Details
Naam
Vlietstraat 2-168 (Eerste Patrimonium-blok)
Aantal afbeeldingen: 1
IntroductieDe beginjaren van de Amsterdamse School vallen samen met het ontstaan van de eerste woningbouwverenigingen die dankzij de Woningwet onder gunstige voorwaarden leningen kregen om woningen te bouwen. Dit betekent niet dat alle nieuwe blokken die met deze regeling werden gebouwd in Amsterdamse School-stijl werden uitgevoerd; integendeel. Gedurende de hele periode bleven architecten teruggrijpen naar traditionele vormen. En hoewel dit zeker het geval is bij het eerste blok van Patrimonium, is het blok tóch interessant om op te nemen in de database: de grote schaal waarin dit blok is uitgevoerd, toonde destijds waarin de kracht van het nieuwe financieringssysteem zat. Het droeg veel risico met zich mee om dit soort grote bouwprojecten te financieren. Deze beschrijving is nog (deels) in ontwikkeling en werd gemaakt door Eric Kurpershoek van Rochdale.
Type objectGemeentelijk monument, Blok
AdresVlietstraat 2-168, Schinkelkade 71-86, Vaartstraat 101-259, Baarsstraat 50-96
Postcode(s)1075 RM
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Type objectGemeentelijk monument, Blok
Monumentnummer222106
Vervaardiger Tjeerd Kuipers (Architect)
Arnold Ingwersen (Architect)
Arnold Ingwersen (Architect)
Datum1912 - 1918
Huidige staatGerealiseerd
OpdrachtgeverPatrimonium (Amsterdam)
Type objectGemeentelijk monument, Blok
Monumentnummer222106
AchtergrondJan Douwes jr., de voorzitter van de Christelijke Werkliedenvereeniging Patrimonium Amsterdam was de drijvende kracht achter de bouw van het woningcomplex. Jan Douwes jr. was sinds 1902 lid van de gemeenteraad namens de ARP. In de gemeenteraad werd hij overtuigd van het belang van sociale huisvesting. In hetzelfde jaar dat de gemeenteraad besloot tot opruiming van 900 krotten in Uilenburg stelde hij het bestuur van de Werkliedenvereeniging voor om een stichting op te richten voor de bouw van woningen. Op 21 februari 1911 werd de woningstichting Patrimonium opgericht, met Douwes als voorzitter en Willem Jan Bossenbroek als secretaris en spil van de stichting. De bouwlocatie aan de Vlietstraat was toen al geruime tijd in het vizier, er waren al gesprekken geweest met Publieke werken over de locatie.
Het beoogde bouwterrein was deels in handen van de Maatschappij voor Grondbezit en Grondkrediet en de gemeente kocht in maart 1911 het terrein van de maatschappij aan om het in erfpacht uit te geven aan de stichting. Op 6 mei 1911 ging de stichting Patrimonium een lening bij de gemeente aan van 520.000 gulden, voor de bouw van 22 woningen aan de Vlietstraat.
De contacten met architecten werd door het stichtingsbestuur in handen gegeven van een gedelegeerd commissaris, de aannemer en makelaar J.F.H. Spier. Deze gaf de opdracht tot het ontwerp aan zijn zwager, Arnoldus Ingwersen en zijn mentor, de bekende gereformeerde kerkenbouwer Tjeerd Kuipers. Het project werd aanbesteed aan de firma Jonker & Zn uit Haarlem.
Het beoogde bouwterrein was deels in handen van de Maatschappij voor Grondbezit en Grondkrediet en de gemeente kocht in maart 1911 het terrein van de maatschappij aan om het in erfpacht uit te geven aan de stichting. Op 6 mei 1911 ging de stichting Patrimonium een lening bij de gemeente aan van 520.000 gulden, voor de bouw van 22 woningen aan de Vlietstraat.
De contacten met architecten werd door het stichtingsbestuur in handen gegeven van een gedelegeerd commissaris, de aannemer en makelaar J.F.H. Spier. Deze gaf de opdracht tot het ontwerp aan zijn zwager, Arnoldus Ingwersen en zijn mentor, de bekende gereformeerde kerkenbouwer Tjeerd Kuipers. Het project werd aanbesteed aan de firma Jonker & Zn uit Haarlem.
BeschrijvingHet gebouw valt op in de kleinschalige Schinkelbuurt, vanwege zijn schaal en zijn stedenbouwkundige opzet. Bij de oplevering van de eerste woningen prees de directeur van de gemeentelijke Dienst van Bouw- en Woningtoezicht, Jan Willem Cornelis Tellegen, de stichting Patrimonium omdat dit de eerste keer was dat een groot bouwblok door een woningcorporatie in zijn geheel werd ontworpen en gerealiseerd.
Het aardigste van het gebouw is het duidelijk protestantse karakter dat het uitstraalt, vooral op de hoek van de Baars- en de Vaartstraat. Een trots tableau met de naam Patrimonium geeft aan waar het kantoor van de stichting destijds was gevestigd. De klokkentoren op het hoekpand en de flankerende Hollandse klokgevels in de stijl van de Neorenaissance verwijzen naar de bloeitijd van de hervorming, de 16e en 17e eeuw.
Een andere verwijzing naar de bloeiperiode van het protestantisme zijn de, in navolging van de oude panden in de Amsterdamse binnenstad, aangebrachte kleurrijke gevelstenen. De gevelstenen stellen een diamantje, een druiventros, een baarsje, een klopper, een doofpot en twee ankers voor. De betekenis van deze bonte verzameling is niet duidelijk. Destijds is het gebouw ook geprezen vanwege de vernuftige trapconstructies: iedere woning heeft een eigen toegang tot de straat. De ingangspartijen naar de trappen zijn herkenbaar aan de ovale lichtgaten. De deuren van de benedenwoningen hebben een barokke omlijsting, uitgevoerd in natuursteen.
Het aardigste van het gebouw is het duidelijk protestantse karakter dat het uitstraalt, vooral op de hoek van de Baars- en de Vaartstraat. Een trots tableau met de naam Patrimonium geeft aan waar het kantoor van de stichting destijds was gevestigd. De klokkentoren op het hoekpand en de flankerende Hollandse klokgevels in de stijl van de Neorenaissance verwijzen naar de bloeitijd van de hervorming, de 16e en 17e eeuw.
Een andere verwijzing naar de bloeiperiode van het protestantisme zijn de, in navolging van de oude panden in de Amsterdamse binnenstad, aangebrachte kleurrijke gevelstenen. De gevelstenen stellen een diamantje, een druiventros, een baarsje, een klopper, een doofpot en twee ankers voor. De betekenis van deze bonte verzameling is niet duidelijk. Destijds is het gebouw ook geprezen vanwege de vernuftige trapconstructies: iedere woning heeft een eigen toegang tot de straat. De ingangspartijen naar de trappen zijn herkenbaar aan de ovale lichtgaten. De deuren van de benedenwoningen hebben een barokke omlijsting, uitgevoerd in natuursteen.
BeschrijvingHet gebouw valt op in de kleinschalige Schinkelbuurt, vanwege zijn schaal en zijn stedenbouwkundige opzet. Bij de oplevering van de eerste woningen prees de directeur van de gemeentelijke Dienst van Bouw- en Woningtoezicht, Jan Willem Cornelis Tellegen, de stichting Patrimonium omdat dit de eerste keer was dat een groot bouwblok door een woningcorporatie in zijn geheel werd ontworpen en gerealiseerd.
Het aardigste van het gebouw is het duidelijk protestantse karakter dat het uitstraalt, vooral op de hoek van de Baars- en de Vaartstraat. Een trots tableau met de naam Patrimonium geeft aan waar het kantoor van de stichting destijds was gevestigd. De klokkentoren op het hoekpand en de flankerende Hollandse klokgevels in de stijl van de Neorenaissance verwijzen naar de bloeitijd van de hervorming, de 16e en 17e eeuw.
Een andere verwijzing naar de bloeiperiode van het protestantisme zijn de, in navolging van de oude panden in de Amsterdamse binnenstad, aangebrachte kleurrijke gevelstenen. De gevelstenen stellen een diamantje, een druiventros, een baarsje, een klopper, een doofpot en twee ankers voor. De betekenis van deze bonte verzameling is niet duidelijk. Destijds is het gebouw ook geprezen vanwege de vernuftige trapconstructies: iedere woning heeft een eigen toegang tot de straat. De ingangspartijen naar de trappen zijn herkenbaar aan de ovale lichtgaten. De deuren van de benedenwoningen hebben een barokke omlijsting, uitgevoerd in natuursteen.
Het aardigste van het gebouw is het duidelijk protestantse karakter dat het uitstraalt, vooral op de hoek van de Baars- en de Vaartstraat. Een trots tableau met de naam Patrimonium geeft aan waar het kantoor van de stichting destijds was gevestigd. De klokkentoren op het hoekpand en de flankerende Hollandse klokgevels in de stijl van de Neorenaissance verwijzen naar de bloeitijd van de hervorming, de 16e en 17e eeuw.
Een andere verwijzing naar de bloeiperiode van het protestantisme zijn de, in navolging van de oude panden in de Amsterdamse binnenstad, aangebrachte kleurrijke gevelstenen. De gevelstenen stellen een diamantje, een druiventros, een baarsje, een klopper, een doofpot en twee ankers voor. De betekenis van deze bonte verzameling is niet duidelijk. Destijds is het gebouw ook geprezen vanwege de vernuftige trapconstructies: iedere woning heeft een eigen toegang tot de straat. De ingangspartijen naar de trappen zijn herkenbaar aan de ovale lichtgaten. De deuren van de benedenwoningen hebben een barokke omlijsting, uitgevoerd in natuursteen.
BeschrijvingHet gebouw valt op in de kleinschalige Schinkelbuurt, vanwege zijn schaal en zijn stedenbouwkundige opzet. Bij de oplevering van de eerste woningen prees de directeur van de gemeentelijke Dienst van Bouw- en Woningtoezicht, Jan Willem Cornelis Tellegen, de stichting Patrimonium omdat dit de eerste keer was dat een groot bouwblok door een woningcorporatie in zijn geheel werd ontworpen en gerealiseerd.
Het aardigste van het gebouw is het duidelijk protestantse karakter dat het uitstraalt, vooral op de hoek van de Baars- en de Vaartstraat. Een trots tableau met de naam Patrimonium geeft aan waar het kantoor van de stichting destijds was gevestigd. De klokkentoren op het hoekpand en de flankerende Hollandse klokgevels in de stijl van de Neorenaissance verwijzen naar de bloeitijd van de hervorming, de 16e en 17e eeuw.
Een andere verwijzing naar de bloeiperiode van het protestantisme zijn de, in navolging van de oude panden in de Amsterdamse binnenstad, aangebrachte kleurrijke gevelstenen. De gevelstenen stellen een diamantje, een druiventros, een baarsje, een klopper, een doofpot en twee ankers voor. De betekenis van deze bonte verzameling is niet duidelijk. Destijds is het gebouw ook geprezen vanwege de vernuftige trapconstructies: iedere woning heeft een eigen toegang tot de straat. De ingangspartijen naar de trappen zijn herkenbaar aan de ovale lichtgaten. De deuren van de benedenwoningen hebben een barokke omlijsting, uitgevoerd in natuursteen.
Het aardigste van het gebouw is het duidelijk protestantse karakter dat het uitstraalt, vooral op de hoek van de Baars- en de Vaartstraat. Een trots tableau met de naam Patrimonium geeft aan waar het kantoor van de stichting destijds was gevestigd. De klokkentoren op het hoekpand en de flankerende Hollandse klokgevels in de stijl van de Neorenaissance verwijzen naar de bloeitijd van de hervorming, de 16e en 17e eeuw.
Een andere verwijzing naar de bloeiperiode van het protestantisme zijn de, in navolging van de oude panden in de Amsterdamse binnenstad, aangebrachte kleurrijke gevelstenen. De gevelstenen stellen een diamantje, een druiventros, een baarsje, een klopper, een doofpot en twee ankers voor. De betekenis van deze bonte verzameling is niet duidelijk. Destijds is het gebouw ook geprezen vanwege de vernuftige trapconstructies: iedere woning heeft een eigen toegang tot de straat. De ingangspartijen naar de trappen zijn herkenbaar aan de ovale lichtgaten. De deuren van de benedenwoningen hebben een barokke omlijsting, uitgevoerd in natuursteen.
Ingezonden door Eric Kurpershoek
Professionele of persoonlijke bandHet bouwblok aan de Vlietstraat is het eerste woningcomplex dat door één van de rechtsvoorgangers van Rochdale, woningstichting Patrimonium, is neergezet. Het eerste kantoor van Patrimonium was hier ook gevestigd.
Gerelateerde objecten