Details
Naam
Apostolisch Genootschap, Amsterdam-Noord
Aantal afbeeldingen: 53
IntroductieDe op één na laatste kerk van Cornelis Kruyswijk.
AdresClematisstraat 25
Postcode(s)1032 GB
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Cornelis Kruyswijk (Architect)
J.H.E. Schilling (Kunstenaar)
J.H.E. Schilling (Kunstenaar)
Datum1932 - 1934
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverHersteld Apostolische Gemeente
Huidige eigenaarApostolisch Genootschap Amsterdam-Noord
Oorspronkelijke functieKerk
Huidige functieKerk
Type objectGeen beschermde status, Gebouw
AchtergrondBegin jaren dertig ontwierp Cornelis Kruyswijk voor de Hersteld Apostolische Gemeente aan de Archimedesweg in de Amsterdamse Watergraafsmeer een bijzonder mooi kerkgebouw. Niet veel later werd hij door de sinds 1921 in Amsterdam Noord bestaande gemeente gevraagd om ook een gebouw te ontwerpen. Het zou het laatste kerkgebouw worden dat tijdens zijn leven gereed kwam, want Kruyswijk overleed in januari 1935 op 50-jarige leeftijd. Een kerkgebouw in Amersfoort kon hij daarom niet meer afmaken.
Het verenigingsgebouw in Amsterdam Noord is eind 1934 in gebruik genomen en functioneert nog steeds als plaats van samenkomst van het Apostolisch Genootschap Amsterdam-Noord. Het gebouw is ingepast in een al in 1925 gebouwd blok van de 'Protestantsche Woningbouwvereeniging' naar ontwerp van A.H. van Wamelen. Het is interessant het contrast daarmee te zien, vooral omdat we eraan kunnen aflezen hoe de ontwikkeling in de bouwkunst tussen 1925 en 1934 verliep.
Het verenigingsgebouw in Amsterdam Noord is eind 1934 in gebruik genomen en functioneert nog steeds als plaats van samenkomst van het Apostolisch Genootschap Amsterdam-Noord. Het gebouw is ingepast in een al in 1925 gebouwd blok van de 'Protestantsche Woningbouwvereeniging' naar ontwerp van A.H. van Wamelen. Het is interessant het contrast daarmee te zien, vooral omdat we eraan kunnen aflezen hoe de ontwikkeling in de bouwkunst tussen 1925 en 1934 verliep.
BeschrijvingHet gebouw staat op een prominente plek aan het einde van een ruime zichtas, de Andoornstraat in Floradorp. Het hoog opgaande dak wordt bekroond door een kleine dakruiter. Op oude foto's is te zien dat deze dakruiter er oorspronkelijk wat anders uit zag en een spitser dak had. Het gebouw als geheel, opgetrokken uit dunne geel genuanceerde klinkers op een plint van donkerrode klinkers, heeft een meer horizontale dan verticale richting. Dit mede omdat de in dezelfde stijl gebouwde bijgebouwen, waaronder de voorgangerswoning, links en rechts van de kerk liggen. In de Watergraafsmeer is het gebouw hoger opgetrokken en liggen de bijgebouwen, waaronder de pastorie, achter het kerkgebouw. Bovendien is daar sprake van een hoge toren.
De gevel is symmetrische opgebouwd. Links en rechts een geaccentueerde ingang met een klein puntdakje, tussen de beide ingangen negen hoge, smalle glas in loodramen. De bijgebouwen, waarin onder meer een catechisatielokaal, een vergaderzaal en een voorgangerwoning zijn aangebracht, liggen symmetrisch links en rechts van het hoofdgebouw en zien er uit als haast zelfstandige woonhuizen. Achter het gebouw ligt een betegeld pleintje, oorspronkelijk ook een bloementuin.
Het geheel is zeer verstrakt en bevat nog nauwelijks elementen van de Amsterdamse School. Aan de Amsterdamse School herinneren nog wel het spel van daken en dakgoten, het gebruik van verschillende soorten baksteen, de diepliggende voegen, evenals de prachtige ronding van de ingangen, die worden geaccentueerd door witte zandsteen. Het meest speelse element wordt gevormd door houten plantenbakken boven de ingangen.
Opmerkelijk zijn de overgangen naar het omringende huizenblok, niet van de hand van Kruyswijk maar al in 1925 ontworpen door Van Wamelen voor de Protestantsche Woningbouwvereeniging. De kerk is daar jaren later tussen in gezet in de ruimte die blijkbaar was gereserveerd voor een kerk of een school. Hier is sprake van een halve cilinder in de knik van het gebouw, met kleine smalle raampjes.in gemetselde nissen. Ik heb deze gebouwen voor de volledigheid hier opgenomen. Hoewel de rest van het complex van Van Wamelen goed bij de stijl van een tuindorp past en zelfs wat Engels aandoet, is hier bij de aansluiting sprake van onvervalste Amsterdamse School.
Tenslotte verdient de tuinmuur nog aandacht. Hierop werd een gesmeed ijzeren versiering aangebracht, uitgevoerd door Gebr. Meyer in Amsterdam noord. Deze maakt het "de straatjeugd onmogelijk de tuinmuur voor het uitvoeren van allerlei equilibrische toeren te misbruiken", lezen we in het Vakblad voor de Bouwbedrijven.
De gevel is symmetrische opgebouwd. Links en rechts een geaccentueerde ingang met een klein puntdakje, tussen de beide ingangen negen hoge, smalle glas in loodramen. De bijgebouwen, waarin onder meer een catechisatielokaal, een vergaderzaal en een voorgangerwoning zijn aangebracht, liggen symmetrisch links en rechts van het hoofdgebouw en zien er uit als haast zelfstandige woonhuizen. Achter het gebouw ligt een betegeld pleintje, oorspronkelijk ook een bloementuin.
Het geheel is zeer verstrakt en bevat nog nauwelijks elementen van de Amsterdamse School. Aan de Amsterdamse School herinneren nog wel het spel van daken en dakgoten, het gebruik van verschillende soorten baksteen, de diepliggende voegen, evenals de prachtige ronding van de ingangen, die worden geaccentueerd door witte zandsteen. Het meest speelse element wordt gevormd door houten plantenbakken boven de ingangen.
Opmerkelijk zijn de overgangen naar het omringende huizenblok, niet van de hand van Kruyswijk maar al in 1925 ontworpen door Van Wamelen voor de Protestantsche Woningbouwvereeniging. De kerk is daar jaren later tussen in gezet in de ruimte die blijkbaar was gereserveerd voor een kerk of een school. Hier is sprake van een halve cilinder in de knik van het gebouw, met kleine smalle raampjes.in gemetselde nissen. Ik heb deze gebouwen voor de volledigheid hier opgenomen. Hoewel de rest van het complex van Van Wamelen goed bij de stijl van een tuindorp past en zelfs wat Engels aandoet, is hier bij de aansluiting sprake van onvervalste Amsterdamse School.
Tenslotte verdient de tuinmuur nog aandacht. Hierop werd een gesmeed ijzeren versiering aangebracht, uitgevoerd door Gebr. Meyer in Amsterdam noord. Deze maakt het "de straatjeugd onmogelijk de tuinmuur voor het uitvoeren van allerlei equilibrische toeren te misbruiken", lezen we in het Vakblad voor de Bouwbedrijven.
InterieurDe as van de kerkzaal staat in noordelijke richting, met rechts de straatwand en links de wand van de achterzijde. De zuidkant van de zaal heeft een balkon. In totaal bood de kerk bij oplevering plaats aan 700 mensen. Voor wie de kerk aan de Archimedesweg kent, zijn de overeenkomsten tussen beide kerkzalen opvallend. Het gebouw aan de Clematisstraat lijkt een verkleinde versie en komt daardoor iets intiemer over. In beide gebouwen is sprake van langwerpige glas in lood ramen in de zijwanden, alleen lopen deze in de Clematisstraat lager door. Het gaat in totaal om negen identieke smalle en hoge glas-in-loodramen per zijde. Acht ervan zijn in de kerkzaal te zien, het negende is vanuit de trappenhuizen naar het balkon te zien. De ramen zijn ontworpen door Kruyswijk zelf en gemaakt door glazenier J.H.E. (Henk) Schilling (1893-1942). Aan de bovenzijde, die het geestelijke of spirituele voorstelt, is een naar beneden gerichte vogel zichtbaar met een rode snavel en gekleurde veren. Het gaat om een tortelduif, het symbool van de heilige geest. De cirkel in de duif staat voor de drie-eenheid (vader, zoon en heilige geest). Aan de onderzijde, die het aardse voorstelt, zijn bomen en planten afgebeeld. Er tussenin staat een rij offer- of doopschalen. De symboliek van de schalen (maar dan met een vlam er in) is eveneens verwerkt in het glas-in-loodraam bij de linker ingang. De schalen duiden op opofferende liefde en verbranding van het onreine. Ook de vlam in de schaal bij de ingang staat voor de heilige geest: er wordt gedoopt in de heilige geest. In de zuidgevel boven de galerij zat oorspronkelijk ook een glas-in-loodraam, waarin onder meer een kruis was aangebracht. Het is op oude foto's nog zichtbaar en ik heb er een foto van gevonden in het stadsarchief. Schilling maakte ook dit raam, waarin volgens het Vakblad voor de Bouwbedrijven "met levendige kleuren verschillende Christelijke symbolen in beeld (werden) gebracht." Het raam is echter verloren gegaan, tegenwoordig is er slechts sprake van gekleurde glaspanelen. Tenslotte is nog eenvoudig maar fraai lichtblauw en rood gekleurd glas in lood aangebracht in de beide halfronde voordeuren.
In de trappenhuizen naar het balkon zijn zeer mooi bewaard gebleven geglazuurde tegels te zien ("goudgeel genuanceerde verglaasde tegels"), evenals trapleuningen die we vaker tegenkomen in gebouwen van Kruyswijk. Het liturgisch centrum zoals ontworpen door Kruywijk, onder het orgel, is niet meer aanwezig. Het orgel oogt oorspronkelijk maar ik heb hier geen zekerheid over. De lampen zijn vervangen door modernere versies maar hangen nog op de oorspronkelijke plaats tussen de ramen. Bij oplevering was verder nog sprake van kerkbanken en lambrizering in donkerbruin gebeitst eikenhout, maar tegenwoordig is de lambrizering verdwenen en zijn de kerkbanken alleen nog op het balkon te vinden. Ook de "wijnrode kleur van de cocoslopers in de gangpaden" is niet langer te bewonderen, deze heeft plaats gemaakt voor het praktischer marmoleum.
Karakteristiek voor Kruyswijk zijn tenslotte de ventilatiesleuven die in de nok van de kap zijn aangebracht. We vinden deze ook in onder meer de Willem de Zwijgerkerk. In het Vakblad voor de Bouwbedrijven lezen we: "Langs de nok bevinden zich een tweetal in de zaalruimte doorhangende, driehoekige balken waartusschen zich ventilatieroosters bevinden."
In de trappenhuizen naar het balkon zijn zeer mooi bewaard gebleven geglazuurde tegels te zien ("goudgeel genuanceerde verglaasde tegels"), evenals trapleuningen die we vaker tegenkomen in gebouwen van Kruyswijk. Het liturgisch centrum zoals ontworpen door Kruywijk, onder het orgel, is niet meer aanwezig. Het orgel oogt oorspronkelijk maar ik heb hier geen zekerheid over. De lampen zijn vervangen door modernere versies maar hangen nog op de oorspronkelijke plaats tussen de ramen. Bij oplevering was verder nog sprake van kerkbanken en lambrizering in donkerbruin gebeitst eikenhout, maar tegenwoordig is de lambrizering verdwenen en zijn de kerkbanken alleen nog op het balkon te vinden. Ook de "wijnrode kleur van de cocoslopers in de gangpaden" is niet langer te bewonderen, deze heeft plaats gemaakt voor het praktischer marmoleum.
Karakteristiek voor Kruyswijk zijn tenslotte de ventilatiesleuven die in de nok van de kap zijn aangebracht. We vinden deze ook in onder meer de Willem de Zwijgerkerk. In het Vakblad voor de Bouwbedrijven lezen we: "Langs de nok bevinden zich een tweetal in de zaalruimte doorhangende, driehoekige balken waartusschen zich ventilatieroosters bevinden."
Recente ontwikkelingenHet interieur is gerenoveerd in 2005. Toen is onder het balkon aan de zuidzijde, een ruime hal (ontvangstruimte) aangebracht, en het aantal houten banken beneden is gereduceerd. Andere wijzigingen, bijvoorbeeld van de lambrisering en het liturgisch centrum, zijn vermoedelijk al eerder doorgevoerd. Ook de voorgangerswoning bestaat niet meer.
Bronnen
R. van Beekum, Cornelis Kruyswijk. Amsterdamse School architect (Bussum, 2006).
G. Bolhuis, Atlas Gordel ’20-‘40 (Amsterdam 2004)
C.H. Grooten, 'Gewijde architectuur. Een nieuw vereenigingsgebouw der Hersteld Apostolische Gemeente aan de Clematisstraat te Amsterdam-Noord'. In: Vakblad voor de Bouwbedrijven, 14 januari 1935.
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandKerken van Kruyswijk moeten gekoesterd worden. Het gaat hier om het laatste gebouw dat tijdens zijn korte leven werd uitgevoerd. Een mooi strak gebouw, zeer goed onderhouden. Ik ben verbaasd te zien dat het geen (gemeentelijk) monument is. Tijdens Open Monumentendag in september 2016 was het gebouw te bezichtigen.
Gerelateerde objecten