Details
Name
Doopsgezinde kerk, Aalsmeer - exterieur
Number of images: 33
IntroductionPrachtig ensemble: kerkgebouw, kosterswoning en nevenruimten.
AddressZijdstraat 53, 55
Postal code(s)1431 EB
PlaceAalsmeer
CountryNederland
Creator Jan Frederik Staal (Architect)
J. Havermans (Kunstenaar)
J. Havermans (Kunstenaar)
Production date1926 - 1927
Current conditionDeels of volledig gerestaureerd
Current ownerDoopsgezinde gemeente Aalsmeer
Original usageKerk
Current usageKerk
Object typeRijksmonument, Gebouw
Monument number524235, 524234, 524236
BackgroundDeze doopsgezinde kerk (op nr. 55) met voormalige kosterwoning (nr. 53) en ernaast twee woningen onder één dak (nummer 57) behoren tot het complex 'Doopsgezinde kerk Zijdstraat'. De gebouwen zijn in 1926-1927 gebouwd naar ontwerp van J.F. Staal in de stijl van de Amsterdamse School, met elementen uit de doopsgezinde kerkbouw en de Nieuwe Zakelijkheid.
In zijn monografie over Staal schrijft Hans Willem Bakx:
“Hoe Staal, als niet-gelovige, de opdracht kreeg voor het ontwerp van de Doopsgezinde kerk in Aalsmeer is niet meer te achterhalen. Mogelijk zat een van de bestuursleden van de ‘Centrale Aalsmeersche Veiling’ ook in het kerkbestuur. Vast staat dat behalve Staal nog een tweede, onbekend gebleven, architect werd uitgenodigd een schetsontwerp te maken, maar dat men aan Staals plan de voorkeur gaf. Hoe dan ook verliep de samenwerking, zoals uit de correspondentie te lezen valt, rimpelloos en waren architect en opdrachtgever ingenomen met het resultaat. Gevraagd was een kerkzaal met bijbehorende ruimtes (catechesatielokaal, kerkeraadskamer), een kosterswoning en een blokje met twee woonhuizen. Op enkele schetsen is te zien dat de vorm van de kerkzaal van meet af aan vastlag: een langwerpig volume met een hoog en steil zadeldak. Alleen de groepering van de omliggende elementen moest nog bepaald worden. Uiteindelijk koos Staal ervoor de zaal zover mogelijk naar achteren te leggen op de beschikbare kavel, tegen een (later gedempte) sloot, met de lengte-as haaks op de rooilijn. Voor de kopgevel plaatste hij het blokje huizen, tegen de zijgevel de kosterswoning. Daardoor ontstond een intiem pleintje.”
(Bakx, blz 163-164)
In zijn monografie over Staal schrijft Hans Willem Bakx:
“Hoe Staal, als niet-gelovige, de opdracht kreeg voor het ontwerp van de Doopsgezinde kerk in Aalsmeer is niet meer te achterhalen. Mogelijk zat een van de bestuursleden van de ‘Centrale Aalsmeersche Veiling’ ook in het kerkbestuur. Vast staat dat behalve Staal nog een tweede, onbekend gebleven, architect werd uitgenodigd een schetsontwerp te maken, maar dat men aan Staals plan de voorkeur gaf. Hoe dan ook verliep de samenwerking, zoals uit de correspondentie te lezen valt, rimpelloos en waren architect en opdrachtgever ingenomen met het resultaat. Gevraagd was een kerkzaal met bijbehorende ruimtes (catechesatielokaal, kerkeraadskamer), een kosterswoning en een blokje met twee woonhuizen. Op enkele schetsen is te zien dat de vorm van de kerkzaal van meet af aan vastlag: een langwerpig volume met een hoog en steil zadeldak. Alleen de groepering van de omliggende elementen moest nog bepaald worden. Uiteindelijk koos Staal ervoor de zaal zover mogelijk naar achteren te leggen op de beschikbare kavel, tegen een (later gedempte) sloot, met de lengte-as haaks op de rooilijn. Voor de kopgevel plaatste hij het blokje huizen, tegen de zijgevel de kosterswoning. Daardoor ontstond een intiem pleintje.”
(Bakx, blz 163-164)
DescriptionDe hoofdentree ligt links van het hoofdgebouw en heeft fraai vormgegeven en kleurig gelakte voordeuren met langwerpige glas-in-lood ramen aan weerszijden. Links van de hoofdentree bevindt zich een lage, houten bank in dezelfde kleuren als de deuren van de entree. In de as van de kerk is sprake van een deur (feitelijk een uitgang) met roedenverdeling, geflankeerd door twee vierkante vensters met een ten opzichte van elkaar gespiegelde roedenverdeling. Het gevelvlak waarin zich de deur bevindt is iets naar voren gemetseld en opgetrokken in een sierverband van grijsgroene bakstenen, gemetseld in dubbele liggende strekken en dubbele en driedubbele en staande koppen. Centraal in de voorgevel bevindt zich een groot raamblok met vijf ramen, door middel van roeden ingedeeld in grote en kleine rechthoeken. Het raamblok springt uit de gevel naar voren. Een gelijkend raamblok zien we terug bij het veilinggebouw van Staal, elders in Aalsmeer. De topgevel van de kerk was oorspronkelijk, contrasterend met het metselwerk, bekleed met verticale teakhouten delen, waardoor zij zich visueel losmaakte van de dragende muur. Sinds 1987 is de topgevel bedekt met eternietleien.
Rechts van de deur, in de as van de kerk, begint een muurtje met ezelsrug tussen de kerk en het dubbele woonhuis, waarin een houten poortje met de aanduiding 'Rijwielen'. In de linker onderhoek van het hoofdgebouw steekt een gebeeldhouwde steen uit het gevelvlak met een zaaier erin gehakt en de tekst “Zie een zaaier ging uit om te zaaien”. In beide bovenhoeken van het hoofdgebouw steken houten balken uit, voorzien van gestileerde engelenfiguren.
De achtergevel is geheel gemetseld met vlechtwerk langs de daklijst. In de getrapte uitbouw staat in het interieur het orgel en eronder loopt een gang buiten de kerkruimte om naar de kerkeraadskamer. Smalle, hoge vensters met roeden en houten versieringen flankeren de orgeluitbouw. Een wateroverloop bevindt zich in de as van de gevel – het Monumentenregister heeft het hier ten onrechte over een hijsbalk. Voor een hijsbalk is het object echter te fragiel en ten tijde van de bouw liep hier nog een sloot, waarin het regenwater van het platte dak van de orgeluitbouw gemakkelijk kon weglopen.
Het silhouet van het complex was oorspronkelijk links opzij van de kerkzaal verrijkt met een schijnbaar losstaande, zeer hoge en slanke schoorsteen, die volgens Bakx “werkte als een campanile” (losstaande klokkentoren. Deze schoorsteen is op zeker moment afgebroken.
De voormalige kosterswoning links van de kerk wordt afgesloten door een mansardekap met de noklijn evenwijdig aan de weg. In het westelijke dakvlak is een dakkapel opgenomen met ramen met roedenverdeling. De dakschilden zijn bedekt met rode Romaanse pannen. Aan de woning is in de loop van de tijd het nodige veranderd.
Rechts voor de kerk bevindt zich een dubbel woonhuis naar ontwerp van Staal. Dit pand heeft een eigen monumentenstatus (nummer 524236). Het geldt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een dubbel woonhuis uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Bijzonder mooi zijn de twee voordeuren met decoratieve paneelindeling en decoratief geometrisch ijzerwerk voor de ramen, waaronder zich de brievenbus bevindt.
Tenslotte heeft ook de erfafscheiding een eigen monumentenstatus (nummer 524235). Het meest opvallende zijn de smeedijzeren hekken en de bakstenen pijlers met lantaarn.
Rechts van de deur, in de as van de kerk, begint een muurtje met ezelsrug tussen de kerk en het dubbele woonhuis, waarin een houten poortje met de aanduiding 'Rijwielen'. In de linker onderhoek van het hoofdgebouw steekt een gebeeldhouwde steen uit het gevelvlak met een zaaier erin gehakt en de tekst “Zie een zaaier ging uit om te zaaien”. In beide bovenhoeken van het hoofdgebouw steken houten balken uit, voorzien van gestileerde engelenfiguren.
De achtergevel is geheel gemetseld met vlechtwerk langs de daklijst. In de getrapte uitbouw staat in het interieur het orgel en eronder loopt een gang buiten de kerkruimte om naar de kerkeraadskamer. Smalle, hoge vensters met roeden en houten versieringen flankeren de orgeluitbouw. Een wateroverloop bevindt zich in de as van de gevel – het Monumentenregister heeft het hier ten onrechte over een hijsbalk. Voor een hijsbalk is het object echter te fragiel en ten tijde van de bouw liep hier nog een sloot, waarin het regenwater van het platte dak van de orgeluitbouw gemakkelijk kon weglopen.
Het silhouet van het complex was oorspronkelijk links opzij van de kerkzaal verrijkt met een schijnbaar losstaande, zeer hoge en slanke schoorsteen, die volgens Bakx “werkte als een campanile” (losstaande klokkentoren. Deze schoorsteen is op zeker moment afgebroken.
De voormalige kosterswoning links van de kerk wordt afgesloten door een mansardekap met de noklijn evenwijdig aan de weg. In het westelijke dakvlak is een dakkapel opgenomen met ramen met roedenverdeling. De dakschilden zijn bedekt met rode Romaanse pannen. Aan de woning is in de loop van de tijd het nodige veranderd.
Rechts voor de kerk bevindt zich een dubbel woonhuis naar ontwerp van Staal. Dit pand heeft een eigen monumentenstatus (nummer 524236). Het geldt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een dubbel woonhuis uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Bijzonder mooi zijn de twee voordeuren met decoratieve paneelindeling en decoratief geometrisch ijzerwerk voor de ramen, waaronder zich de brievenbus bevindt.
Tenslotte heeft ook de erfafscheiding een eigen monumentenstatus (nummer 524235). Het meest opvallende zijn de smeedijzeren hekken en de bakstenen pijlers met lantaarn.
InteriorHet oorspronkelijke interieur is nog grotendeels aanwezig en wordt apart op Wendingen beschreven.
Sources
Hans Willem Bakx, Jan Frederik Staal. 1879-1940. De wil van het gebouw en de wil van de tijd (BONAS 2015).
Links
Submitted by Willemijn Paijmans
Professional or personal relationIk ben werkzaam als adviseur monumenten bij de gemeente Aalsmeer.
Het gebouw is een rijksmonument en een prachtig en gaaf bewaard voorbeeld van een kerk in Amsterdamse School-stijl.
Het gebouw is een rijksmonument en een prachtig en gaaf bewaard voorbeeld van een kerk in Amsterdamse School-stijl.
Related objects