Details
Naam
Dirk Slothouwer

Aantal afbeeldingen: 1
IntroductieGeen uitgesproken Amsterdamse School architect, maar zijn spaarzame bouwwerken hebben een eigen karakter.
NaamDirk Frederik Slothouwer
GeborenMajong, Java 1884
GestorvenDen Haag 1946
Beroep(en)Architect
BiografieDirk Frederik Slothouwer werd op 5 november 1884 geboren te Majong op Java, alwaar zijn vader (Gerardus Slothouwer) suikerfabrikant was. Na de dood van zijn moeder in 1887, stuurde de vader zijn beide kinderen naar Nederland, naar de ouders van zijn overleden vrouw. Zo groeide Dirk op, bij zijn grootouders in Amsterdam, waar hij na de lagere school de vijfjarige HBS doorliep.
Vervolgens studeerde Slothouwer bouwkunde aan de Polytechnische School
in Delft. In 1905 was hij een van de slechts drie bouwkundig ingenieurs die aan de, inmiddels tot Technische Hogeschool omgedoopte, opleiding afstudeerde. Na zijn studie was Slothouwer op verschillende architectenbureaus werkzaam, voordat hij zich als zelfstandig architect vestigde. In Amsterdam werkte hij korte tijd
voor Jan Springer, de architect van onder meer de Stadsschouwburg,
waarna hij in dienst kwam bij Johan Hanrath, de man van de prachtige villa’s en grote landhuizen in Hilversum.
Vanaf midden 1907 was Slothouwer aangesteld als tekenaar bij het bouwbureau van Van der Steur voor het Vredespaleis in Den Haag. Van der Steur zou later de promotor van Slothouwer worden, toen hij in 1924 als eerste promovendus van de afdeling Bouwkunde de doctorstitel verwierf. Vlak na zijn afstuderen nam Slothouwer in 1906 voor het eerst deel aan de prijsvraag voor de Prix de Rome, de nog altijd bestaande, prestigieuze prijs voor architecten. Zijn ontwerp haalde het niet, maar dat belette hem niet om drie jaar later opnieuw naar de prijs te dingen. Dat ontwerp werd positief beoordeeld door de jury en hij won de begeerde gouden medaille. Door het winnen van de Prix de Rome was de aandacht op Slothouwer gevestigd. Zijn bekroond ontwerp werd zowel in Amsterdam, Den Haag als Rotterdam tentoongesteld.
De Prix de Rome stelde Slothouwer in de gelegenheid heid enkele jaren door Europa te reizen. Het doel van de prijs was namelijk om de winnaar in staat te stellen om zijn esthetisch gevoel te verfijnen door de bestudering van belangrijke buitenlandse architectonische meesterwerken. Slothouwer, die een grote belangstelling voor Griekse cultuur en bouwkunst had, reisde vervolgens drie jaar lang door Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Griekenland en Egypte. Hij maakte veel reisschetsen en opmetingstekeningen, onder andere van kerken en kastelen in Denemarken en van Italiaanse palazzi. De verslagen, brieven en tekeningen van zijn reizen zijn bewaard gebleven en geven een indruk van de ervaringen en interesses van de jonge Slothouwer. Hij was vooral diep onder de indruk van de laatmiddeleeuwse en vroegrenaissancistische bouwwerken in Italië.
Slothouwer verbleef ook een aantal maanden in Denemarken en liet in zijn verslagen een grote belangstelling blijken voor de wijze waarop de Nederlanders hun cultuur in Denemarken hadden weten te verspreiden. Het zou uiteindelijk leiden tot zijn proefschrift over de Nederlandse renaissance in Denemarken. Waarschijnlijk leerde hij tijdens zijn verblijf in Denemarken zijn echtgenote kennen, Mary
Constance Caroline Hecksher, met wie hij in 1914 in Kopenhagen in het huwelijk trad. Ze kregen een zoon en een dochter: Dirk in 1915 en Ingeborg Marie in 1920.
Rond 1913 vestigde Slothouwer zich als zelfstandig architect in Amsterdam en ontwierp in de jaren daarna diverse kantoren, particuliere huizen, bankgebouwen en woningbouwcomplexen. Onder andere ook de gevel van de Sociëteit De Groote Club op de hoek van de Paleisstraat en de Kalverstraat (in 1914 gereed). Vanuit de sociëteit zouden op 7 mei 1945 Duitse soldaten het vuur openen op een menigte op de Dam, waarbij enkele tientallen mensen om het leven kwamen.
In 1921 kreeg Dirk Slothouwer opdracht van de Amsterdamsche Cooperatieve Woningvereeniging "Samenwerking" B.A.voor de bouw van een blok aan de Banstraat-Frans van Mierisstraat n Amsterdam Zuid. Samenwerking werkte tot dan toe met Van Epen en Lippitz, wat precies de keuze voor Slothouwer heeft bepaald is onbekend. Slothouwer had op dat moment nog niet zo heel veel gebouwd. Als architectuurcriticus genoot hij toen waarschijnlijk meer bekendheid dan als
architect. Zijn enige bijdrage aan Plan Zuid was op dat moment een bescheiden blok van 76 etagewoningen aan de Waverstraat-Vechtstraat. Zijn ontwerp voor de Banstraat viel in goede aarde bij het bestuur van Samenwerking en in 1923 werd het opgeleverd.
Er is verder niet heel veel bekend over leven en werk van Dirk Slothouwer. We weten dat onder zijn leiding de Domkerk in Utrecht (van 1921 tot 1938) werd gerestaureerd. En dat hij tevens was betrokken bij de restauratie van Kasteel De Wiersse in de Achterhoek, tussen 1921 en 1925. Hij promoveerde in 1924 aan de Technische Hogeschool in Delft. Zijn proefschrift ging over Nederlandse renaissancebouwkunst in Denemarken. Twee jaar later werd hij in Delft benoemd tot hoogleraar in de architectonische vormleer en de geschiedenis der bouwkunst.
Die functie behield hij tot 1946. Hij publiceerde in verschillende tijdschriften artikelen over de architectuur in Italië en Scandinavië. En bij uitgeverij Van Campen
verscheen van hem in 1928 'Amsterdamsche huizen 1600-1800'. Hij had een internationale oriëntatie, zo blijkt uit de lijst met functies die hij in allerlei buitenlandse comités vervulde en de vele onderscheidingen die hem ten deel
vielen, onder andere in Tsjechoslowakije, Zweden en Denemarken.
In 1936, op 52-jarige leeftijd, verhuisde Slothouwer van Amsterdam (waar hij op het laatst in de P.C. Hooftstraat woonde, op nummer 143) naar het Lange Voorhout 30 in Den Haag. Zijn belangrijkste liefhebberijen waren etsen en muziek. Zijn woning in Den Haag vormde dan ook dikwijls het centrum van vooraanstaande musici.
Dirk Slothouwer werd 62 jaar; hij overleed op 3 december 1946.
Jan Gratama karakteriseerde in 1911 de tekeningen die Slothouwer tijdens zijn Prix de Rome-reis maakte, als volgt: ‘Er spreekt een zekere voorname houding uit deze teekeningen; een houding, die niet direct wijst op ernstige, minutieuse bestudeering, maar toch geenszins deze uitsluit; een houding, die meer spreekt van van een elegant, artistiek en betrekkelijk groot zien van architectuur, zoodat de teekeningen wel verre van het moeizame van vele studie-teekeningen te bezitten, de plezierige indruk wekken dat de maker op aangename wijze werkt, en, rustig zichzelf blijvend, de groote schoonheden der bewonderde monumenten beschouwt en geniet.’ Van Bergeijk, die schreef over Slothouwers Prix de Rome-reis, concludeerde: ‘Zijn blik was meer die van een schilder dan van een architect in traditionele zin.’
Bovenstaande tekst is vrijwel geheel ontleend aan het hieronder genoemde artikel van Leo Pauw.
Literatuur:
Bergeijk, H. van. Zijn we niet allen verheugd als we weer een nieuwe reis kunnen beginnen? D.F. Slothouwer en zijn Prix de Rome reis. Bulletin
KNOB: Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, 111 (2012-4), 211-220.
Pauw, Leo. Dirk Slothouwer (1884-1946). De architecten van Samenwerking. In: SAMEN, Amsterdamsche Cooperatieve Woningvereeniging "Samenwerking" B.A.
Maart 2025, 16-23.
Vervolgens studeerde Slothouwer bouwkunde aan de Polytechnische School
in Delft. In 1905 was hij een van de slechts drie bouwkundig ingenieurs die aan de, inmiddels tot Technische Hogeschool omgedoopte, opleiding afstudeerde. Na zijn studie was Slothouwer op verschillende architectenbureaus werkzaam, voordat hij zich als zelfstandig architect vestigde. In Amsterdam werkte hij korte tijd
voor Jan Springer, de architect van onder meer de Stadsschouwburg,
waarna hij in dienst kwam bij Johan Hanrath, de man van de prachtige villa’s en grote landhuizen in Hilversum.
Vanaf midden 1907 was Slothouwer aangesteld als tekenaar bij het bouwbureau van Van der Steur voor het Vredespaleis in Den Haag. Van der Steur zou later de promotor van Slothouwer worden, toen hij in 1924 als eerste promovendus van de afdeling Bouwkunde de doctorstitel verwierf. Vlak na zijn afstuderen nam Slothouwer in 1906 voor het eerst deel aan de prijsvraag voor de Prix de Rome, de nog altijd bestaande, prestigieuze prijs voor architecten. Zijn ontwerp haalde het niet, maar dat belette hem niet om drie jaar later opnieuw naar de prijs te dingen. Dat ontwerp werd positief beoordeeld door de jury en hij won de begeerde gouden medaille. Door het winnen van de Prix de Rome was de aandacht op Slothouwer gevestigd. Zijn bekroond ontwerp werd zowel in Amsterdam, Den Haag als Rotterdam tentoongesteld.
De Prix de Rome stelde Slothouwer in de gelegenheid heid enkele jaren door Europa te reizen. Het doel van de prijs was namelijk om de winnaar in staat te stellen om zijn esthetisch gevoel te verfijnen door de bestudering van belangrijke buitenlandse architectonische meesterwerken. Slothouwer, die een grote belangstelling voor Griekse cultuur en bouwkunst had, reisde vervolgens drie jaar lang door Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Griekenland en Egypte. Hij maakte veel reisschetsen en opmetingstekeningen, onder andere van kerken en kastelen in Denemarken en van Italiaanse palazzi. De verslagen, brieven en tekeningen van zijn reizen zijn bewaard gebleven en geven een indruk van de ervaringen en interesses van de jonge Slothouwer. Hij was vooral diep onder de indruk van de laatmiddeleeuwse en vroegrenaissancistische bouwwerken in Italië.
Slothouwer verbleef ook een aantal maanden in Denemarken en liet in zijn verslagen een grote belangstelling blijken voor de wijze waarop de Nederlanders hun cultuur in Denemarken hadden weten te verspreiden. Het zou uiteindelijk leiden tot zijn proefschrift over de Nederlandse renaissance in Denemarken. Waarschijnlijk leerde hij tijdens zijn verblijf in Denemarken zijn echtgenote kennen, Mary
Constance Caroline Hecksher, met wie hij in 1914 in Kopenhagen in het huwelijk trad. Ze kregen een zoon en een dochter: Dirk in 1915 en Ingeborg Marie in 1920.
Rond 1913 vestigde Slothouwer zich als zelfstandig architect in Amsterdam en ontwierp in de jaren daarna diverse kantoren, particuliere huizen, bankgebouwen en woningbouwcomplexen. Onder andere ook de gevel van de Sociëteit De Groote Club op de hoek van de Paleisstraat en de Kalverstraat (in 1914 gereed). Vanuit de sociëteit zouden op 7 mei 1945 Duitse soldaten het vuur openen op een menigte op de Dam, waarbij enkele tientallen mensen om het leven kwamen.
In 1921 kreeg Dirk Slothouwer opdracht van de Amsterdamsche Cooperatieve Woningvereeniging "Samenwerking" B.A.voor de bouw van een blok aan de Banstraat-Frans van Mierisstraat n Amsterdam Zuid. Samenwerking werkte tot dan toe met Van Epen en Lippitz, wat precies de keuze voor Slothouwer heeft bepaald is onbekend. Slothouwer had op dat moment nog niet zo heel veel gebouwd. Als architectuurcriticus genoot hij toen waarschijnlijk meer bekendheid dan als
architect. Zijn enige bijdrage aan Plan Zuid was op dat moment een bescheiden blok van 76 etagewoningen aan de Waverstraat-Vechtstraat. Zijn ontwerp voor de Banstraat viel in goede aarde bij het bestuur van Samenwerking en in 1923 werd het opgeleverd.
Er is verder niet heel veel bekend over leven en werk van Dirk Slothouwer. We weten dat onder zijn leiding de Domkerk in Utrecht (van 1921 tot 1938) werd gerestaureerd. En dat hij tevens was betrokken bij de restauratie van Kasteel De Wiersse in de Achterhoek, tussen 1921 en 1925. Hij promoveerde in 1924 aan de Technische Hogeschool in Delft. Zijn proefschrift ging over Nederlandse renaissancebouwkunst in Denemarken. Twee jaar later werd hij in Delft benoemd tot hoogleraar in de architectonische vormleer en de geschiedenis der bouwkunst.
Die functie behield hij tot 1946. Hij publiceerde in verschillende tijdschriften artikelen over de architectuur in Italië en Scandinavië. En bij uitgeverij Van Campen
verscheen van hem in 1928 'Amsterdamsche huizen 1600-1800'. Hij had een internationale oriëntatie, zo blijkt uit de lijst met functies die hij in allerlei buitenlandse comités vervulde en de vele onderscheidingen die hem ten deel
vielen, onder andere in Tsjechoslowakije, Zweden en Denemarken.
In 1936, op 52-jarige leeftijd, verhuisde Slothouwer van Amsterdam (waar hij op het laatst in de P.C. Hooftstraat woonde, op nummer 143) naar het Lange Voorhout 30 in Den Haag. Zijn belangrijkste liefhebberijen waren etsen en muziek. Zijn woning in Den Haag vormde dan ook dikwijls het centrum van vooraanstaande musici.
Dirk Slothouwer werd 62 jaar; hij overleed op 3 december 1946.
Jan Gratama karakteriseerde in 1911 de tekeningen die Slothouwer tijdens zijn Prix de Rome-reis maakte, als volgt: ‘Er spreekt een zekere voorname houding uit deze teekeningen; een houding, die niet direct wijst op ernstige, minutieuse bestudeering, maar toch geenszins deze uitsluit; een houding, die meer spreekt van van een elegant, artistiek en betrekkelijk groot zien van architectuur, zoodat de teekeningen wel verre van het moeizame van vele studie-teekeningen te bezitten, de plezierige indruk wekken dat de maker op aangename wijze werkt, en, rustig zichzelf blijvend, de groote schoonheden der bewonderde monumenten beschouwt en geniet.’ Van Bergeijk, die schreef over Slothouwers Prix de Rome-reis, concludeerde: ‘Zijn blik was meer die van een schilder dan van een architect in traditionele zin.’
Bovenstaande tekst is vrijwel geheel ontleend aan het hieronder genoemde artikel van Leo Pauw.
Literatuur:
Bergeijk, H. van. Zijn we niet allen verheugd als we weer een nieuwe reis kunnen beginnen? D.F. Slothouwer en zijn Prix de Rome reis. Bulletin
KNOB: Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, 111 (2012-4), 211-220.
Pauw, Leo. Dirk Slothouwer (1884-1946). De architecten van Samenwerking. In: SAMEN, Amsterdamsche Cooperatieve Woningvereeniging "Samenwerking" B.A.
Maart 2025, 16-23.
Gerelateerde personen
Gerelateerde objecten