Details
Naam
Vogeldorp, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 7
IntroductieGebouwd als noodwoningen op betonnen funderingsplaten. Inmiddels meerdere keren gerenoveerd en te koop voor hoge prijzen.
AdresEerste Vogelstraat 6-30, Tweede Vogelstraat 1-33, Derde Vogelstraat 1-34, Vierde Vogelstraat 4-23, Vijfde Vogelstraat 1-23, Zesde Vogelstraat 3-39, Brede Vogelstraat 1-30, Korte Vogelstraat 1-14, Lange Vogelstraat 2-32, Vogelkade 5-29, Vogelplantsoen 2-30, Vogelplein 1-11, Zamenhofstraat 4-42
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Jo (J.H.) Mulder (Architect)
Berend Boeyinga (Architect)
Berend Boeyinga (Architect)
Datum1918 - 1919
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverGemeente Amsterdam
Huidige eigenaarMeerdere particuliere eigenaren
Oorspronkelijke functieRijtjeshuizen (arbeiderswoningen)
Huidige functieRijtjeshuizen (arbeiderswoningen)
Type objectGemeentelijk monument, Gebouw
AchtergrondSamen met Disteldorp vormt Vogeldorp de eerste tuinstadbouw in Amsterdam-Noord.
Wibaut, Keppler en Tellegen vormden de drijvende krachten achter de bouw van Vogeldorp ter leniging van de woningnood onder Amsterdamse arbeidersgezinnen. De 300 woningen werden tussen 1918 en 1919 neergezet als ‘semi-permanent’ zonder fundering, maar staan inmiddels langer dan 100 jaar. Het ontwerp was van J.H. (Jo) Mulder jr en/of Berend Boeyinga voor Publieke Werken.
De bouw werd vrijwel geheel gefinancierd door het Rijk op grond van de Woningnoodwet. De woningen hadden stromend water en elektriciteit en voldeden aan de minimumeisen van de toenmalige Bouwverordening. Tegenstanders vonden de woningen te luxe. Keppler schreef na voltooiing van de bouw: “Wat niemand ooit heeft kunnen verwachten is verwezenlijkt. Het eengezinsarbeidershuis uit steen gebouwd heeft zijn intrede in de hoofdstad gedaan.”
Op het centraal gelegen Vogelplein waren vroeger winkels. In de Tweede Wereldoorlog is de helft van de winkelgebouwen gesloopt. Het hout is in de Hongerwinter voor verwarming gebruikt. De andere nog bestaande helft is in gebruik bij zorginstellingen, net als het voormalige verenigingsgebouw van Ons Huis en de voormalige brandweerpost. Verder was er ook een badhuis, want de huizen hadden geen badkamer. Het gebouw van het badhuis in nu museum.
Prof. dr. Bock schreef in 1995 dat het Amsterdam-Noord van Keppler, waaronder Vogeldorp, in sociaal-cultureel, stedenbouwkundig en architectonisch opzicht te beschouwen is als een "monument van nationaal belang" dat bescherming verdient op het hoogste niveau.
Wibaut, Keppler en Tellegen vormden de drijvende krachten achter de bouw van Vogeldorp ter leniging van de woningnood onder Amsterdamse arbeidersgezinnen. De 300 woningen werden tussen 1918 en 1919 neergezet als ‘semi-permanent’ zonder fundering, maar staan inmiddels langer dan 100 jaar. Het ontwerp was van J.H. (Jo) Mulder jr en/of Berend Boeyinga voor Publieke Werken.
De bouw werd vrijwel geheel gefinancierd door het Rijk op grond van de Woningnoodwet. De woningen hadden stromend water en elektriciteit en voldeden aan de minimumeisen van de toenmalige Bouwverordening. Tegenstanders vonden de woningen te luxe. Keppler schreef na voltooiing van de bouw: “Wat niemand ooit heeft kunnen verwachten is verwezenlijkt. Het eengezinsarbeidershuis uit steen gebouwd heeft zijn intrede in de hoofdstad gedaan.”
Op het centraal gelegen Vogelplein waren vroeger winkels. In de Tweede Wereldoorlog is de helft van de winkelgebouwen gesloopt. Het hout is in de Hongerwinter voor verwarming gebruikt. De andere nog bestaande helft is in gebruik bij zorginstellingen, net als het voormalige verenigingsgebouw van Ons Huis en de voormalige brandweerpost. Verder was er ook een badhuis, want de huizen hadden geen badkamer. Het gebouw van het badhuis in nu museum.
Prof. dr. Bock schreef in 1995 dat het Amsterdam-Noord van Keppler, waaronder Vogeldorp, in sociaal-cultureel, stedenbouwkundig en architectonisch opzicht te beschouwen is als een "monument van nationaal belang" dat bescherming verdient op het hoogste niveau.
BeschrijvingDe woningen zijn gebouwd in een ‘landelijke’ variant van de Amsterdamse School. Dit is een onofficiële term die aangeeft dat de bebouwing elementen heeft die doen denken aan dorpse bebouwing of boerderijen. Zo is er vaak sprake van lagere bebouwing en wordt er verhoudingsgewijs minder baksteen en veel meer geschilderd hout gebruikt. Hout werd op het platteland in Noord-Holland traditioneel veel gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld in de Zaanstreek. Kenmerkend zijn de doorlopende zadeldaken en de zogenaamde Boeyinga-poorten. Architect Boeyinga had deze toegepast in onder meer Tuindorp-Oostzaan.
Recente ontwikkelingenIn 1999 kwam het dorp in handen van De Key die het renoveerde, splitste in appartementsrechten en 49% daarvan verkocht aan particuliere eigenaren. Sinds 2000 is Vogeldorp een gemeentelijk monument en sinds 2014 maakt het onderdeel uit van het rijksbeschermd stadsgezicht Amsterdam-Noord.
Anno 2021 gaan de bescheiden driekamerwoningen in Vogeldorp gemakkelijk voor 350.000 euro weg, onder het mom "populaire Vogeldorp, mooie architectuur en unieke sfeer."
Anno 2021 gaan de bescheiden driekamerwoningen in Vogeldorp gemakkelijk voor 350.000 euro weg, onder het mom "populaire Vogeldorp, mooie architectuur en unieke sfeer."
Ingezonden door Peter Mannot
Professionele of persoonlijke bandIn 2014 ingezonden door Peter Mannot (De Key).
In 2019 aangevuld door Verenigd Vogeldorp, die schrijft: 'Ik woon er en bestudeer het sindsdien intensief.'
In 2019 aangevuld door Verenigd Vogeldorp, die schrijft: 'Ik woon er en bestudeer het sindsdien intensief.'
Gerelateerde objecten