Details
Naam
Villa Elangeni, Lonbar Petrilaan 18, Overveen
Aantal afbeeldingen: 28
IntroductieGebouwd als 'De Roode-Borch' naar ontwerp van architect Bartels, die ook een deel van de meubels ontwierp. 'Een huis met een ziel', aldus de makelaar.
AdresLonbar Petrilaan 18
Postcode(s)2051 EJ
PlaatsOverveen
LandNederland
Vervaardiger Chris Bartels (Architect)
Charles Weddepohl (Kunstenaar)
Charles Weddepohl (Kunstenaar)
Datum1926
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverN. Roodenburg
Huidige eigenaarParticuliere eigenaar
Oorspronkelijke functieVilla
Huidige functieVilla
Type objectGemeentelijk monument, Gebouw
Monumentnummer0377/WN144
AchtergrondIn januari 1926 werd aan N. Roodenburg te Overveen goedkeuring verleend "voor bouw eener woning op sectie A no. 6707 aan de Lonbar Petrilaan." (Het Bloemendaalsch Weekblad 23 januari 1926). Nicolaas Roodenburg (1889-1967) was gehuwd met Alida Geertruida Looman (1894-1970). Ten tijde van de bouw werd hij aangeduid als kantoorbediende en later procuratiehouder van de Cultuurmij. Djember (bron: Adresboeken Bloemendaal 1927 en 1929). Cultuurmaatschappij Djember exploiteerde rubberplantages in Jember, Oost-Java.
Bij de bouw metselden twee kinderen Roodenburg, Cornelia Nicoline (geboren 1919) en Leendert (geboren 1916), metselden ieder een hoeksteentje in de voorgevel, waarop hun naam en geboortedatum staan vermeld.
De oorspronkelijke naam en de schrijfwijze van deze in het villapark Kweekduin gelegen villa hangt af van de bron die wordt geraadpleegd. Het adresboek Bloemendaal spreekt van "De Roode-Borch", een foto van de zitkamer spreekt van "De Roode Borgh", het maandschrift Op de Hoogte refereert aan "Landhuis Roodenburg".
De huidige naam van de villa is Elangeni, 'In de zon' in het Zoeloes, tevens de naam van het huis van de Zuid-Afrikaanse schilder Henk Pierneef in Pretoria. De naamsverandering heeft vermoedelijk te maken met een verandering van eigenaar. In de jaren vijftig kocht de directeur van de Nederlandse Overzee Bank N.V. - mr. J. Keuning - het pand. De oorspronkelijke naam was sterk verbonden met de familie Roodenburg en deed Keuning mogelijk ook te veel denken aan het gebouw van de socialistische krant Het Volk in Amsterdam dat ook de Rode Burcht werd genoemd. Keuning had in Pretoria gewoond, vandaar de band met Zuid-Afrika.
Bij de bouw metselden twee kinderen Roodenburg, Cornelia Nicoline (geboren 1919) en Leendert (geboren 1916), metselden ieder een hoeksteentje in de voorgevel, waarop hun naam en geboortedatum staan vermeld.
De oorspronkelijke naam en de schrijfwijze van deze in het villapark Kweekduin gelegen villa hangt af van de bron die wordt geraadpleegd. Het adresboek Bloemendaal spreekt van "De Roode-Borch", een foto van de zitkamer spreekt van "De Roode Borgh", het maandschrift Op de Hoogte refereert aan "Landhuis Roodenburg".
De huidige naam van de villa is Elangeni, 'In de zon' in het Zoeloes, tevens de naam van het huis van de Zuid-Afrikaanse schilder Henk Pierneef in Pretoria. De naamsverandering heeft vermoedelijk te maken met een verandering van eigenaar. In de jaren vijftig kocht de directeur van de Nederlandse Overzee Bank N.V. - mr. J. Keuning - het pand. De oorspronkelijke naam was sterk verbonden met de familie Roodenburg en deed Keuning mogelijk ook te veel denken aan het gebouw van de socialistische krant Het Volk in Amsterdam dat ook de Rode Burcht werd genoemd. Keuning had in Pretoria gewoond, vandaar de band met Zuid-Afrika.
BeschrijvingBinnen de diversiteit aan architectuurstijlen van het kleine villapark in Overveen is dit woonhuis een origineel voorbeeld van de latere, strakke Amsterdamse School-stijl: decoratief metselwerk, sierlijke garagedeuren en voordeur, bijzondere buitenlantaarn, glas-in-loodvensters die het trappenhuis markeren, benedenvensters met ladderramen, kunstig vormgegeven steunen van de daklijsten en dakgoten, kenmerkende kleurstelling van het houtwerk, dat geheel in twee kleuren geel is uitgevoerd. Ook de bijna loodrechte dakschilden van het voorhuis en de muurankers refereren aan de Amsterdamse School. Karakteristiek voor meerdere panden van Bartels zijn de hoekkepers of dakgootsteunen. Twee van deze steunen zijn veel mooier uitgewerkt dan enige andere keper van Bartels. Zij zijn misschien abstraheringen van paardenhoofden.
Op de gevel prijkt de naam 'Elangeni'. Op oude foto's is te zien dat hier 'De Roode-Borch' heeft gestaan. De naamswijziging is, zoals hierboven geschetst, het resultaat van een verandering van eigenaar.
Op de gevel prijkt de naam 'Elangeni'. Op oude foto's is te zien dat hier 'De Roode-Borch' heeft gestaan. De naamswijziging is, zoals hierboven geschetst, het resultaat van een verandering van eigenaar.
InterieurNa de monumentale voordeur met glas-in-lood volgt een vestibule. De muren hiervan zijn tot halverwege bekleed met vierkante matgrijze tegeltjes, afgewisseld met blauwe hoogglans biezen. Links van de voordeur een nis met daarin een langwerpig glas-in-lood raam.
Een klapdeur voert naar de monumentale hal. Meteen rechts is een langwerpig glas-in-lood raam aangebracht. De hal is voorzien van houten lambriseringen die bijna tot het plafond reiken. Aan de basis van de trap een ingebouwde bank. In het trappenhuis zijn op meerdere plaatsen stroken coromandelhout gebruikt, hoewel een deel van de betimmering ook triplex betreft. De overloop wordt van licht voorzien door twaalf vierkante glas-in-lood ramen met geometrische patronen. Deze patronen vinden we ook terug bij andere woningen van Bartels, onder meer in Brussel en Velsen-Zuid (Van Tuyllweg).
De coromandelhouten trappaal is ter hoogte van de overloop voorzien van onder meer een uitgehouwen hoofd dat sterk doet denken aan Afrikaanse kunst. Onder het hoofd bevinden zich een grote en een (zeer) kleine vogel. De platte bovenkant toont opengesneden slakkenhuizen. Hoewel de stijl van het kunstwerk enigszins aan Hildo Krop doet denken, is de maker onbekend en wijst niets op de betrokkenheid van Krop. Het is niet ondenkbaar dat Bartels hier zelf aan het werk is geweest.
De hal was oorspronkelijk geschilderd in warm rood-zwart, met een tegelvloer in grijs en zwart. Tegenwoordig is deze uitgevoerd in een warme kleur geel, met panelen in houtkleur.
In de woonkamer valt licht binnen door gewone ramen en door twee langwerpige glas-in-lood raampjes in de zijgevels. De schouw is aan de basis voorzien van smeedijzeren elementen en heeft een smeedijzeren kap. Daarboven is in groen keramisch reliëf een in rook opstijgende figuur afgebeeld, van de hand van de kunstenaar Charles Weddepohl (1902-1976). Het reliëf wordt omringd door zwart beton, waarvan de aansluiting met de wand in golvend groen keramisch reliëf is gerealiseerd. Het reliëf en het beton waren zichtbaar op een historische foto, maar gingen schuil onder witte verf. Ze zijn door de huidige eigenaren zo veel mogelijk blootgelegd. Weddepohl kreeg zijn opleiding, net als Bartels, bij Quelllinus in Amsterdam. In 1920 moeten beide kunstenaars elkaar hebben leren kennen bij Heystee Smit & Co, de tegelhandel in Amsterdam.
Ten tijde van de oplevering was architect Bartels - die ook meubels ontwierp - ook verantwoordelijk voor de inrichting, waaronder een aantal meubels en een lamp. Deze staan afgebeeld op historische foto's. Een ronde salontafel werd recent op een veiling aangeboden. De staande lamp en de fauteuils zijn ongetwijfeld ook ergens op de wereld terecht gekomen.
Een klapdeur voert naar de monumentale hal. Meteen rechts is een langwerpig glas-in-lood raam aangebracht. De hal is voorzien van houten lambriseringen die bijna tot het plafond reiken. Aan de basis van de trap een ingebouwde bank. In het trappenhuis zijn op meerdere plaatsen stroken coromandelhout gebruikt, hoewel een deel van de betimmering ook triplex betreft. De overloop wordt van licht voorzien door twaalf vierkante glas-in-lood ramen met geometrische patronen. Deze patronen vinden we ook terug bij andere woningen van Bartels, onder meer in Brussel en Velsen-Zuid (Van Tuyllweg).
De coromandelhouten trappaal is ter hoogte van de overloop voorzien van onder meer een uitgehouwen hoofd dat sterk doet denken aan Afrikaanse kunst. Onder het hoofd bevinden zich een grote en een (zeer) kleine vogel. De platte bovenkant toont opengesneden slakkenhuizen. Hoewel de stijl van het kunstwerk enigszins aan Hildo Krop doet denken, is de maker onbekend en wijst niets op de betrokkenheid van Krop. Het is niet ondenkbaar dat Bartels hier zelf aan het werk is geweest.
De hal was oorspronkelijk geschilderd in warm rood-zwart, met een tegelvloer in grijs en zwart. Tegenwoordig is deze uitgevoerd in een warme kleur geel, met panelen in houtkleur.
In de woonkamer valt licht binnen door gewone ramen en door twee langwerpige glas-in-lood raampjes in de zijgevels. De schouw is aan de basis voorzien van smeedijzeren elementen en heeft een smeedijzeren kap. Daarboven is in groen keramisch reliëf een in rook opstijgende figuur afgebeeld, van de hand van de kunstenaar Charles Weddepohl (1902-1976). Het reliëf wordt omringd door zwart beton, waarvan de aansluiting met de wand in golvend groen keramisch reliëf is gerealiseerd. Het reliëf en het beton waren zichtbaar op een historische foto, maar gingen schuil onder witte verf. Ze zijn door de huidige eigenaren zo veel mogelijk blootgelegd. Weddepohl kreeg zijn opleiding, net als Bartels, bij Quelllinus in Amsterdam. In 1920 moeten beide kunstenaars elkaar hebben leren kennen bij Heystee Smit & Co, de tegelhandel in Amsterdam.
Ten tijde van de oplevering was architect Bartels - die ook meubels ontwierp - ook verantwoordelijk voor de inrichting, waaronder een aantal meubels en een lamp. Deze staan afgebeeld op historische foto's. Een ronde salontafel werd recent op een veiling aangeboden. De staande lamp en de fauteuils zijn ongetwijfeld ook ergens op de wereld terecht gekomen.
Recente ontwikkelingenHet huis en de deels in de duinen gelegen tuin verkeren in perfecte staat van onderhoud, wat zo vlak bij zee geen sinecure is.
Bronnen
'Moderne Meubelen van Architect Ch. Bartels', in Het Bouwbedrijf 4 maart 1927,2.4, p.63-64.
'Op de Hoogte - Geïllustreerd Maandschrift' mei 1927
Jan Lauweriks - 'Nieuwe Nederlandsche Ruimtekunst' Blaricum, 1927
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandRieks Witte 2014: Ik ken deze villa al lang; ik woonde er in de buurt (maar lang zo mooi niet!). Ik vind dit een schitterend voorbeeld van A.S. Ik heb er jarenlang langs gewandeld en keek er altijd met bewondering naar.
Gert-Jan Lobbes: bijgewerkt in 2020, 2022 en 2024 naar aanleiding van nieuwe informatie en (interieur) foto's. Met veel dank aan de bewoners voor de zeer vriendelijke ontvangst.
Gert-Jan Lobbes: bijgewerkt in 2020, 2022 en 2024 naar aanleiding van nieuwe informatie en (interieur) foto's. Met veel dank aan de bewoners voor de zeer vriendelijke ontvangst.
Gerelateerde objecten