Details
Name
Tuinderswoning (vm), Niekerk
Number of images: 20
IntroductionDeze bijzondere woning is van de architect Reitsema, die vooral in deze regio gebouwen heeft ontworpen.
AddressHoofdstraat 23
Postal code(s)9972 PA
PlaceNiekerk de Marne
CountryNederland
Creator Willem Reitsema Tzn (Architect)
Production date1929
Current conditionDeels uitgebreid of vernieuwd (nieuwbouw)
Client H. Zijlma
Current ownerParticuliere eigenaar
Original usageWoonhuis (vrijstaand)
Current usageWoonhuis (vrijstaand)
Object typeRijksmonument, Gebouw
Monument number509480
BackgroundDit woonhuis ten noorden van Niekerk aan de weg naar Ulrum werd in 1929 gebouwd naar ontwerp van Willem Reitsema in opdracht van Hindrik Zijlma. Het huis was bestemd voor zijn dochter Itje Zijlma, die begin 1930 trouwde met de kweker Bernard Ennes. Achter het huis ligt 1,5 hectare grond, dat tijdens het functioneren van de kwekerij gedeeltelijk met kassen was bebouwd. Het ging om vier druivenkassen. Verder was er een grote boomgaard en bouwland voor groenteteelt.
Pouwel Kweekman (what's in a name), zoon van een kweker uit Usquert, nam het bedrijf in 1935 over. Hij verkocht het in 1957. Vermoedelijk was hij de laatste kweker die in het huis gewoond heeft, maar het zou kunnen dat kassen en bouwland na 1957 nog zijn verhuurd/verpacht. De kassen zijn naar verluidt begin jaren zeventig verdwenen. Vandaag de dag herinnert alleen de schoorsteen nog aan het kwekersbedrijf. Deze schoorsteen is, net als het woonhuis, rijksmonument.
Het woonhuis is een rijksmonument als goede representant van het oeuvre van de regionale architect W. Reitsema; vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur; vanwege de expressieve vormgeving; vanwege de bijzondere ringbalkconstructie; vanwege de ruimtelijke samenhang met de verderop gelegen boerderij; vanwege de beeldbepalende, open ligging nabij de bocht van de weg. De schoorsteen is rijksmonument vanwege de hoge mate van gaafheid; de functionele relatie met de tuinderswoning, evenals de opvallende ligging bij de bocht van de weg.
Pouwel Kweekman (what's in a name), zoon van een kweker uit Usquert, nam het bedrijf in 1935 over. Hij verkocht het in 1957. Vermoedelijk was hij de laatste kweker die in het huis gewoond heeft, maar het zou kunnen dat kassen en bouwland na 1957 nog zijn verhuurd/verpacht. De kassen zijn naar verluidt begin jaren zeventig verdwenen. Vandaag de dag herinnert alleen de schoorsteen nog aan het kwekersbedrijf. Deze schoorsteen is, net als het woonhuis, rijksmonument.
Het woonhuis is een rijksmonument als goede representant van het oeuvre van de regionale architect W. Reitsema; vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur; vanwege de expressieve vormgeving; vanwege de bijzondere ringbalkconstructie; vanwege de ruimtelijke samenhang met de verderop gelegen boerderij; vanwege de beeldbepalende, open ligging nabij de bocht van de weg. De schoorsteen is rijksmonument vanwege de hoge mate van gaafheid; de functionele relatie met de tuinderswoning, evenals de opvallende ligging bij de bocht van de weg.
DescriptionOnderstaande beschrijving is een verkorte versie van de beschrijving in het monumentenregister en is op een aantal plaatsen aangevuld door de huidige bewoner.
Het woonhuis is opgetrokken uit rode geruwde baksteen op een gesinterd trasraam dat eindigt ter hoogte van de vensterdorpels. De op een rechthoekige plattegrond gebouwde woning heeft een zadeldak, gedekt met een rode tuile du nord pannen. De gevels worden van het dak gescheiden door een rechthoekige goot aan een houten overstek. Op het dak prijken twee gemetselde schoorstenen en op het noordelijke dakvlak een dakkapel met samengesteld venster met drie glas-in-loodramen. Aan de noordgevel is een garage gebouwd. De deur van de garage heeft, net als de rest van het huis, inmiddels weer de oorspronkelijke kleurstelling. De verticale bies is nu weer rood.
De deels onderkelderde woning heeft horizontaal gerichte houten vensters met een zijlicht met glas-in-loodstrips en onderdorpels van gesinterde baksteen. De benedenvensters worden afgesloten door een gepleisterde band (ringbalk) die doorloopt over de hele gevel.
De voorgevel (oostgevel) is symmetrisch en in spiegelbeeld ingedeeld: op de begane grond twee vensters en in de topgevel twee vensters. Vier horizontale betonnen balkjes in de kleuren zwart, rood, groen en grijs, boven elkaar, scheiden de benedenvensters. Een doorgetrokken topschoorsteen scheidt de bovenvensters. Deze worden aan de onderzijde geaccentueerd door een houten bloembak met zinken binnenbak op twee bij twee geplaatste betonnen steunen en aan de bovenzijde door naar voren stekende gepleisterde banden. Zowel bloembakken als banden omsluiten deels de vensters. In de voorgevel bevinden zich twee smeedijzeren sierankers, waarvan één op de doorgetrokken schoorsteen. Bovenaan de schoorsteen is een smeedijzeren bliksemafleider bevestigd. De voorgevel wordt bijna over de hele breedte in beslag genomen door een lage gemetselde bloembak.
Zowel de zuid- als de noordgevel hebben twee vensters waarvan één op de hoek met de voorgevel, ervan gescheiden door een gepleisterde bies. Midden in de noordgevel bevindt zich de entree, bestaande uit een lage, ruime gemetselde stoep van gesinterde baksteen, met een gemetselde bloembak aan de zijkant, een houten deur met achtruits deurlichten en een wit gelakte verticale bies over bijna de hele deurlengte. Boven de deur een stevige betonnen luifel. Naast de entree een uitgebouwd privaat onder een plat dak met een smal drieruits venster.
In de topgevel van de westgevel bevinden zich een venster en een deur, onder een gepleisterde latei.
Achter de woning bevindt zich een platte aanbouw, één bouwlaag hoog, met in de achtergevel drie horizontaal gerichte ijzeren zesruits vensters, waarin zich de voormalige opslagruimte bevindt.
Rechts van de woning staat een garage op rechthoekige plattegrond met gesinterd bakstenen trasraam, onder een zadeldak, gedekt met rode tuile du nord pannen. De garagedeur bestaat uit drie delen met op het linker en rechter deel een verticale rode bies. Aan de voorzijde (oostgevel) bevinden zich dubbele houten garagedeuren, in de zijgevel (noord) drie ijzeren zesruits vensters en in de achtergevel een zesruits venster met een deur. Net als bij het woonhuis worden deuren en ramen afgesloten door een brede doorlopende gepleisterde band.
Achter de woning staat een hoge schoorsteen uit omstreeks 1929, die vroeger de kassen verwarmde. De pijp is opgemetseld uit een rode trapeziumvormige klinkersteen en heeft een basis van gesinterde baksteen. De pijp wordt naar boven toe smaller en heeft bovenin uitspringende baksteenbanden. De basis wordt ingesnoerd door twee ijzeren banden en aan één zijde van de schoorsteen zijn van beneden naar boven ijzeren steunen in de gevel bevestigd om ertegen op te kunnen klimmen. De schoorsteen is in 2009 gerestaureerd. Daarbij zijn er extra ijzeren banden toegevoegd met het oog op de stevigheid van de schoorsteen. Het toevoegen van ijzeren banden is gebruikelijk en noodzakelijk als schoorstenen ouder worden.
Een enigszins vergelijkbaar woonhuis als de tuinderswoning, zij het op kleinere schaal, zou Reitsema in 1934 ontwerpen voor de Plantsoenweg 11 te Sauwerd. Ook daar is sprake van horizontale betonnen balkjes tussen de ramen van de begane grond en vensters op de verdieping waaronder betonnen steunen waarop bloembakken zijn aangebracht. Dat huis is momenteel minder kleurig van uiterlijk, maar dit kan gewijzigd worden.
Het woonhuis is opgetrokken uit rode geruwde baksteen op een gesinterd trasraam dat eindigt ter hoogte van de vensterdorpels. De op een rechthoekige plattegrond gebouwde woning heeft een zadeldak, gedekt met een rode tuile du nord pannen. De gevels worden van het dak gescheiden door een rechthoekige goot aan een houten overstek. Op het dak prijken twee gemetselde schoorstenen en op het noordelijke dakvlak een dakkapel met samengesteld venster met drie glas-in-loodramen. Aan de noordgevel is een garage gebouwd. De deur van de garage heeft, net als de rest van het huis, inmiddels weer de oorspronkelijke kleurstelling. De verticale bies is nu weer rood.
De deels onderkelderde woning heeft horizontaal gerichte houten vensters met een zijlicht met glas-in-loodstrips en onderdorpels van gesinterde baksteen. De benedenvensters worden afgesloten door een gepleisterde band (ringbalk) die doorloopt over de hele gevel.
De voorgevel (oostgevel) is symmetrisch en in spiegelbeeld ingedeeld: op de begane grond twee vensters en in de topgevel twee vensters. Vier horizontale betonnen balkjes in de kleuren zwart, rood, groen en grijs, boven elkaar, scheiden de benedenvensters. Een doorgetrokken topschoorsteen scheidt de bovenvensters. Deze worden aan de onderzijde geaccentueerd door een houten bloembak met zinken binnenbak op twee bij twee geplaatste betonnen steunen en aan de bovenzijde door naar voren stekende gepleisterde banden. Zowel bloembakken als banden omsluiten deels de vensters. In de voorgevel bevinden zich twee smeedijzeren sierankers, waarvan één op de doorgetrokken schoorsteen. Bovenaan de schoorsteen is een smeedijzeren bliksemafleider bevestigd. De voorgevel wordt bijna over de hele breedte in beslag genomen door een lage gemetselde bloembak.
Zowel de zuid- als de noordgevel hebben twee vensters waarvan één op de hoek met de voorgevel, ervan gescheiden door een gepleisterde bies. Midden in de noordgevel bevindt zich de entree, bestaande uit een lage, ruime gemetselde stoep van gesinterde baksteen, met een gemetselde bloembak aan de zijkant, een houten deur met achtruits deurlichten en een wit gelakte verticale bies over bijna de hele deurlengte. Boven de deur een stevige betonnen luifel. Naast de entree een uitgebouwd privaat onder een plat dak met een smal drieruits venster.
In de topgevel van de westgevel bevinden zich een venster en een deur, onder een gepleisterde latei.
Achter de woning bevindt zich een platte aanbouw, één bouwlaag hoog, met in de achtergevel drie horizontaal gerichte ijzeren zesruits vensters, waarin zich de voormalige opslagruimte bevindt.
Rechts van de woning staat een garage op rechthoekige plattegrond met gesinterd bakstenen trasraam, onder een zadeldak, gedekt met rode tuile du nord pannen. De garagedeur bestaat uit drie delen met op het linker en rechter deel een verticale rode bies. Aan de voorzijde (oostgevel) bevinden zich dubbele houten garagedeuren, in de zijgevel (noord) drie ijzeren zesruits vensters en in de achtergevel een zesruits venster met een deur. Net als bij het woonhuis worden deuren en ramen afgesloten door een brede doorlopende gepleisterde band.
Achter de woning staat een hoge schoorsteen uit omstreeks 1929, die vroeger de kassen verwarmde. De pijp is opgemetseld uit een rode trapeziumvormige klinkersteen en heeft een basis van gesinterde baksteen. De pijp wordt naar boven toe smaller en heeft bovenin uitspringende baksteenbanden. De basis wordt ingesnoerd door twee ijzeren banden en aan één zijde van de schoorsteen zijn van beneden naar boven ijzeren steunen in de gevel bevestigd om ertegen op te kunnen klimmen. De schoorsteen is in 2009 gerestaureerd. Daarbij zijn er extra ijzeren banden toegevoegd met het oog op de stevigheid van de schoorsteen. Het toevoegen van ijzeren banden is gebruikelijk en noodzakelijk als schoorstenen ouder worden.
Een enigszins vergelijkbaar woonhuis als de tuinderswoning, zij het op kleinere schaal, zou Reitsema in 1934 ontwerpen voor de Plantsoenweg 11 te Sauwerd. Ook daar is sprake van horizontale betonnen balkjes tussen de ramen van de begane grond en vensters op de verdieping waaronder betonnen steunen waarop bloembakken zijn aangebracht. Dat huis is momenteel minder kleurig van uiterlijk, maar dit kan gewijzigd worden.
InteriorHet interieur is gedeeltelijk gaaf bewaard en hersteld. De houten trap in de hal heeft art deco motieven, er is sprake van gekleurd glas in lood en een plafondreliëf in het trappenhuis, evenals een balkenplafond in de en-suite woonkamer. Een trap met overeenkomstige motieven bevindt zich in het voorhuis van een boerderij te Hornhuizen, door Reitsema in 1937 ontworpen.
Recent developmentsOp foto's die rond 2008 zijn gemaakt voor de biografie over Reitsema is het huis nog in de kleurstelling te zien, die het jarenlang heeft gehad: wit met hier en daar donkergroen. Het huis is in 2009 door de toenmalige eigenaar grondig gerestaureerd, waarbij oorspronkelijke elementen weer zijn hersteld, zoals de balkenplafonds die verstopt zaten achter gipsplaten. De elektrische garagedeur is vervangen door een nieuwe driedelige garagedeur, conform de oorspronkelijke bouwtekening en oude foto’s. Ook de oorspronkelijke kleuren zijn op basis van kleurenonderzoek teruggebracht, zowel binnen als buiten.
In mei 2020 is het pand in de verkoop gezet en in november 2020 verkocht.
In mei 2020 is het pand in de verkoop gezet en in november 2020 verkocht.
Sources
Bertus Fennema, Annelike Brinkman, Henk Bolt, Willem Reitsema (1885-1963). Architect op het Hogeland (Uitgeverij Noordboek, 2008).
Submitted by Gert-Jan Lobbes
Professional or personal relationEen prachtig pand van Reitsema, schitterend gelegen. Ik dank de huidige bewoner voor zijn enthousiaste rondleiding en de mogelijkheid om foto's van het interieur te publiceren, evenals waardevolle aanvullingen op de tekst en historische foto's.
Related objects