Details
Naam
Zuidwestelijk Rochdale blok, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 14
IntroductieHet hier beschreven bouwblok is onderdeel van één complex, ontworpen door Jop van Epen, dat zeven bouwblokken omvat. Hiervan waren drie bouwblokken voor de Algemene Woningbouwvereniging, drie bouwblokken voor de Bouwverening Rochdale, en één bouwblok dat oorspronkelijk aan Rochdale was toegewezen maar later, als gevolg van financieringsperikelen, aan de ACOB is overgedragen.
AdresPieter Lastmankade 43-70, Bernard Kochstraat 13-23, Bertelmanplein 1-13, Bertelmanstraat 1-33, Des Présstraat 20-30
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger J. C. van Epen (Architect)
Datum1925 - 1926
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverRochdale
Huidige eigenaarRochdale
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Type objectRijksmonument, Blok
Monumentnummer504924 (blok) en 504905 (complex)
AchtergrondDit blok maakt deel uit van een tussen 1921 en 1926 gerealiseerd woningbouwcomplex, waarvan de ontwerpen tussen 1916 en 1920 zijn gemaakt. Het bestaat uit zes bouwblokken met het Bertelmanplein als centrum, naar een ontwerp van J.C. van Epen. De RCE spreekt van ontwerpen in verstrakte Amsterdamse Schoolstijl, Stissi betitelt ze als “Rationalistische woningwetarchitectuur”.
De drie westelijk gelegen bouwblokken werden gebouwd in opdracht van de Algemene Woningbouw Vereniging AWV; de drie oostelijk gelegen bouwblokken in opdracht van de Coöperatieve Bouwvereniging 'Rochdale' U.A. Een in de jaren 1918-1922 ontworpen en gebouwd U-vormig bouwblok met middenstandswoningen ten oosten hiervan, werd gebouwd in opdracht van de Amsterdamsche Coöperatieve Onderwijzers Bouwvereniging U.A. ACOB. Goed beschouwd hoort het ACOB-gebouw niet bij de rest aangezien de stijl en indeling afwijken. Desondanks vat de RCE de zeven blokken samen als complex 504905 en volgen we op deze site voor het gemak de door de RCE gemaakte indeling in de volgende blokken: 1. ACOB-blok; 2. ZW Rochdale-blok; 3. NO-Rochdale blok; 4. NW Rochdale-blok; 5. Oostelijke AWV-blok; 6. NW AWV-blok; 7. Zuidelijk AWV-blok.
Het zuidwestelijke Rochdale-blok is ontworpen in de periode 1918-1920. Oorspronkelijk was het ontwerp voor de laagbouw hetzelfde als voor de omliggende hogere bouwblokken, maar waarschijnlijk is het ontwerp vanuit bezuinigingsoverwegingen versoberd. De aanbesteding vond in oktober 1923 plaats. De laagste inschrijfster was de wed. W. Ruyter uit Voorburg met 317.800 gulden. De bouw is begonnen in het voorjaar van 1925 en in het jaar daarop voltooid.
De zeven blokken zijn rijksmonument "vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde, alsmede van belang vanwege de stedenbouwkundige waarde als gevarieerde inventieve invulling van een belangrijk gesitueerd door lastig verkaveld bouwterrein in de NW-hoek van het plan Zuid II van H.P. Berlage, met gebruik van gesloten bouwblokken, intieme pleinen en - deels - gemeenschappelijke binnentuinen. Bovendien van wezenlijk belang in het oeuvre van J.C. van Epen als eerste grootschalig woningbouwproject."
De drie westelijk gelegen bouwblokken werden gebouwd in opdracht van de Algemene Woningbouw Vereniging AWV; de drie oostelijk gelegen bouwblokken in opdracht van de Coöperatieve Bouwvereniging 'Rochdale' U.A. Een in de jaren 1918-1922 ontworpen en gebouwd U-vormig bouwblok met middenstandswoningen ten oosten hiervan, werd gebouwd in opdracht van de Amsterdamsche Coöperatieve Onderwijzers Bouwvereniging U.A. ACOB. Goed beschouwd hoort het ACOB-gebouw niet bij de rest aangezien de stijl en indeling afwijken. Desondanks vat de RCE de zeven blokken samen als complex 504905 en volgen we op deze site voor het gemak de door de RCE gemaakte indeling in de volgende blokken: 1. ACOB-blok; 2. ZW Rochdale-blok; 3. NO-Rochdale blok; 4. NW Rochdale-blok; 5. Oostelijke AWV-blok; 6. NW AWV-blok; 7. Zuidelijk AWV-blok.
Het zuidwestelijke Rochdale-blok is ontworpen in de periode 1918-1920. Oorspronkelijk was het ontwerp voor de laagbouw hetzelfde als voor de omliggende hogere bouwblokken, maar waarschijnlijk is het ontwerp vanuit bezuinigingsoverwegingen versoberd. De aanbesteding vond in oktober 1923 plaats. De laagste inschrijfster was de wed. W. Ruyter uit Voorburg met 317.800 gulden. De bouw is begonnen in het voorjaar van 1925 en in het jaar daarop voltooid.
De zeven blokken zijn rijksmonument "vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde, alsmede van belang vanwege de stedenbouwkundige waarde als gevarieerde inventieve invulling van een belangrijk gesitueerd door lastig verkaveld bouwterrein in de NW-hoek van het plan Zuid II van H.P. Berlage, met gebruik van gesloten bouwblokken, intieme pleinen en - deels - gemeenschappelijke binnentuinen. Bovendien van wezenlijk belang in het oeuvre van J.C. van Epen als eerste grootschalig woningbouwproject."
BeschrijvingHet laagbouwblok op een rechthoekige grondvorm is een sober ontwerp van Van Epen. Van Epen duidde het aan als blok E. Het strakke aanzien is waarschijnlijk een gevolg van bezuinigingen op het oorspronkelijke ontwerp. De waarde ligt vooral in de eenheid die het vormt met de omringende hogere bouwblokken.
Het blok bestaat uit drie bouwlagen onder zadeldaken met rode pannen met op regelmatige afstand van elkaar geplaatste gemetselde schoorstenen. De begane grond is in donkerder kleur steen gemetseld. Enkele entrees aan de korte zijden van het bouwblok liggen in een rondboogvormige portiek. De deuren van de entrees hebben nog een venster met houten roeden. Oorspronkelijk waren alle vensters voorzien van houten roeden, hetgeen het hele ontwerp een dynamischer aanzien gaf dan nu het geval is. De gevel kent voor Van Epen een opvallend klein aantal erkers. Eén bevindt zich op de hoek van de Bertelmanstraat en de Des Présstraat. Een brede erker met steunberen bevindt zich in de gevels aan de Bernard Kochstraat en de Bertelmanstraat. Op de plekken waar deze erkers zijn geplaatst is het daarboven gelegen gevelvlak hoger opgemetseld. Overige licht uitspringende geveldelen zijn niet als erkers te betitelen.
Het blok bestaat uit drie bouwlagen onder zadeldaken met rode pannen met op regelmatige afstand van elkaar geplaatste gemetselde schoorstenen. De begane grond is in donkerder kleur steen gemetseld. Enkele entrees aan de korte zijden van het bouwblok liggen in een rondboogvormige portiek. De deuren van de entrees hebben nog een venster met houten roeden. Oorspronkelijk waren alle vensters voorzien van houten roeden, hetgeen het hele ontwerp een dynamischer aanzien gaf dan nu het geval is. De gevel kent voor Van Epen een opvallend klein aantal erkers. Eén bevindt zich op de hoek van de Bertelmanstraat en de Des Présstraat. Een brede erker met steunberen bevindt zich in de gevels aan de Bernard Kochstraat en de Bertelmanstraat. Op de plekken waar deze erkers zijn geplaatst is het daarboven gelegen gevelvlak hoger opgemetseld. Overige licht uitspringende geveldelen zijn niet als erkers te betitelen.
InterieurBij de laagbouw zijn zes typen woningen toegepast, alle variërend op het schema: woonkamer, twee of drie slaapkamers, keuken en wc.
Bronnen
Vladimir Stissi, Amsterdam, het mekka van de volkshuisvesting: sociale woningbouw 1909-1942 (Uitgeverij 010, 2007).
Algemeen Handelsblad, 19 oktober 1923, avondeditie.
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandDe basis van deze tekst is aangeleverd door Rochdale en door mij in 2018 bijgewerkt. Hoewel het blok niet tot Van Epens grootste scheppingen behoort, heeft het een prettige, rustige uitstraling, vergelijkbaar met de woningen aan de Reinier Vinkeleskade (Harmoniehof).
Gerelateerde objecten