Details
Naam
Directiegebouw Telefoondienst, Herengracht 295-305, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 10
IntroductieDe monumentale Amsterdamse School-gevel verdween helaas in 1955, maar de ingang werd herplaatst in de Watergraafsmeer.
AdresHerengracht 295
Postcode(s)1016 BL
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Gerrit Jan Rutgers (Architect)
Pieter Marnette (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Pieter Marnette (Architect)
Publieke Werken (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Datum1916 - 1919
Huidige staatGesloopt
OpdrachtgeverGemeentelijke Telefoonbedrijf Amsterdam
Oorspronkelijke functieKantoorgebouw
Type objectGebouw
AchtergrondDe afdeling gebouwen ontwierp dit pand in opdracht van de Gemeentelijke Telefoondienst Amsterdam. De Telefoniecentrale Centrum aan de Singel 340 liep door tot aan de Herengracht 293-305, waar onder meer de directie zetelde.
De percelen werden aangekocht in 1913. De bouw kreeg te maken met vertragingen. Ten eerste bleek er meer ruimte nodig en ten tweede waren er materieelproblemen ten gevolge van de oorlog. In een artikel in Bouwkundig Weekblad (maart 1922) schetst Hulshoff, de directeur van de afdeling Gebouwen, de problemen. Hulshoff geeft aan dat vooral Rutgers en Marnette aan het gebouw werkten. Hildo Krop verzorgde de beeldhouwwerken. Het meeste werk besteedde Krop aan de hoofdingang van het directiegebouw.
In de jaren vijftig voldeed het gebouw aan de Herengracht niet meer en werd het afgebroken. In 1955 werd een nieuw gebouw neergezet, naar ontwerp van Kees van der Wilk. Dit gebouw staat er nog altijd. De corresponderende gevel aan het Singel, ook van Marnette en Rutgers, is blijven staan. Hoewel de gevels aan de beide grachten op elkaar leken, waren er belangrijke verschillen. De hoofdingang vond een nieuwe plaats aan de Kamerlingh Onneslaan in de Watergraafsmeer, bij de Vierde Centrale.
De percelen werden aangekocht in 1913. De bouw kreeg te maken met vertragingen. Ten eerste bleek er meer ruimte nodig en ten tweede waren er materieelproblemen ten gevolge van de oorlog. In een artikel in Bouwkundig Weekblad (maart 1922) schetst Hulshoff, de directeur van de afdeling Gebouwen, de problemen. Hulshoff geeft aan dat vooral Rutgers en Marnette aan het gebouw werkten. Hildo Krop verzorgde de beeldhouwwerken. Het meeste werk besteedde Krop aan de hoofdingang van het directiegebouw.
In de jaren vijftig voldeed het gebouw aan de Herengracht niet meer en werd het afgebroken. In 1955 werd een nieuw gebouw neergezet, naar ontwerp van Kees van der Wilk. Dit gebouw staat er nog altijd. De corresponderende gevel aan het Singel, ook van Marnette en Rutgers, is blijven staan. Hoewel de gevels aan de beide grachten op elkaar leken, waren er belangrijke verschillen. De hoofdingang vond een nieuwe plaats aan de Kamerlingh Onneslaan in de Watergraafsmeer, bij de Vierde Centrale.
BeschrijvingHet gebouw telde zeven traveeën en had zes bouwlagen: een kelder, een begane grond voor de magazijndienst, de eerste verdieping met de kamers van de directie, de tweede verdieping voor boekhouding, kas en archief, de derde met ruimten voor huisaanleg en buitenaanleg, de zolder met onder meer tekenzalen en koffiekamer.
De begane grond bestond uit blokken ruw behakte natuursteen (muschelkalksteen), die voor reliëf zorgden. Aan de bovenzijde van de pilasters tussen de ramen bevonden zich kapitelen, die samengesteld waren uit emblemen ontleend aan het telefoonbedrijf. Aan de onderzijden was een dierfiguur gehouwen, die de snelheid verbeeldde.
De hoofdingang in muschelkalksteen (nu nog te zien aan de Kamerlingh Onneslaan in de Watergraafsmeer) moest het grote belang van de telefonie voor de handel en scheepvaart uitdrukken. Centraal bevindt zich een Mercurius-kop. Aan de penanten verbeelden de figuren van een Afrikaan, Aziaat, Indiaan en Inuit het wijde bereik van de telefoon. Voorts zijn de smeedijzeren letters "TELEFOONDIENST" boven de deuren erg mooi, evenals de stootborden en het smeedwerk dat de ramen beschermt.
De begane grond bestond uit blokken ruw behakte natuursteen (muschelkalksteen), die voor reliëf zorgden. Aan de bovenzijde van de pilasters tussen de ramen bevonden zich kapitelen, die samengesteld waren uit emblemen ontleend aan het telefoonbedrijf. Aan de onderzijden was een dierfiguur gehouwen, die de snelheid verbeeldde.
De hoofdingang in muschelkalksteen (nu nog te zien aan de Kamerlingh Onneslaan in de Watergraafsmeer) moest het grote belang van de telefonie voor de handel en scheepvaart uitdrukken. Centraal bevindt zich een Mercurius-kop. Aan de penanten verbeelden de figuren van een Afrikaan, Aziaat, Indiaan en Inuit het wijde bereik van de telefoon. Voorts zijn de smeedijzeren letters "TELEFOONDIENST" boven de deuren erg mooi, evenals de stootborden en het smeedwerk dat de ramen beschermt.
InterieurOp een foto van het verloren gegane trappenhuis is te zien dat er sprake van van sierlijk smeedwerk en glas-in-loodramen. In het artikel van Hulshoff zijn nog twee andere foto's van het interieur afgedrukt.
Bronnen
- 'A.R. Hulshoff, Het hoofdgebouw van den gemeentelijken telefoondienst te Amsterdam.' In: Bouwkundig Weekblad no 10, 11 maart 1922, blz 92-100.
- Pim van Schaik, Publieke Werken. Hoeksteen van de Amsterdamse School 1915-1935 (Stokerkade, 2018).
Professionele of persoonlijke bandHet was een brok van een gebouw aan de gracht en daarom eigenlijk te groot. Toch zonde dat het is verdwenen. De huidige gevel uit 1955 heeft ook zijn charmes.
Gerelateerde objecten