Details
Name
Obrechtsjoel, Amsterdam - interieur
Number of images: 45
IntroductionHoewel geen pure Amsterdamse School, hoort deze synagoge van Harry Elte op Wendingen thuis - zeker vanwege het prachtige interieur.
AddressJacob Obrechtplein 8, Heinzestraat 1-3
Postal code(s)1071 KS
PlaceAmsterdam
CountryNederland
Creator Harry Elte (Architect)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Leo Pinkhof (Kunstenaar)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Leo Pinkhof (Kunstenaar)
Production date1927 - 1928
Current ownerNederlands–Israëlitische hoofdsynagoge
BackgroundDe synagoge werd gebouwd in opdracht van de Nederlandsch Israëlietische Hoofdsynagoge (NIHS) die in 1925 een terrein had gekocht op de hoek van de Heinzestraat-Jacob Obrechtplein. Hier stond een houten hulpsynagoge, die werd afgebroken toen de NIHS aan Elte opdracht verleende voor het ontwerp van een definitieve synagoge. De voorkeur ging uit naar een hoekterrein omdat, blijkens een schrijven aan B & W, een aan twee zijden vrijstaand gebouw naar de mening van de NIHS, meer in overeenstemming zou zijn met de gemeentelijke schoonheidseisen. Elte ontwierp het gebouw in samenwerking met architect Cornelis (Kees) van der Wilk en hoofdopzichter J.C. Koot. Op 18 mei 1928 werd de synagoge, die nu bekend staat als Raw Aron Schuster Synagoge of Obrechtsjoel, gewijd. Een uitgebreidere geschiedenis is weergegeven onder het exterieur.
DescriptionZoals beschreven in het boek De Amsterdamse School - Verbeelde idealen straalt dit hoofdwerk van architect Elte degelijkheid en rijkdom uit. De architect wilde nadrukkelijk geen exponent van een bepaalde stroming zijn en zijn stijl ontwikkelde zich van de Amsterdamse School meer naar de vormentaal van Frank Lloyd Wright en Dudok. Toch zijn de banden met de Amsterdamse School in deze synagoge nog goed te zien. "Zorgvuldig integreerde hij glas in lood, tegelwerk, betimmering en meubilair als in één compositie. Tezamen met de gehanteerde expressieve vormtaal, geeft dat de synagoge, ondanks de onafhankelijkheidswens van de architect, overtuigend de karakteristieken van de Amsterdamse School." (Verbeelde Idealen, blz 165).
Het voorportaal met zwart marmer en glas in lood leidt naar de vestibule, waarin een fontein van lichtblauw geglazuurd aardewerk staat. Deze was bestemd voor het wassen van de handen voorafgaand aan het gebed. Rechtsaf leidt een gang naar de nevenruimtes. Rechtdoor gaat het naar de grote synagoge. Deze bestaat uit een hoge, ononderbroken ruimte met een rechthoekige plattegrond. De twee zijgevels bevatten tweemaal zes tot het plafond reikende glas-in-loodramen, afkomstig uit het atelier Bogtman. Deze ramen stellen aan de linkerzijde de Joodse feestdagen voor. Telkens zien we twee symbolische betekenissen van iedere feestdag, boven de religieuze betekenis (onder meer een tent voor het Loofhuttenfeest) en onder de agrarische betekenis (onder meer een bundel korenaren). De zes hoge ramen aan de rechterzijde stellen in het centrum symbolisch de twaalf stammen van het Joodse volk voor, die in Israël en Juda woonden (Ruben, Simeon, Juda, Dan, Naftali, Gad, Asser, Issachar, Benjamin, Zebulon, Efraïm, Manasse). Boven en beneden zijn de lange ramen voorzien van abstracte motieven waarbij de kleur blauw overheerst.
Bij binnenkomst in de grote ruimte bevinden zich links onder vrouwengalerij zeven ramen (vijf langwerpig, twee vierkant), ook uit het atelier van Bogtman. Deze ramen stellen de zeven dagen van de schepping voor. Zowel de vijfde als de zesde dag hebben dieren als onderwerp. Bij de vijfde zijn het vissen en vogels, bij de zesde dag zijn het een leeuw, een ree en een konijn boven een groene slang. Omdat mensen niet mogen worden afgebeeld verwijst onder meer de slang wel naar de mens. Op de eerste verdieping, de vrouwengalerij is sprake van in totaal zeven langwerpige ramen voorzien van glas in lood met organische, kwalachtige motieven, karakteristiek voor atelier Bogtman. Deze ramen zijn overigens pas in 1937 aangebracht, toen de koorgalerij op de tweede verdieping werd vervangen door een tweede vrouwengalerij. De eerste vrouwengalerij werd zonder ramen vermoedelijk te donker. Op historische foto's (hier opgenomen) is de ruimte met koorgalerij nog te zien.
De overgang van de vrij donkere vestibule en de eveneens vrij donkere en lage corridor onder de vrouwengalerij naar de grote hoge en feestelijke ruimte van de synagoge zelf, is spectaculair te noemen. Deze herinnert aan het effect in gebouwen van Frank Lloyd Wright, onder meer in zijn Unity Temple in Chicago. In het midden van de ruimte van de synagoge bevindt zich de bima, hier vindt de lezing van de Thora plaats. In de zuidoostelijke zijmuur - in de richting van Jeruzalem - bevindt de aron, waarin de Thorarollen worden bewaard. De bima en de deuren zijn van coromandelhout gemaakt. De voorhangsels zijn van de hand van Leo Pinkhof. De aron bevindt zich in een paraboolvormige nis, die tot driekwart van de plafondhoogte reikte. Deze nis is bekleed met zwart marmer. Dit marmer is ook op veel andere plaatsen in de synagoge terug te vinden. Drie verticale glas-in-loodramen volgen doorlopend de gehele welving van de nis. Zij tonen steeds het zelfde vrij abstracte motief van een opvliegende vogel.
De vrouwengalerij boven de ingang wordt ondersteund door acht met glasmozaïek beklede pilaren. Dit glasmozaïek is ook aangebracht rond de aron. Lambrisering en banken zijn van eikenhout. De in totaal tien langwerpige roodkoperen hanglampen zijn vervaardigd door het Amsterdamse bedrijf Wiener & Co. Vooraan, aan de zijde van de aron, is sprake van een altijd brandende lamp ("neer tamied"), een eeuwig licht zoals zoals het ook ooit in de Tempel in Jeruzalem brandde. Deze is ook van Wiener & Co. Daartegenover bevindt zich een klok van alpaca (imitatiezilver), gemaakt door hetzelfde bedrijf. De tekst op de klok luidt als volgt: "Dit is een geschenk van Jozef Speijer, ter nagedachtenis aan zijn vader Akiva Speijer, bij de inwijding van dit huis op Lag Ba'omer van het jaar 5688". Dit is 1928. Met dank aan Walther Schoonenberg voor de vertaling.
De verfijnde geometrische geometrische patronen op het plafond en de lagergelegen zuilen zijn ook de moeite van het vermelden waard. In de nevenruimtes en andere ruimtes van het gebouw is tenslotte nog dikwijls sprake van glas-in-loodramen of raampjes en speciaal voor de synagoge vervaardigde langwerpige lichtbakken.
Het voorportaal met zwart marmer en glas in lood leidt naar de vestibule, waarin een fontein van lichtblauw geglazuurd aardewerk staat. Deze was bestemd voor het wassen van de handen voorafgaand aan het gebed. Rechtsaf leidt een gang naar de nevenruimtes. Rechtdoor gaat het naar de grote synagoge. Deze bestaat uit een hoge, ononderbroken ruimte met een rechthoekige plattegrond. De twee zijgevels bevatten tweemaal zes tot het plafond reikende glas-in-loodramen, afkomstig uit het atelier Bogtman. Deze ramen stellen aan de linkerzijde de Joodse feestdagen voor. Telkens zien we twee symbolische betekenissen van iedere feestdag, boven de religieuze betekenis (onder meer een tent voor het Loofhuttenfeest) en onder de agrarische betekenis (onder meer een bundel korenaren). De zes hoge ramen aan de rechterzijde stellen in het centrum symbolisch de twaalf stammen van het Joodse volk voor, die in Israël en Juda woonden (Ruben, Simeon, Juda, Dan, Naftali, Gad, Asser, Issachar, Benjamin, Zebulon, Efraïm, Manasse). Boven en beneden zijn de lange ramen voorzien van abstracte motieven waarbij de kleur blauw overheerst.
Bij binnenkomst in de grote ruimte bevinden zich links onder vrouwengalerij zeven ramen (vijf langwerpig, twee vierkant), ook uit het atelier van Bogtman. Deze ramen stellen de zeven dagen van de schepping voor. Zowel de vijfde als de zesde dag hebben dieren als onderwerp. Bij de vijfde zijn het vissen en vogels, bij de zesde dag zijn het een leeuw, een ree en een konijn boven een groene slang. Omdat mensen niet mogen worden afgebeeld verwijst onder meer de slang wel naar de mens. Op de eerste verdieping, de vrouwengalerij is sprake van in totaal zeven langwerpige ramen voorzien van glas in lood met organische, kwalachtige motieven, karakteristiek voor atelier Bogtman. Deze ramen zijn overigens pas in 1937 aangebracht, toen de koorgalerij op de tweede verdieping werd vervangen door een tweede vrouwengalerij. De eerste vrouwengalerij werd zonder ramen vermoedelijk te donker. Op historische foto's (hier opgenomen) is de ruimte met koorgalerij nog te zien.
De overgang van de vrij donkere vestibule en de eveneens vrij donkere en lage corridor onder de vrouwengalerij naar de grote hoge en feestelijke ruimte van de synagoge zelf, is spectaculair te noemen. Deze herinnert aan het effect in gebouwen van Frank Lloyd Wright, onder meer in zijn Unity Temple in Chicago. In het midden van de ruimte van de synagoge bevindt zich de bima, hier vindt de lezing van de Thora plaats. In de zuidoostelijke zijmuur - in de richting van Jeruzalem - bevindt de aron, waarin de Thorarollen worden bewaard. De bima en de deuren zijn van coromandelhout gemaakt. De voorhangsels zijn van de hand van Leo Pinkhof. De aron bevindt zich in een paraboolvormige nis, die tot driekwart van de plafondhoogte reikte. Deze nis is bekleed met zwart marmer. Dit marmer is ook op veel andere plaatsen in de synagoge terug te vinden. Drie verticale glas-in-loodramen volgen doorlopend de gehele welving van de nis. Zij tonen steeds het zelfde vrij abstracte motief van een opvliegende vogel.
De vrouwengalerij boven de ingang wordt ondersteund door acht met glasmozaïek beklede pilaren. Dit glasmozaïek is ook aangebracht rond de aron. Lambrisering en banken zijn van eikenhout. De in totaal tien langwerpige roodkoperen hanglampen zijn vervaardigd door het Amsterdamse bedrijf Wiener & Co. Vooraan, aan de zijde van de aron, is sprake van een altijd brandende lamp ("neer tamied"), een eeuwig licht zoals zoals het ook ooit in de Tempel in Jeruzalem brandde. Deze is ook van Wiener & Co. Daartegenover bevindt zich een klok van alpaca (imitatiezilver), gemaakt door hetzelfde bedrijf. De tekst op de klok luidt als volgt: "Dit is een geschenk van Jozef Speijer, ter nagedachtenis aan zijn vader Akiva Speijer, bij de inwijding van dit huis op Lag Ba'omer van het jaar 5688". Dit is 1928. Met dank aan Walther Schoonenberg voor de vertaling.
De verfijnde geometrische geometrische patronen op het plafond en de lagergelegen zuilen zijn ook de moeite van het vermelden waard. In de nevenruimtes en andere ruimtes van het gebouw is tenslotte nog dikwijls sprake van glas-in-loodramen of raampjes en speciaal voor de synagoge vervaardigde langwerpige lichtbakken.
Recent developmentsNa de oorlog werd de synagoge gerestaureerd door de vroegere medewerker van Elte, Kees van der Wilk. Sinds 1969 gingen in het interieur vele ornamenten schuil achter verf of stucwerk. Nadat het gebouw in 1996 als rijksmonument was aangewezen, volgde een uitgebreide restauratie onder leiding van het ingenieursbureau IPR Normag uit Haarlem. Deze restauratie was hard nodig. Het glas hing uit het lood en de muren dreigden in te storten. De roestende ankers in de muren maakten de situatie gevaarlijk. Door lekkages sijpelde het water langs de muren. De gevels, daken en de gebrandschilderde ramen werden toen hersteld en de ornamenten weer ontdaan van de stuc- en verflagen. Op 14 december 1997 werd de synagoge opnieuw gewijd en vernoemd naar de vroegere opperrabbijn Aaron Schuster (1907-1994).
Sources
Ilja Meijer, 'Art deco in het zuiden van Mokum'. In: Kerkinterieurs in Nederland (Wbooks, 2016) 338-341.
Menno Jonker, Floris Leeuwenberg, Alice Roegholt, De Amsterdamse School. Verbeelde idealen (Museum Het Schip, 2011).
Submitted by Gert-Jan Lobbes
Professional or personal relationHoewel één van de mooiste religieuze gebouwen in Nederland en terecht opgenomen in het lijvige boek Kerkinterieurs in Nederland, is het gebouw zelden voor het grote publiek geopend. Tijdens Open Monumentendag op 9 september 2018 gingen de deuren eindelijk een paar uur open en de mensen stroomden in groten getale toe. Als rondleider had ik meteen de gelegenheid foto's te nemen.
Related objects