Details
Naam
Eigen Hulp complex Amsteldijk, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 25
IntroductieEen van de interessante verenigingsvormen die woningen lieten bouwen door Amsterdamse School-architecten. De vormgeving is zeker zo interessant.
AdresAmsteldijk 108-123, Amstelkade 1-2, Uithoornstraat 2-4
Postcode(s)1079
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Theo Lammers (Architect)
Datum1921 - 1923
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverCoöperatieve Bouwvereniging Eigen Hulp
Huidige eigenaarMeerdere particuliere eigenaren
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectGemeentelijk monument, Blok
AchtergrondOp 19 december 1913 werd door het District Amsterdam van de Vereniging 'Eigen Hulp' besloten tot oprichting van de Coöperatieve Bouwvereniging Eigen Hulp. De Bouwvereniging stelde zichzelf ten doel om aan haar leden gerieflijke woningen te verschaffen. De bewoners moesten lid zijn van de vereniging en, alvorens een woning te kunnen betrekken, moesten zij een aandeel in de Bouwvereniging nemen tot een bedrag, gelijk aan de jaarhuur van de te betrekken woning (het inleggeld). Bij overlijden, ontzetting of opzegging verplichtte de vereniging zich het bedrag aan aandelen terug te betalen (aan de zogeheten crediteuren ex. art. 21). De huurder ontving jaarlijks rente over het inleggeld. Deze regeling is tot en met de opheffing van de Vereniging blijven bestaan met een tijdelijke ontheffing gedurende de jaren dertig van de twintigste eeuw.
In 1914 werd een terrein in erfpacht aanvaard in het zich toen snel uitbreidende Amsterdam-Zuid achter het Concertgebouw, gelegen aan de De Lairessestraat hoek Banstraat. Architect Van Vliet ontwierp een bouwplan. Mede door de woningnood ten gevolge van de stilstand in de woningbouw gedurende de oorlogsjaren, steeg het ledenaantal van de vereniging tot boven de 100. In 1916 werd dan ook al aangedrongen over te gaan tot een tweede woningbouwproject. Na veel onderhandelen over de te betalen erfpacht, werd uiteindelijk een terrein aan de Amsteldijk voorbij het Amstelkanaal aanvaard. Architect was ditmaal Th.J. Lammers, die een plan ontwierp voor de bouw van 22 huizen, bevattende 66 woningen aan de Amsteldijk 108-123, Uithoornstraat 2 en 4 en Amstelkade 1 en 2.
Op 1 mei 1923 waren de huizen gereed voor bewoning en krap een maand later waren alle huizen verhuurd en betrokken. Totale kosten van het blok woningen bedroegen ruim 6 ton. In 1993 werden echter nog steeds vier van de 96 woningen bewoond door niet-leden.
De Algemene Ledenvergadering van 2007 besloot de woningen aan de leden te verkopen. Voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning moesten nog wel de nodige verbouwingen worden gerealiseerd. In 2008 werd het merendeel van de koopovereenkomsten getekend en in 2009 werden de woningen opgeleverd. De woningen van de niet-leden en van een lid dat niet tot aankoop wenste over te gaan, werden eind 2010 openbaar verkocht. In 2010 besloot de Algemene Ledenvergadering tot ontbinding van de Vereniging. Eind 2013 is de Vereniging geliquideerd.
Het archief van de Coöperatieve Bouwvereniging van het District Amsterdam Eigen Hulp werd in 1976 overgedragen aan het Stadsarchief. In 2010 werden de stukken tot 1993 aan het Stadsarchief overgedragen, waarna het gehele archief opnieuw is beschreven tot een samenhangende inventaris die tevens werd voorzien van een inleiding.
In 1914 werd een terrein in erfpacht aanvaard in het zich toen snel uitbreidende Amsterdam-Zuid achter het Concertgebouw, gelegen aan de De Lairessestraat hoek Banstraat. Architect Van Vliet ontwierp een bouwplan. Mede door de woningnood ten gevolge van de stilstand in de woningbouw gedurende de oorlogsjaren, steeg het ledenaantal van de vereniging tot boven de 100. In 1916 werd dan ook al aangedrongen over te gaan tot een tweede woningbouwproject. Na veel onderhandelen over de te betalen erfpacht, werd uiteindelijk een terrein aan de Amsteldijk voorbij het Amstelkanaal aanvaard. Architect was ditmaal Th.J. Lammers, die een plan ontwierp voor de bouw van 22 huizen, bevattende 66 woningen aan de Amsteldijk 108-123, Uithoornstraat 2 en 4 en Amstelkade 1 en 2.
Op 1 mei 1923 waren de huizen gereed voor bewoning en krap een maand later waren alle huizen verhuurd en betrokken. Totale kosten van het blok woningen bedroegen ruim 6 ton. In 1993 werden echter nog steeds vier van de 96 woningen bewoond door niet-leden.
De Algemene Ledenvergadering van 2007 besloot de woningen aan de leden te verkopen. Voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning moesten nog wel de nodige verbouwingen worden gerealiseerd. In 2008 werd het merendeel van de koopovereenkomsten getekend en in 2009 werden de woningen opgeleverd. De woningen van de niet-leden en van een lid dat niet tot aankoop wenste over te gaan, werden eind 2010 openbaar verkocht. In 2010 besloot de Algemene Ledenvergadering tot ontbinding van de Vereniging. Eind 2013 is de Vereniging geliquideerd.
Het archief van de Coöperatieve Bouwvereniging van het District Amsterdam Eigen Hulp werd in 1976 overgedragen aan het Stadsarchief. In 2010 werden de stukken tot 1993 aan het Stadsarchief overgedragen, waarna het gehele archief opnieuw is beschreven tot een samenhangende inventaris die tevens werd voorzien van een inleiding.
BeschrijvingHet is een gedetailleerd en zorgvuldig vormgegeven blok dat heel expressief is. Er is sprake van afgeronde hoekdelen met halfronde beglazing. Erkerpartijen met mooi houtwerk worden afgewisseld met vlakke geveldelen met balkons. Er zijn verschillende baksteensoorten toegepast die op verschillende manieren zijn gemetseld. Verder zijn er fantasierijke bijna organische versieringen op hoeken geplaatst. De bordessen zijn ook helemaal gemetseld en bij de ingangen bevinden zich fantasievolle raampjes. Alle elementen aan de gevel keren op meerdere plaatsen terug zonder dat het geheel eentonig wordt.
InterieurAan de Amsteldijk gaat het om vrij statige woningen met (oorspronkelijk) een grote hal en een aantal kamers aan zowel voor als achterzijde. Aan de achterzijde een ruim balkon met houten balkonhek. In het bovenlicht van de hal, waar aanwezig, is bij tenminste één woning sprake van glas in lood in Amsterdamse School-stijl. In de oorspronkelijke en-suite woonkamers aan de voorzijde zaten oorspronkelijk mooie deuren met glas in lood. In tenminste één woning is sprake van glas in lood in de erker.
Recente ontwikkelingenIn de jaren '60 en '70 werden de woningen gemoderniseerd door de aanleg van centrale verwarming, aardgas, dubbele ramen en moderne badkamers en keukenblokken. Het complex werd vervolgens in de jaren 1991-1993 door architect ir. M.F. Hartman geheel gerenoveerd en gerestaureerd. Het is de moeite waard hier uitgebreid in te gaan op deze renovatie, want hier werd pionierswerk verricht op het gebied van de renovatie in de Gordel 20-40.
Het is vandaag de dag niet meer voor te stellen maar de woningen verkeerden bouwkundig gezien in een erbarmelijke staat. Architectonisch gezien was het al even erg. Er waren zoveel voor het gebouw karakteristieke onderdelen gesloopt, dat monumentenzorg het als waardevol Amsterdamse School-object had afgeschreven en “te ver heen” vond om op de monumentenlijst te plaatsen. Om dezelfde reden was ook de eigenaresse nauwelijks geïnteresseerd in de culturele waarde van haar bezit. Bouw- en Woningtoezicht verwachtte van de architect dat hij zou zorgen dat de bouwtechnische gebreken zouden worden opgeheven, maar vond het blok verder van geen belang (!).
Na een gedegen onderzoek vatte Hartman zo veel liefde op voor het complex, dat hij er zich voor in ging zetten om de oorspronkelijke situatie in ere te herstellen en niet alleen bouwtechnisch te renoveren maar ook te restaureren en te reconstrueren. Hij deed dat zo overtuigend dat de eigenaresse en Bouw- en Woningtoezicht zijn opvatting gingen delen. Monumentenzorg bleef niet achter en verklaarde dat zij het gebouw op de monumentenlijst zou plaatsen wanneer het op de voorgestelde wijze zou zijn gerenoveerd. Hiermee was de basis gelegd voor een renovatieplan.
De totale kosten bedroegen 5 miljoen gulden, waarvan de architect uit verschillende bronnen 3,5 miljoen gulden aan subsidies bij elkaar gesprokkeld heeft. Daarvan is het complex zeer grondig gerestaureerd. Het metselwerk is gerepareerd en zonder chemicaliën gereinigd. De gesloopte bovenranden van de gevels zijn weer opgemetseld waarvoor de bakstenen in verband met de kleur van de verschillende steenfabrieken moesten worden betrokken en in het werk moesten worden gemengd. De staande open voegen ten behoeve van de ventilatie zijn vergroot en daarachter zijn suskasten aangebracht.
De in het metselwerk ingewerkte stalen balken zijn waar nodig vervangen en verder ontroest en geconserveerd. De randbalken van de balkons en de hijsbalken zijn alle vervangen. De staalconstructie is herberekend en waar nodig verzwaard. De schoorstenen zijn alle opnieuw in de oorspronkelijke vorm opgemetseld. De ramen en deuren in de voorgevel zijn alle vervangen en de kozijnen ook, voor zover nodig. De eerder aangebrachte aluminium kozijnen zijn verwijderd. De nieuwe ramen zijn voorzien van isolatieglas. In de achtergevel zijn de kozijnen, de ramen en de deuren vervangen voor zover ze in een slechte staat verkeerden. De balkonhekken zijn in hout in de oorspronkelijke vorm opnieuw gemaakt.
Het nieuwe metselwerk verschilt qua kleur en structuur zodanig van het bestaande metselwerk, dat het totaalbeeld minder homogeen is geworden dan het vroeger moet zijn geweest. Niettemin zijn we architect Hartman zeer veel dank verschuldigd en stond dit min of meer afgeschreven complex er zonder hem vandaag de dag niet zo prachtig bij. (bron: Luursema en Mulder 1995)
Het is vandaag de dag niet meer voor te stellen maar de woningen verkeerden bouwkundig gezien in een erbarmelijke staat. Architectonisch gezien was het al even erg. Er waren zoveel voor het gebouw karakteristieke onderdelen gesloopt, dat monumentenzorg het als waardevol Amsterdamse School-object had afgeschreven en “te ver heen” vond om op de monumentenlijst te plaatsen. Om dezelfde reden was ook de eigenaresse nauwelijks geïnteresseerd in de culturele waarde van haar bezit. Bouw- en Woningtoezicht verwachtte van de architect dat hij zou zorgen dat de bouwtechnische gebreken zouden worden opgeheven, maar vond het blok verder van geen belang (!).
Na een gedegen onderzoek vatte Hartman zo veel liefde op voor het complex, dat hij er zich voor in ging zetten om de oorspronkelijke situatie in ere te herstellen en niet alleen bouwtechnisch te renoveren maar ook te restaureren en te reconstrueren. Hij deed dat zo overtuigend dat de eigenaresse en Bouw- en Woningtoezicht zijn opvatting gingen delen. Monumentenzorg bleef niet achter en verklaarde dat zij het gebouw op de monumentenlijst zou plaatsen wanneer het op de voorgestelde wijze zou zijn gerenoveerd. Hiermee was de basis gelegd voor een renovatieplan.
De totale kosten bedroegen 5 miljoen gulden, waarvan de architect uit verschillende bronnen 3,5 miljoen gulden aan subsidies bij elkaar gesprokkeld heeft. Daarvan is het complex zeer grondig gerestaureerd. Het metselwerk is gerepareerd en zonder chemicaliën gereinigd. De gesloopte bovenranden van de gevels zijn weer opgemetseld waarvoor de bakstenen in verband met de kleur van de verschillende steenfabrieken moesten worden betrokken en in het werk moesten worden gemengd. De staande open voegen ten behoeve van de ventilatie zijn vergroot en daarachter zijn suskasten aangebracht.
De in het metselwerk ingewerkte stalen balken zijn waar nodig vervangen en verder ontroest en geconserveerd. De randbalken van de balkons en de hijsbalken zijn alle vervangen. De staalconstructie is herberekend en waar nodig verzwaard. De schoorstenen zijn alle opnieuw in de oorspronkelijke vorm opgemetseld. De ramen en deuren in de voorgevel zijn alle vervangen en de kozijnen ook, voor zover nodig. De eerder aangebrachte aluminium kozijnen zijn verwijderd. De nieuwe ramen zijn voorzien van isolatieglas. In de achtergevel zijn de kozijnen, de ramen en de deuren vervangen voor zover ze in een slechte staat verkeerden. De balkonhekken zijn in hout in de oorspronkelijke vorm opnieuw gemaakt.
Het nieuwe metselwerk verschilt qua kleur en structuur zodanig van het bestaande metselwerk, dat het totaalbeeld minder homogeen is geworden dan het vroeger moet zijn geweest. Niettemin zijn we architect Hartman zeer veel dank verschuldigd en stond dit min of meer afgeschreven complex er zonder hem vandaag de dag niet zo prachtig bij. (bron: Luursema en Mulder 1995)
Bronnen
Gemeentelijk monumenten Project 2008-2014, Gemeente Amsterdam stadsdeel Zuid.
Edzard Luursema en Bertus Mulder, Handboek Renovatie Gordel 20-40 (Bussum 1995).
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandEen bijzonder fraai en prachtig gerestaureerd complex, vooral in de ochtendzon als alle details tot leven komen. In de literatuur over de Amsterdamse School komt het opvallend weinig aan bod. Op zoek naar een huis ben ik in 2009 met makelaars in een aantal woningen geweest. Sommige woningen ademden nog enigszins een ouderwetse sfeer en hadden nog behoorlijk veel authentieke details zoals schuifdeuren en glas in lood. Als ik nu de foto's op Funda zie vrees ik dat in een aantal gevallen vrij rücksichtslos is gerenoveerd.
Gerelateerde objecten