Details
Naam
Barend van den Nieuwen Amstel jr
Aantal afbeeldingen: 7
NaamBarend Nieuwen Amstel
GeborenAmsterdam 31-05-1883
GestorvenAmsterdam 21-09-1957
Beroep(en)Architect
BiografieBarend van den Nieuwen Amstel jr. (1883-1957) was een architect die zelfstandig actief was tussen 1920 en 1933. Hij bouwde voornamelijk woningen, zowel voor arbeiders als voor hogere klassen. Door zijn zeer korte actieve periode is zijn oeuvre ook klein gebleven. Er is niet veel bekend over Van den Nieuwen Amstel en er is weinig over hem geschreven, zowel in historische als hedendaagse vakliteratuur. Gezien twee bijzondere gebouwen van zijn hand, beide tot rijksmonument aangewezen, is dit enigszins verwonderlijk.
Barend van den Nieuwen Amstel jr. is geboren te Amsterdam op 31 mei 1883 als vijfde kind in een gezin van zeven. Zijn vader, Barend sr. was leerlooiersknecht. Zijn moeder was Maria Kersch. Zij woonden in de Bilderdijkstraat 3. Van den Nieuwen Amstel volgde de Ambachtschool en de Industrieschool van de Maatschappij voor de werkende stand.
Hoewel zijn feitelijke carrière pas later zou beginnen, werd Van den Nieuwen Amstel al in 1907 lid van het genootschap Architectura et Amicitia. Het was 1920 toen hij zijn eerste zelfstandige opdracht kreeg. In de tussentijd werkte Van den Nieuwen Amstel bij de bureaus van Foeke Kuipers, Paul Hamesse te Brussel, F.W.M. Poggenbeek, Tjeerd Kuipers, Gerrit van Arkel en F.A. Warners. Bij dit laatste bureau werkte Van den Nieuwen Amstel tussen 1914 en 1920. Dit was een zeer productief bureau dat vooral vernieuwend was in appartementenflats voor midden en hogere klassen.
In 1918 treedt hij in het huwelijk met Antje Pastoor. Ook deed Van den Nieuwen Amstel mee aan prijsvragen, met welke hij enkele prijzen won. In 1910 won hij een prijsvraag voor een badhotel onder het motto “Neptunus” (ontwerp 1909), dat werd verkozen boven het ontwerp van Michel de Klerk en in 1912 won hij een zilveren medaille en f10,- voor het ontwerp van een bioscooptheater onder het motto “Feestgebouw”. Eerste werd hier Jan Molenschot.
Ondanks zijn lidmaatschap van A&A doet Van den Nieuwen Amstel zelden mee aan extra commissies of activiteiten, hoewel hij in 1922, als zijn carrière op gang begint te komen, wel wordt geselecteerd als afgevaardigd lid. Uit een korte afscheidsmemo in het tijdschrift Architectura uit 1911 kunnen we opmaken dat Van den Nieuwen Amstel een reis heeft gemaakt naar Buenos Aires.
Het eerste project dat Van den Nieuwen Amstel zelfstandig bouwt, is een villa in Baarn. Hij is dan 37 jaar, maar zijn carrière komt al snel in een stroomversnelling. In 13 jaar zou hij een aardig aantal woningbouwblokken ontwerpen.
Samenwerking
De belangrijkste opdrachten die Van den Nieuwen Amstel zou bouwen waren voor de Amsterdamsche Woningbouwcooperatie (AWC) Samenwerking, welke was opgericht voor hoger opgeleide gemeenteambtenaren: Het Rode Blok (1925) en het Nieuwe Huis (1928). De woningen waren bedoeld voor de gegoede middenklasse, getuige de ruime vier- en vijfkamer appartementen in het Rode Blok. Het Nieuwe Huis was een initiatief van een gelijknamige coöperatieve vereniging van alleenstaanden, dat voor de bouw van een appartementenflat de hulp van Samenwerking had gezocht. Het werd een flat met 188 appartementen zonder keuken voor vrijgezellen. Hoewel er al eerder enkele van dergelijke appartementencomplexen waren gebouwd, was Het Nieuwe Huis uniek omdat het om zowel mannen als vrouwen ging. De opdracht voor beide gebouwen kreeg Van den Nieuwen Amstel min of meer door toeval. Beide opdrachten waren al eerder aan J.C. van Epen gegund, maar doordat zijn ontwerpen door de schoonheidscommissie werden afgekeurd en er geen overeenstemming over het te betalen honorarium kwam, vond Samenwerking vervolgens een vervangende architect in Van den Nieuwen Amstel.
Naast de twee projecten voor Samenwerking werd Van den Nieuwen Amstel geselecteerd als één van de architecten die mochten bouwen bij zowel Amstels Bouwvereniging rondom de Vrijheidslaan als in Plan West. De architecten die hier aan meewerkten kunnen worden gerekend als de kern van de Amsterdamse School beweging, hoewel zij over het algemeen slechts de gevels mochten ontwerpen. Van den Nieuwen Amstel bouwde woningen aan respectievelijk het Borssenburgplein (1922) en rond het Jan Maijenplein (1926-1927). Van dit laatste project zou toevalligerwijs één van de blokken de bijnaam Het Bruine Blok krijgen. Hoewel de panden waren uitgevoerd in rode bakstenen, komt de naam van het feit dat het betreffende blok in de jaren ’80 bruin is geschilderd.
In de latere fase van zijn carrière zou van den Nieuwen Amstel werkzaam zijn als docent in het Hoger Bouwkundig Onderwijs. Barend van den Nieuwen Amstel overleed in 1957, kinderloos.
De blokken van Van den Nieuwen Amstel vertonen onderlinge gelijkenissen, waardoor ze voor het geoefende oog te herkennen zijn. Zo is er meestal sprake van een hoge mate van compositorisch gebruik van kleur en prismatische volumes in de vorm van uitstekende erkers en torenvormige volumes. Hiernaast vertonen de ontwerpen vaak veel aandacht voor details als hijsbalken met smeedijzeren versieringen, aandacht voor de roedeverdelingen en orthogonale natuurstenen ornamenten. Anders dan bij veel van zijn tijdgenoten, bleef het gebruik van siermetselwerk vaak beperkt tot enkele sierranden. De hoeken van zijn ontwerpen schuinde hij vaak af, waarbij de ramen zich rondom de hoek vouwen en bij de entree van de blokken liet hij vaak de hoeken afronden. Het Nieuwe Huis vormt enigszins een uitzondering binnen zijn oeuvre. Hoewel er hier ook sprake is van een uitzonderlijke en monumentale compositie, gebruikte hij hier meer cilindervormige dan prismatische volumes. Ook komen de uitgesproken lijnen van de betonranden in zijn overige werk niet voor.
Lijst van Werken
Villa Baarn (1920-1921)
Woningen Borssenburgplein 1 (1922)
Woningen Borssenburgplein 2 (1922)
Kantoor Prinsengracht (1924-1925)
Woningen Churchill-laan / Waalstraat (1925)
Het Rode Blok (1925-1926)
Het Bruine Blok (1926-1927)
Landhuis Beethovenlaan Hilversum (1927)
Woningen Cornelis Trooststraat (1927)
Woningen Churchill-laan 2 (1927-1928)
Verbouwing pand Keizersgracht (1927)
Woningen Witte de Withstraat (1928)
Het Nieuwe Huis (1928)
Woningen Biesboschstraat (1929)
Woningen Baarsjesweg (1929)
Woningen Roerstraat (1929)
Woningen Middenweg (1932)
Landhuis Westerduinweg Aerdenhout (1933)
Woningen Galileïplantsoen (1933)
Barend van den Nieuwen Amstel jr. is geboren te Amsterdam op 31 mei 1883 als vijfde kind in een gezin van zeven. Zijn vader, Barend sr. was leerlooiersknecht. Zijn moeder was Maria Kersch. Zij woonden in de Bilderdijkstraat 3. Van den Nieuwen Amstel volgde de Ambachtschool en de Industrieschool van de Maatschappij voor de werkende stand.
Hoewel zijn feitelijke carrière pas later zou beginnen, werd Van den Nieuwen Amstel al in 1907 lid van het genootschap Architectura et Amicitia. Het was 1920 toen hij zijn eerste zelfstandige opdracht kreeg. In de tussentijd werkte Van den Nieuwen Amstel bij de bureaus van Foeke Kuipers, Paul Hamesse te Brussel, F.W.M. Poggenbeek, Tjeerd Kuipers, Gerrit van Arkel en F.A. Warners. Bij dit laatste bureau werkte Van den Nieuwen Amstel tussen 1914 en 1920. Dit was een zeer productief bureau dat vooral vernieuwend was in appartementenflats voor midden en hogere klassen.
In 1918 treedt hij in het huwelijk met Antje Pastoor. Ook deed Van den Nieuwen Amstel mee aan prijsvragen, met welke hij enkele prijzen won. In 1910 won hij een prijsvraag voor een badhotel onder het motto “Neptunus” (ontwerp 1909), dat werd verkozen boven het ontwerp van Michel de Klerk en in 1912 won hij een zilveren medaille en f10,- voor het ontwerp van een bioscooptheater onder het motto “Feestgebouw”. Eerste werd hier Jan Molenschot.
Ondanks zijn lidmaatschap van A&A doet Van den Nieuwen Amstel zelden mee aan extra commissies of activiteiten, hoewel hij in 1922, als zijn carrière op gang begint te komen, wel wordt geselecteerd als afgevaardigd lid. Uit een korte afscheidsmemo in het tijdschrift Architectura uit 1911 kunnen we opmaken dat Van den Nieuwen Amstel een reis heeft gemaakt naar Buenos Aires.
Het eerste project dat Van den Nieuwen Amstel zelfstandig bouwt, is een villa in Baarn. Hij is dan 37 jaar, maar zijn carrière komt al snel in een stroomversnelling. In 13 jaar zou hij een aardig aantal woningbouwblokken ontwerpen.
Samenwerking
De belangrijkste opdrachten die Van den Nieuwen Amstel zou bouwen waren voor de Amsterdamsche Woningbouwcooperatie (AWC) Samenwerking, welke was opgericht voor hoger opgeleide gemeenteambtenaren: Het Rode Blok (1925) en het Nieuwe Huis (1928). De woningen waren bedoeld voor de gegoede middenklasse, getuige de ruime vier- en vijfkamer appartementen in het Rode Blok. Het Nieuwe Huis was een initiatief van een gelijknamige coöperatieve vereniging van alleenstaanden, dat voor de bouw van een appartementenflat de hulp van Samenwerking had gezocht. Het werd een flat met 188 appartementen zonder keuken voor vrijgezellen. Hoewel er al eerder enkele van dergelijke appartementencomplexen waren gebouwd, was Het Nieuwe Huis uniek omdat het om zowel mannen als vrouwen ging. De opdracht voor beide gebouwen kreeg Van den Nieuwen Amstel min of meer door toeval. Beide opdrachten waren al eerder aan J.C. van Epen gegund, maar doordat zijn ontwerpen door de schoonheidscommissie werden afgekeurd en er geen overeenstemming over het te betalen honorarium kwam, vond Samenwerking vervolgens een vervangende architect in Van den Nieuwen Amstel.
Naast de twee projecten voor Samenwerking werd Van den Nieuwen Amstel geselecteerd als één van de architecten die mochten bouwen bij zowel Amstels Bouwvereniging rondom de Vrijheidslaan als in Plan West. De architecten die hier aan meewerkten kunnen worden gerekend als de kern van de Amsterdamse School beweging, hoewel zij over het algemeen slechts de gevels mochten ontwerpen. Van den Nieuwen Amstel bouwde woningen aan respectievelijk het Borssenburgplein (1922) en rond het Jan Maijenplein (1926-1927). Van dit laatste project zou toevalligerwijs één van de blokken de bijnaam Het Bruine Blok krijgen. Hoewel de panden waren uitgevoerd in rode bakstenen, komt de naam van het feit dat het betreffende blok in de jaren ’80 bruin is geschilderd.
In de latere fase van zijn carrière zou van den Nieuwen Amstel werkzaam zijn als docent in het Hoger Bouwkundig Onderwijs. Barend van den Nieuwen Amstel overleed in 1957, kinderloos.
De blokken van Van den Nieuwen Amstel vertonen onderlinge gelijkenissen, waardoor ze voor het geoefende oog te herkennen zijn. Zo is er meestal sprake van een hoge mate van compositorisch gebruik van kleur en prismatische volumes in de vorm van uitstekende erkers en torenvormige volumes. Hiernaast vertonen de ontwerpen vaak veel aandacht voor details als hijsbalken met smeedijzeren versieringen, aandacht voor de roedeverdelingen en orthogonale natuurstenen ornamenten. Anders dan bij veel van zijn tijdgenoten, bleef het gebruik van siermetselwerk vaak beperkt tot enkele sierranden. De hoeken van zijn ontwerpen schuinde hij vaak af, waarbij de ramen zich rondom de hoek vouwen en bij de entree van de blokken liet hij vaak de hoeken afronden. Het Nieuwe Huis vormt enigszins een uitzondering binnen zijn oeuvre. Hoewel er hier ook sprake is van een uitzonderlijke en monumentale compositie, gebruikte hij hier meer cilindervormige dan prismatische volumes. Ook komen de uitgesproken lijnen van de betonranden in zijn overige werk niet voor.
Lijst van Werken
Villa Baarn (1920-1921)
Woningen Borssenburgplein 1 (1922)
Woningen Borssenburgplein 2 (1922)
Kantoor Prinsengracht (1924-1925)
Woningen Churchill-laan / Waalstraat (1925)
Het Rode Blok (1925-1926)
Het Bruine Blok (1926-1927)
Landhuis Beethovenlaan Hilversum (1927)
Woningen Cornelis Trooststraat (1927)
Woningen Churchill-laan 2 (1927-1928)
Verbouwing pand Keizersgracht (1927)
Woningen Witte de Withstraat (1928)
Het Nieuwe Huis (1928)
Woningen Biesboschstraat (1929)
Woningen Baarsjesweg (1929)
Woningen Roerstraat (1929)
Woningen Middenweg (1932)
Landhuis Westerduinweg Aerdenhout (1933)
Woningen Galileïplantsoen (1933)
Gerelateerde personen
Gerelateerde objecten