Details
Naam
Hospesbrug, Overveen
Aantal afbeeldingen: 14
IntroductieEen prachtige, plastische brug waarbij duidelijk goed naar het werk van Piet Kramer is gekeken. Hoe zou het eruit hebben gezien met brughuisjes?
AdresKorte Zijlweg
Postcode(s)2051 BD
PlaatsOverveen
LandNederland
Type objectBrug, Gemeentelijk monument
Vervaardiger Ch. Lebeau (Architect)
Datum1932
OpdrachtgeverGemeente Haarlem
AchtergrondOp 8 oktober 1931 laat de Nieuwe Haarlemsche Courant een ontwerptekening zien van de brug die de bestaande Hospesburg moet gaan vervangen, die te klein is geworden voor het toegenomen verkeer. De nieuwe brug is een ontwerp van Charles Lebeau, een technisch ambtenaar bij de gemeente Bloemendaal. Op de tekening, die helaas niet heel duidelijk is, staan twee torentjes afgebeeld. ‘De beide torentjes, die ’n aardige versiering worden, zullen gebruikt kunnen worden als kioskjes voor fruit, prentbriefkaarten, limonade e.d. Vrees, dat drukke klandizie het verkeer zal belemmeren, behoeft niet te bestaan, want er is ruimte genoeg’, aldus de Nieuwe Haarlemsche Courant.
Ruim een maand later is de fundering van gewapend beton van de bruggenhoofden zover gevorderd, dat begonnen kan worden met het opmetselen van de muren. Weer een maand later, we schrijven 16 december 1931, wordt gemeld dat er onder de raadsleden van Bloemendaal toch enige twijfel is ontstaan over de torentjes. Om te beoordelen hoe ze zullen bevallen, wordt besloten een proeftoren van hout te maken en deze enige dagen te laten staan. De journalist van de Nieuwe Haarlemsche Courant heeft zo z’n twijfels over dit plan:
‘Want stel, dat ’t eene raadslid den toren te hoog, ’t andere te laag vindt; dat hij door den een als te slank, door den ander als te plomp wordt geoordeeld, dat er voorts geluiden zullen klinken als te rond, te vierkant, te spits of te stomp, te groot of te klein, dat er wellicht zijn die zullen zeggen: „als je zulke torens hebt, heb je nog geen torens”, of anderen, die zullen beweren, dat je met zulke torens niet ongetorend bent, wat dan? Vijftien raadsleden, 15 zinnen. We zijn benieuwd, wat de vrucht zal zijn van deze manier van werken.’
De vrees van de journalist wordt bewaarheid, want op de gemeenteraadsvergadering van 21 januari 1932 wordt – met 9 tegen 4 stemmen – tegen het plan gestemd om de Hospesbrug van torentjes te voorzien. Een dag later wordt gemeld dat de brug, waarvan door voetgangers en fietsers al langer gebruik blijkt te worden gemaakt, zonder enig ceremonieel geopend is.
Dat de brug geen torentjes zal krijgen valt niet goed in Overveen, aldus een artikel van 30 januari 1932 in de Nieuwe Haarlemsche Courant getiteld ‘Waarom geen torentjes?’
‘Met groote verwondering heeft men in Overveen kennis genomen van de mededeeling, dat de torentjes op de Hospesbrug om redenen van bezuiniging, niet gebouwd zullen worden. Want – zoo wordt geredeneerd – wat maken de luttele kosten van die torentjes nu uit op de totale kosten van ’t werk? ’t Lijkt er op of iemand, die een kapitale villa laat bouwen, geen krukken inde deuren laat maken, omdat anders de kosten te hoog zouden worden. Oude steenen zijn er nog genoeg om de torentjes te zetten. Werklooze metselaars, die, of ze metselen of niet, toch betaald moeten worden, zijn er ook. En zoo is 's ook met de timmerlui, die de paar kozijntjes zouden moeten maken. De koperen platen, die voor de spitsen noodig zijn, zijn met centen te betalen. ’t Is zelfs de vraag, of men zonder torentjes goedkooper uit zal zijn dan met torentjes. ’t Lag n.l. in de bedoeling van P. W., deze torentjes dienstbaar te maken aan de verlichting van de brug. Nu de torens niet komen, zal men noodwendig een paar andere lichtinstallaties moeten maken, die natuurlijk eenigszins in overeenstemming moeten worden met den royalen opzet van het bouwwerk. En we hoorden van bevoegde zijde zelfs beweren, dat de kosten hiervan nog wel eens hooger konden zijn dan die van de beide eenvoudige, geheel bij de brug passende torentjes. Heeft de raad bij het nemen van zijn veto hieraan wel gedacht? En als de raad nu eens door dit schrijven tot ander inzicht mocht zijn gekomen, zou er dan toch nog niet besloten kunnen worden, om de torentjes toch nog maar wel te bouwen? Of, zit er wat anders achter?’
Ruim een maand later is de fundering van gewapend beton van de bruggenhoofden zover gevorderd, dat begonnen kan worden met het opmetselen van de muren. Weer een maand later, we schrijven 16 december 1931, wordt gemeld dat er onder de raadsleden van Bloemendaal toch enige twijfel is ontstaan over de torentjes. Om te beoordelen hoe ze zullen bevallen, wordt besloten een proeftoren van hout te maken en deze enige dagen te laten staan. De journalist van de Nieuwe Haarlemsche Courant heeft zo z’n twijfels over dit plan:
‘Want stel, dat ’t eene raadslid den toren te hoog, ’t andere te laag vindt; dat hij door den een als te slank, door den ander als te plomp wordt geoordeeld, dat er voorts geluiden zullen klinken als te rond, te vierkant, te spits of te stomp, te groot of te klein, dat er wellicht zijn die zullen zeggen: „als je zulke torens hebt, heb je nog geen torens”, of anderen, die zullen beweren, dat je met zulke torens niet ongetorend bent, wat dan? Vijftien raadsleden, 15 zinnen. We zijn benieuwd, wat de vrucht zal zijn van deze manier van werken.’
De vrees van de journalist wordt bewaarheid, want op de gemeenteraadsvergadering van 21 januari 1932 wordt – met 9 tegen 4 stemmen – tegen het plan gestemd om de Hospesbrug van torentjes te voorzien. Een dag later wordt gemeld dat de brug, waarvan door voetgangers en fietsers al langer gebruik blijkt te worden gemaakt, zonder enig ceremonieel geopend is.
Dat de brug geen torentjes zal krijgen valt niet goed in Overveen, aldus een artikel van 30 januari 1932 in de Nieuwe Haarlemsche Courant getiteld ‘Waarom geen torentjes?’
‘Met groote verwondering heeft men in Overveen kennis genomen van de mededeeling, dat de torentjes op de Hospesbrug om redenen van bezuiniging, niet gebouwd zullen worden. Want – zoo wordt geredeneerd – wat maken de luttele kosten van die torentjes nu uit op de totale kosten van ’t werk? ’t Lijkt er op of iemand, die een kapitale villa laat bouwen, geen krukken inde deuren laat maken, omdat anders de kosten te hoog zouden worden. Oude steenen zijn er nog genoeg om de torentjes te zetten. Werklooze metselaars, die, of ze metselen of niet, toch betaald moeten worden, zijn er ook. En zoo is 's ook met de timmerlui, die de paar kozijntjes zouden moeten maken. De koperen platen, die voor de spitsen noodig zijn, zijn met centen te betalen. ’t Is zelfs de vraag, of men zonder torentjes goedkooper uit zal zijn dan met torentjes. ’t Lag n.l. in de bedoeling van P. W., deze torentjes dienstbaar te maken aan de verlichting van de brug. Nu de torens niet komen, zal men noodwendig een paar andere lichtinstallaties moeten maken, die natuurlijk eenigszins in overeenstemming moeten worden met den royalen opzet van het bouwwerk. En we hoorden van bevoegde zijde zelfs beweren, dat de kosten hiervan nog wel eens hooger konden zijn dan die van de beide eenvoudige, geheel bij de brug passende torentjes. Heeft de raad bij het nemen van zijn veto hieraan wel gedacht? En als de raad nu eens door dit schrijven tot ander inzicht mocht zijn gekomen, zou er dan toch nog niet besloten kunnen worden, om de torentjes toch nog maar wel te bouwen? Of, zit er wat anders achter?’
BeschrijvingDe Hopsesbrug is een vaste brug over de Brouwersvaart, aan de rand van het Ramplaankwartier, op de grens van Haarlem en Overveen (gemeente Bloemendaal). De Korte Zijlweg loopt over de brug.
De brede brug vormt zich naar de (groene) omgeving en geeft deze tevens vorm. De getrapte kademuren slingeren als een kronkelende slang langs de oevers van de Brouwersvaart. In de brug zijn plantenbakken verwerkt en in de westzijde zit ook een bankje. De muren zijn versierd met staande, uitstekende stenen. De plastische uitstraling wordt versterkt door de granieten koppen op drie van de vier getrapte uiteinden. De gedachte aan Piet Kramer is bij het bewonderen van deze brug – ondanks dat de torentjes ontbreken en er geen sprake is van siersmeedijzer – nooit ver weg.
De brede brug vormt zich naar de (groene) omgeving en geeft deze tevens vorm. De getrapte kademuren slingeren als een kronkelende slang langs de oevers van de Brouwersvaart. In de brug zijn plantenbakken verwerkt en in de westzijde zit ook een bankje. De muren zijn versierd met staande, uitstekende stenen. De plastische uitstraling wordt versterkt door de granieten koppen op drie van de vier getrapte uiteinden. De gedachte aan Piet Kramer is bij het bewonderen van deze brug – ondanks dat de torentjes ontbreken en er geen sprake is van siersmeedijzer – nooit ver weg.
Ingezonden door Marcel Westhoff
Professionele of persoonlijke bandDit was toch wel een verrassende ontdekking aan de rand van Haarlem!
Gerelateerde objecten