen in het huis een pension exploiteren met die restrictie dat er uitsluitend joodse gasten mochten verblijven. Toen de Jodenvervolging in Nederland in alle hevigheid losbarstte heeft Walter ruim drie maanden in het huis ondergedoken gezeten in een hok onder het dak en al die tijd geen daglicht gezien. Dit onderduiken was ook noodzakelijk omdat zijn enige broer Ernst samen met zijn protestante vrouw en twee dochtertjes in het huis woonde en die nichtjes mochten hem niet zien want dan zouden ze hem kunnen verraden. In die tijd heeft Walter zich voorgenomen om iets terug te doen aan Nederland als hij de oorlog zou overleven. Toen de Duitsers het huis vorderden heeft hij op tal van adressen ondergedoken gezeten. Hij overleefde de oorlog, dit in tegenstelling tot zijn ouders.
In 1949 weet Walter Maas het pand in eigendom te verwerven en kort daarna in 1951 richtte hij de Stichting Gaudeamus op, een stichting ter bevordering van de hedendaagse muziek. Hij investeerde zijn ziel en zaligheid in de steun aan jonge componisten. Van de eerste bescheiden Bilthovense Muziekweek begin vijftiger jaren, tot de Internationale Gaudeamus Muziekweek, die nog steeds jaarlijks plaats vindt. Generaties Nederlandse maar zeker ook internationale componisten hebben hun eerste erkenning gevonden dankzij Gaudeamus. Van Ton de Leeuw tot Olivier Messiaen, van Peter Schat tot Karlheinz Stockhausen, van Louis Andriessen tot Luciano Berio. Op 1 december 1992 overlijdt Walter Maas. Zijn urn is ingemetseld achter een gedenksteen op het terras achter het huis met als opschrift een van zijn geliefde Schiller-citaten (uit Don Carlos): “Ich habe das Meinige gethan. Thun Sie das Ihre”.
Het huis wordt sinds 1992 ook het Walter Maashuis genoemd. Walter liet geen testament na, maar broer Ernst wist dat het zijn bedoeling was dat het huis beschikbaar bleef voor jonge musici/kunstenaars. De Stichting Gaudeamus was in de 70er jaren naar Amsterdam verhuisd (is inmiddels in Utrecht gevestigd) en componist/cellist Bart van Rosmalen werd in de gelegenheid gesteld om vanuit de Stichting Maas-Nathan – genoemd naar de beide ouders - allerlei activiteiten met name op muziekgebied in het huis te organiseren.
BeschrijvingHet gaat om een in Amsterdamse School-trant gerealiseerd landhuis met in hoogte en vorm varierende bouwvolumes opgetrokken in baksteen en hout onder samenstel van rieten kappen op een aan de vorm van een concertvleugel herinnerende plattegrond. Het gebouw wordt gedomineerd door de hoog, onder steil zadeldak met schild aan achterzijde, opgetrokken hoofdvleugel met zeer spitse, van staand beschot voorziene en enigszins overhangende topgevel, waaronder een reeks in harmonica-vorm gegroepeerde vensters en een vrijwel blinde beganegrondgevel aan de straatzijde. Aan de linkerzijde is het steile dakvlak lager doorgezet en bevat de kap een drietal driehoekige dakkapellen met overhangende steekkappen boven een horizontale vensterreeks. De kap wordt voorts doorbroken door een viertal horizontale vensters aan de rechterzijde en een tweetal - naderhand vergrote - vensters in het dakschild aan de achterzijde, alle afgedekt door bolsegmenten van Noorse zandsteen. Op de begane grond bevat de linker zijgevel een reeks gekoppelde vensters tussen halfronde kolommen, onderbroken door een zijdeur. In oorsprong hadden vrijwel alle vensters een horizontale roedenverdeling; de afgeschuinde raamvormen zijn thans nog gehandhaafd op de begane grond en aan de achterzijde. De halfronde kolommen zijn uitgevoerd in Noorse zandsteen.
De hoofdingang bevindt zich in de kop van de lage, ingezwenkte vleugel aan de noordoostzijde onder het overstekende, afgeronde schild van de lage rietkap en bevat in de deur een driehoekig venster. De vensters in de vleugel worden afgewisseld door halfronde kolommen die qua hoogte corresponderen met de wisselende formaten der vensterpartijen, waarbij de kleinere vensters driehoekig van vorm zijn. Aan de westzijde sluit haaks de halfhoge dwarsvleugel aan met halfrond beëindigde kap die lager is doorgezet aan de noordzijde, waar zich de rondomgaande, overhangende uitbouw van de vroegere muziekkamer bevindt, voorzien van staand beschot en reeksen gekoppelde vierkante vensters en steunend op gemetselde poeren.
Aan de achterzijde wordt de vensterreeks afgesloten door een tuindeur, leidend naar een kwartrondgaande stoep met dwarsmuur, waarnaast de achter-ingang tussen twee halfronde kolommen. De dwarsvleugel bevat op de verdieping aan beide lange zijden voorts een serie gekoppelde vensters. Aansluitend aan de zuidwestzijde de eveneens halfrond beëindigde vleugel, in oorsprong bestemd als spreekkamer, en voorzien van in hoogte variërende vensters tussen halfronde kolommen, waarbij de hooggeplaatste horizontale vensters de smalle roedenverdeling nog hebben behouden. Bij de aansluiting met de hoge kap van de hoofdvleugel bevindt zich de hoog opgemetselde schoorsteen.
Er werd lang vanuit gegaan dat Julius een apart componeerhuisje had, maar dat was niet zo. Hij had in het huis zijn studeerkamer op de 1e verdieping en het huisje in de tuin was het atelier van architect Frants. Overigens hebben er in de tijd van Walter Maas wel regelmatig componisten gebruik gemaakt van dit atelier zoals b.v. Ton de Leeuw.
De hoofdingang bevindt zich in de kop van de lage, ingezwenkte vleugel aan de noordoostzijde onder het overstekende, afgeronde schild van de lage rietkap en bevat in de deur een driehoekig venster. De vensters in de vleugel worden afgewisseld door halfronde kolommen die qua hoogte corresponderen met de wisselende formaten der vensterpartijen, waarbij de kleinere vensters driehoekig van vorm zijn. Aan de westzijde sluit haaks de halfhoge dwarsvleugel aan met halfrond beëindigde kap die lager is doorgezet aan de noordzijde, waar zich de rondomgaande, overhangende uitbouw van de vroegere muziekkamer bevindt, voorzien van staand beschot en reeksen gekoppelde vierkante vensters en steunend op gemetselde poeren.
Aan de achterzijde wordt de vensterreeks afgesloten door een tuindeur, leidend naar een kwartrondgaande stoep met dwarsmuur, waarnaast de achter-ingang tussen twee halfronde kolommen. De dwarsvleugel bevat op de verdieping aan beide lange zijden voorts een serie gekoppelde vensters. Aansluitend aan de zuidwestzijde de eveneens halfrond beëindigde vleugel, in oorsprong bestemd als spreekkamer, en voorzien van in hoogte variërende vensters tussen halfronde kolommen, waarbij de hooggeplaatste horizontale vensters de smalle roedenverdeling nog hebben behouden. Bij de aansluiting met de hoge kap van de hoofdvleugel bevindt zich de hoog opgemetselde schoorsteen.
Er werd lang vanuit gegaan dat Julius een apart componeerhuisje had, maar dat was niet zo. Hij had in het huis zijn studeerkamer op de 1e verdieping en het huisje in de tuin was het atelier van architect Frants. Overigens hebben er in de tijd van Walter Maas wel regelmatig componisten gebruik gemaakt van dit atelier zoals b.v. Ton de Leeuw.
InterieurInwendig resteert nog de hoofdtrap in de centrale hal met omgekeerde kegelvormen in de leuningen.
Recente ontwikkelingenIn 1989 werd de villa als rijksmonument aangemerkt. Het is vervolgens grondig gerenoveerd en ingericht als ontmoetingsplaats voor culturele evenementen en verkenningen. Dat heeft geduurd tot 2011 toen de middelen niet meer toereikend waren om die activiteiten voort te zetten. Gelukkig waren de activiteiten formeel losgekoppeld van het huis en was er een aparte stichting die het huis beheerde en nog beheert. Die heet nu Stichting Walter Maas en het huis heet weer Huize Gaudeamus, de naam die Julius eraan heeft gegeven en die Walter heeft gehandhaafd en zelfs heeft gebruikt voor ‘zijn’ stichting.
Ingezonden door Richard Keijzer
Professionele of persoonlijke bandToegevoegd door Richard Keijzer in 2014. De beschrijving en de foto's zijn in 2017 en 2018 aangevuld door Gert-Jan Lobbes.
Gerelateerde objecten