Details
Naam
Elthetokerk (vm), Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 50
IntroductieDeze kerk van Cornelis Kruyswijk was destijds een van de markantste gebouwen in de Indische Buurt, maar is inmiddels helaas gesloopt.
AdresInsulindeweg 964
Postcode(s)1095 DX
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Cornelis Kruyswijk (Architect)
Kees Kuiler (Kunstenaar)
Kees Kuiler (Kunstenaar)
Datum1928 - 1929
Huidige staatGesloopt
OpdrachtgeverHervormde kerk
Oorspronkelijke functieKerk
Type objectGebouw
AchtergrondToen ds. A.G.H. van Hoogenhuyze begin 1912 als predikant der Nederduitsch-Hervormde gemeente zijn intrede deed in Amsterdam, werd hem de toen in aanbouw zijnde Indische buurt als wijk toegewezen. Al snel werd een wijkgebouw neergezet, dat in december 1913 gereed was en de naam "Eltheto" kreeg: "Uw Koninkrijk kome". Vervolgens begon men met het bouwen van scholen. In 1925 werd de eerste Eltheto-school, in de Riouwstraat 64, geopend. Daarna volgden de voorbereidende Eltheto-school, in de Riouwstraat 66 (1927). Vervolgens kwam de tweede Eltheto-school tot stand, op het Boniplein, die in november 1928 werd geopend. Een derde Eltheto-school, aan het einde van de Insulindeweg, zou al snel volgen.
Een nieuwe kerk in plaats van het wijkgebouw kon niet uitblijven. Onder aanvoering van ds. Van Hoogenhuyze werd geld ingezameld “op haast Amerikaansche manier, en in elke geval op angelsaksisch voorbeeld”. Op 1 februari 1924 kwam de eerste gift binnen en ten tijde van de opening was f 150.000 van de in totaal f 182.500, die de bouw kostte, bijeengebracht. Tegen de gevel was op dat moment nog een bord bevestigd waarop te lezen was: "Op deze kerk rust nog een schuld van 29.000 gulden; hier komen dagelijks voorbij 500 wandelaars; wanneer ieder een stuiver in deze bus werpt, is de schuld in 3 jaren afgelost". De opening, in tegenwoordigheid van koningin Wilhelmina en prins Hendrik, vond op 20 september 1929 plaats. Een door koningin en prins ondertekende oorkonde in de kerk herinnerde aan de opening. De tekst ving aan met “Nademaal het klaarlijk Gods bedoeling is dat in Zijne Gemeente plaatsen tot aanbidding van Zijnen heiligen naam zouden zijn, zoo heeft het ons goedgedacht… “
Een nieuwe kerk in plaats van het wijkgebouw kon niet uitblijven. Onder aanvoering van ds. Van Hoogenhuyze werd geld ingezameld “op haast Amerikaansche manier, en in elke geval op angelsaksisch voorbeeld”. Op 1 februari 1924 kwam de eerste gift binnen en ten tijde van de opening was f 150.000 van de in totaal f 182.500, die de bouw kostte, bijeengebracht. Tegen de gevel was op dat moment nog een bord bevestigd waarop te lezen was: "Op deze kerk rust nog een schuld van 29.000 gulden; hier komen dagelijks voorbij 500 wandelaars; wanneer ieder een stuiver in deze bus werpt, is de schuld in 3 jaren afgelost". De opening, in tegenwoordigheid van koningin Wilhelmina en prins Hendrik, vond op 20 september 1929 plaats. Een door koningin en prins ondertekende oorkonde in de kerk herinnerde aan de opening. De tekst ving aan met “Nademaal het klaarlijk Gods bedoeling is dat in Zijne Gemeente plaatsen tot aanbidding van Zijnen heiligen naam zouden zijn, zoo heeft het ons goedgedacht… “
BeschrijvingDe kerk stond op de hoek van de Insulindeweg en Kramatweg, aan het Javaplantsoen, destijds de uiterste noordoostrand van de stad. De Insulindeweg leidde naar het Javaplantsoen en werd pas na de oorlog doorgetrokken voor de aanleg van de Amsterdamse- en Schellingwouderbrug. Het laatste blok, van de Insulindeweg tot aan de pastorie, betrof zo goed als zeker een woningblok van Kruyswijk. Dit leid ik af uit vergelijking van foto's van het blok met andere blokken van Kruyswijk. Van Beekum noemt dit blok echter niet in zijn monografie van de architect. Zeker van Kruyswijk zijn de bebouwing aan de Kramatweg (de zgn Eltheto-huizen) en de Bataviastraat achter de kerk (beide nog bestaand en gerenoveerd).
De kerk was opgetrokken van licht-rode Utrechtse handvormsteen, afgewisseld met natuursteen. Het dak was gedekt met blauw-paarse lei. Aan elk van de twee straten was een topgevel aangebracht en aan de zijde van het Javaplantsoen rees een toren van 35 meter, waarin het gemeentebestuur een uurwerk had geplaatst. De toren was van een luidklok voorzien. Naast de kerk aan de Insulindeweg was een herenhuis gebouwd, dat als pastorie dienst deed. Dit huis is blijven staan en staat tegenwoordig tussen de nieuwbouw in. Aan de Kramatweg stonden een catechasatielokaal met bovengelegen kosterswoning, die de sloop niet zouden overleven. Achter de kerk was een groot inpandig terrein. NRC meldde dat er op dit terrein ”waarschynlijk mettertijd een muziektent zal worden geplaatst, voor het geven van openluchtconcerten. De nieuwe tijd: de nieuwe geest!”
De kerk had een opmerkelijke, scheefhoekige plattegrond, logisch gevolg van de vorm van het hoekterrein waarop zij verrees, eigenlijk een ongelijkzijdige vijfhoek. Vijf ingangen, elk met een tochtportaal, gaven toegang tot het gebouw. De hoofdingang op de hoek werd aan weerszijden geflankeerd door ronde uitgebouwde portalen, van waaruit men de beide galerijen kon bereiken. Vergelijkbare ronde portalen zijn te vinden in de Oosterkerk in Groningen, elders op deze site. Een gedenksteen bij de ingang meldde dat het gebouw door de offervaardigheid van de gemeente in de jaren 1923—1928 was gebouwd, en dat ds. A. G. H. van Hoogenhuyze op 15 September 1928 de steen had geplaatst.
De kerk was opgetrokken van licht-rode Utrechtse handvormsteen, afgewisseld met natuursteen. Het dak was gedekt met blauw-paarse lei. Aan elk van de twee straten was een topgevel aangebracht en aan de zijde van het Javaplantsoen rees een toren van 35 meter, waarin het gemeentebestuur een uurwerk had geplaatst. De toren was van een luidklok voorzien. Naast de kerk aan de Insulindeweg was een herenhuis gebouwd, dat als pastorie dienst deed. Dit huis is blijven staan en staat tegenwoordig tussen de nieuwbouw in. Aan de Kramatweg stonden een catechasatielokaal met bovengelegen kosterswoning, die de sloop niet zouden overleven. Achter de kerk was een groot inpandig terrein. NRC meldde dat er op dit terrein ”waarschynlijk mettertijd een muziektent zal worden geplaatst, voor het geven van openluchtconcerten. De nieuwe tijd: de nieuwe geest!”
De kerk had een opmerkelijke, scheefhoekige plattegrond, logisch gevolg van de vorm van het hoekterrein waarop zij verrees, eigenlijk een ongelijkzijdige vijfhoek. Vijf ingangen, elk met een tochtportaal, gaven toegang tot het gebouw. De hoofdingang op de hoek werd aan weerszijden geflankeerd door ronde uitgebouwde portalen, van waaruit men de beide galerijen kon bereiken. Vergelijkbare ronde portalen zijn te vinden in de Oosterkerk in Groningen, elders op deze site. Een gedenksteen bij de ingang meldde dat het gebouw door de offervaardigheid van de gemeente in de jaren 1923—1928 was gebouwd, en dat ds. A. G. H. van Hoogenhuyze op 15 September 1928 de steen had geplaatst.
InterieurOmdat de kerk niet meer bestaat betreden we deze aan de hand van de corrrespondenten van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, het Algemeen Handelsblad en De Telegraaf. De kerk, met inbegrip van de twee galerijen, bood ruimte voor circa 850 bezoekers. Recht tegenover de hoofdingang, in de as van het kerkruim, bevond zich het nisvormig spreekgestoelte, waarboven het orgel was aangebracht. Tegenover het orgel, boven de hoofdingang, was op een afzonderlijke galerij de speeltafel van het orgel geplaatst, die met een elektrische kabel met het orgel was verbonden. Voor het spreekgestoelte was een podium gemaakt, afgesloten door een aan de voorzijde opengewerkte balustrade waarop in het midden, op drie gebeeldhouwde dolfijnen, het zilveren doopvont rustte. Dit zilveren doopvont is op de foto van de opening nog te zien, maar op latere foto's is te zien dat het had plaatsgemaakt voor een houten lessenaar die op vrij brute wijze op de gebeeldhouwde dolfijnen was aangebracht.
In het ruim voor de balustrade stond een vaste avondmaalstafel, waarop aan de voorzijde met verdiepte letters stond gebeiteld: „Doet dat tot Mijne gedachtenis". Het avondmaalszilver was “geschonken door de meisjes van Eltheto”. Voor deze tafel waren langs het podium vijftig stoelen geplaatst op een vast kleed. Daarachter bevonden zich de banken (geen klapstoelen of -banken) centraal om de preekstoel gerangschikt, met tussen de vakken kokoslopers.
Alle meubels en betimmeringen waren in licht eikenhout uitgevoerd. Op het fries van de lambrisering, rechts van de kansel, stond in bas-relief gebeiteld: „Aan dezen muur hebben 395 gemeenteleden ieder een steen gemetseld". Het geheel was zeer sober gehouden. De zoldering, die niet geschraagd werd door een pilaar, en de muren waren even crème getint. Er was slechts één lichtkroon “waaraan een ietwat schoone vorm is gegeven.” De andere lichtornamenten ontleenden hun vorm “eenvoudig aan lichttechnische doelmatigheid.” Algemeen Handelsblad roemde "de vele gewelf vlakken, die de overkapping vormen, (,,,) de vrucht van een langdurige studie van den architect, den heer P. N. Kruyswijk. Deze constructie met haar eigenaardige licht- en kleureffecten — alles in crème, maar de lichtinval kleurt — mag geslaagd en oorspronkelijk worden genoemd."
.
Het glas in lood in de kerk was van de hand van Kees Kuiler. Zijn naam werd niet in alle kranten genoemd. NRC schreef slechts dat “de figuratie van het glas in lood (…) alleen ter accentuering van het religieus effect (diende)”. Algemeen Handelsblad noemde het glas in lood "een werk van den heer Kuiler" en beschreef dat in de hoofdramen voortdurend hetzelfde motief voorkomt — "van een in aanbidding knielende figuur, waarvoor een andere gestalte eerbiedig wijkt." De Telegraaf wist te melden dat er in de hoofdramen sprake was van "een in aanbidding knielende gestalte, waarbij 'n andere uit aardsche beleving met ontzag terugwijkt. Rechts daarvan bemerkt men — met blauwe en gele vertlkalen — een man, die zijn vrouw in zijn armen houdt, terwijl deze het hoofd buigt en een kind. dat bescherming bij zijn ouders zoekt. Het alles is sterk gestyleerd, zoo zeer zelfs, dat de vraag onwillekeurig opkomt: gaat dit niet te ver en is dit wel In overeenstemming met het overigens in zijn eenvoud zoo klare kerkgebouw?!"
In tegenstelling tot de ramen van Kuiler voor de Willem de Zwijgerkerk, die een duidelijk iconografisch programma hadden (Kerst, Pasen, Pinksteren) en zeer kleurrijk waren, leunen de ramen van de Elthetokerk met hun gele, rode en blauwe stroken afgewisseld met zwarte stroken en ronde vormen heel sterk op De Stijl. De voorstellingen zijn niet heel duidelijk. Het is op basis van de restanten van de ramen ook niet duidelijk of er sprake was van een omvattend iconografisch programma. In de ramen die tegenwoordig de achterwand van de herbouwde Muiderkerk vormen zijn een aantal dezelfde langwerpige ramen aangebracht. We zien hier de in de artikelen genoemde knielende figuur met daarnaast lange verticale figuren (drie koningen en vier herders?). In een andere scène is duidelijk een gekruisigde figuur te herkennen, hoewel deze niet in de artikelen wordt genoemd (de bewening op de berg Golgotha?).
Op 8 april 1943 werd het gebouw getroffen door een verdwaalde brandbom. De kerk bleef gespaard maar het in 1929 geplaatste orgel, gebouwd door de firma A. S. Dekker voor ƒ12.000, werd grotendeels verwoest. In 1949 kreeg de kerk een nieuw orgel. Het ging daarbij om een orgel dat in 1910 was gebouwd voor het landgoed Kareol van de familie Bunge in Aerdenhout en dat met verwerking van delen van het oorspronkelijke orgel opnieuw in gebruik werd genomen in de Elthetokerk.
In het ruim voor de balustrade stond een vaste avondmaalstafel, waarop aan de voorzijde met verdiepte letters stond gebeiteld: „Doet dat tot Mijne gedachtenis". Het avondmaalszilver was “geschonken door de meisjes van Eltheto”. Voor deze tafel waren langs het podium vijftig stoelen geplaatst op een vast kleed. Daarachter bevonden zich de banken (geen klapstoelen of -banken) centraal om de preekstoel gerangschikt, met tussen de vakken kokoslopers.
Alle meubels en betimmeringen waren in licht eikenhout uitgevoerd. Op het fries van de lambrisering, rechts van de kansel, stond in bas-relief gebeiteld: „Aan dezen muur hebben 395 gemeenteleden ieder een steen gemetseld". Het geheel was zeer sober gehouden. De zoldering, die niet geschraagd werd door een pilaar, en de muren waren even crème getint. Er was slechts één lichtkroon “waaraan een ietwat schoone vorm is gegeven.” De andere lichtornamenten ontleenden hun vorm “eenvoudig aan lichttechnische doelmatigheid.” Algemeen Handelsblad roemde "de vele gewelf vlakken, die de overkapping vormen, (,,,) de vrucht van een langdurige studie van den architect, den heer P. N. Kruyswijk. Deze constructie met haar eigenaardige licht- en kleureffecten — alles in crème, maar de lichtinval kleurt — mag geslaagd en oorspronkelijk worden genoemd."
.
Het glas in lood in de kerk was van de hand van Kees Kuiler. Zijn naam werd niet in alle kranten genoemd. NRC schreef slechts dat “de figuratie van het glas in lood (…) alleen ter accentuering van het religieus effect (diende)”. Algemeen Handelsblad noemde het glas in lood "een werk van den heer Kuiler" en beschreef dat in de hoofdramen voortdurend hetzelfde motief voorkomt — "van een in aanbidding knielende figuur, waarvoor een andere gestalte eerbiedig wijkt." De Telegraaf wist te melden dat er in de hoofdramen sprake was van "een in aanbidding knielende gestalte, waarbij 'n andere uit aardsche beleving met ontzag terugwijkt. Rechts daarvan bemerkt men — met blauwe en gele vertlkalen — een man, die zijn vrouw in zijn armen houdt, terwijl deze het hoofd buigt en een kind. dat bescherming bij zijn ouders zoekt. Het alles is sterk gestyleerd, zoo zeer zelfs, dat de vraag onwillekeurig opkomt: gaat dit niet te ver en is dit wel In overeenstemming met het overigens in zijn eenvoud zoo klare kerkgebouw?!"
In tegenstelling tot de ramen van Kuiler voor de Willem de Zwijgerkerk, die een duidelijk iconografisch programma hadden (Kerst, Pasen, Pinksteren) en zeer kleurrijk waren, leunen de ramen van de Elthetokerk met hun gele, rode en blauwe stroken afgewisseld met zwarte stroken en ronde vormen heel sterk op De Stijl. De voorstellingen zijn niet heel duidelijk. Het is op basis van de restanten van de ramen ook niet duidelijk of er sprake was van een omvattend iconografisch programma. In de ramen die tegenwoordig de achterwand van de herbouwde Muiderkerk vormen zijn een aantal dezelfde langwerpige ramen aangebracht. We zien hier de in de artikelen genoemde knielende figuur met daarnaast lange verticale figuren (drie koningen en vier herders?). In een andere scène is duidelijk een gekruisigde figuur te herkennen, hoewel deze niet in de artikelen wordt genoemd (de bewening op de berg Golgotha?).
Op 8 april 1943 werd het gebouw getroffen door een verdwaalde brandbom. De kerk bleef gespaard maar het in 1929 geplaatste orgel, gebouwd door de firma A. S. Dekker voor ƒ12.000, werd grotendeels verwoest. In 1949 kreeg de kerk een nieuw orgel. Het ging daarbij om een orgel dat in 1910 was gebouwd voor het landgoed Kareol van de familie Bunge in Aerdenhout en dat met verwerking van delen van het oorspronkelijke orgel opnieuw in gebruik werd genomen in de Elthetokerk.
Recente ontwikkelingenAl begin jaren zeventig was het aantal kerkgangers zodanig teruggelopen, dat de centrale kerkenraad in 1973 het plan had de kerk te sluiten of te verkopen. Dit ging echter niet door. In 1979 vierde men zelfs het 50-jarig bestaan met een herdenkingsweek van 17 tot 23 september, die geopend werd met een voordracht van Henk van Ulsen: Prediker. Nog geen dertien jaar later viel het doek alsnog. De kerk werd ondanks protesten in 1992 buiten gebruik gesteld en gesloopt. Het enige dat er nog van rest zijn de voormalige pastorie aan de Insulindeweg en delen van de glas-in-loodramen, die verhuisden naar de nieuwbouw van de Muiderkerk aan de Linnaeusstraat en naar het hervormde wijkgebouw Eltheto aan de Javastraat. Panelen doken ook op op een veiling in Amsterdam en in de kunsthandel.
Bronnen
Radboud van Beekum, Cornelis Kruyswijk 1884-1935. Amsterdamse School-architect (Bussum, 2006).
'De Eltheto-kerk'. In: Algemeen Handelsblad, 19 september 1929.
'Kerknieuws. De Eitheto-kerk te Amsterdam'. In Nieuwe Rotterdamsche Courant, 18 september 1929.
'Geestelijk leven nieuwe herv.kerk in Amsterdam-Oost. Aan den vooravond der inwijding'. In: De Telegraaf 19 september 1929
'Nieuweling onder de grotere kerkorgels van Amsterdam'. In: Algemeen Handelsblad, 18 juni 1949.
NRC Handelsblad 24 augustus 1979.
Links
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandEen bijzondere kerk van Kruyswijk. Gesloopt en helaas onvoldoende gedocumenteerd, zeker waar het om het interieur en het glas in lood gaat.
Gerelateerde objecten