Details
Naam
Postzegels 1 en 2 cent, De leeuw in de Hollandse tuin
Aantal afbeeldingen: 5
IntroductieVanaf de jaren twintig voltrok zich een artistieke hervorming bij de posterijen die zich uitstrekte van de kantoorinterieurs tot aan de brievenbussen. Door kunstenaars ontworpen postzegels werden het visitekaartje van het bedrijf.
Type objectGrafisch ontwerp
Vervaardiger Michel de Klerk (Kunstenaar)
Datum1923
Materiaalpapier
Huidige eigenaarMuseum Het Schip
AchtergrondMichel de Klerk ontwierp deze zegels in het kader van een postzegelprijsvraag die in 1920 werd uitgeschreven op initiatief van de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst (V.A.N.K). Mr. J.F. van Royen, lid van het college van advies van de VANK en tevens SG van de Posterijen en Telegrafie had zich in 1912 al laatdunkend uitgelaten over het Rijksdrukwerk. In zijn ogen was dit “leelijk, leelijk, leelijk d.i. driewerf leelijk”.
BeschrijvingDe postzegel is een steendruk uitgevoerd door Joh. Enschedé en Zoonen.
De zegel van 1 cent is paarsblauw, die van 2 cent is oranje.
De zegel toont een leeuw met geheven zwaard. Zijn linkerpoot rust op iets wat een mand lijkt te zijn. De leeuw wordt omgeven door de takken en bladeren van een boom die de zegel tot de randen vullen. (In het oorspronkelijke ontwerp van De Klerk lopen de takken en bladeren niet tot aan de zegelrand.)
De afbeelding gaat terug op de leeuw in de Hollandse tuin op bijvoorbeeld gevelstenen en penningen uit de 16e en 17e eeuw. De Hollandse tuin is in de heraldiek een omheining of haag met een toegangshek. Waarschijnlijk is dit op postzegelformaat een soort mand geworden, omdat de geldwaarde er aan weerszijden op moest passen. Kenmerken van de Amsterdamse School zijn het expressionisme en de decoratieve stijl.
Naast de open prijsvraag werden vijf kunstenaars aangezocht een ontwerp in te zenden voor een zegel mét en zonder beeltenis van koningin Wilhelmina: Michel de Klerk, J.L.M. Lauweriks, Chr. Lebeau, S.H. de Roos en Jan Toorop. Lauweriks en Toorop deden niet mee. 90 kunstenaars zonden hun ontwerpen anoniem in onder een motto. Het motto van Michel de Klerk was "Graficus". Omdat geen van de ontwerpen voldeed aan alle vooraf gestelde eisen werden de twee hoofdprijzen niet uitgekeerd. De eerste twaalf ontwerpers, waaronder Michel de Klerk, ontvingen een aangepaste geldprijs. Alleen zijn ontwerp zonder de beeltenis van het staatshoofd werd in 1923, na een aanpassing, als postzegel van 1 en 2 cent uitgegeven.
In een commentaar op de prijsvraag dat in 1921 verscheen van de hand van een teleurgestelde deelnemer (Herman Hana) wordt het ontwerp van De Klerk bekritiseerd: “(…) met de klauwen rustend op den rand van zijn poezemandje, jongen, dat is zoo’n kwaie.” Volgens Hana is de zegel niet vlak genoeg en is de jury “door valsche lokmiddelen verleid (…) naar de doolpaadjes van de voortijd.”
Het expressionisme van het ontwerp is ook een reden waarom het niet geschikt is voor postzegelformaat: “ Toch (…) is dit een picturaal-decoratieve voorstelling (…) geen post-zegel ornamentatie.”
De zegel van 1 cent is paarsblauw, die van 2 cent is oranje.
De zegel toont een leeuw met geheven zwaard. Zijn linkerpoot rust op iets wat een mand lijkt te zijn. De leeuw wordt omgeven door de takken en bladeren van een boom die de zegel tot de randen vullen. (In het oorspronkelijke ontwerp van De Klerk lopen de takken en bladeren niet tot aan de zegelrand.)
De afbeelding gaat terug op de leeuw in de Hollandse tuin op bijvoorbeeld gevelstenen en penningen uit de 16e en 17e eeuw. De Hollandse tuin is in de heraldiek een omheining of haag met een toegangshek. Waarschijnlijk is dit op postzegelformaat een soort mand geworden, omdat de geldwaarde er aan weerszijden op moest passen. Kenmerken van de Amsterdamse School zijn het expressionisme en de decoratieve stijl.
Naast de open prijsvraag werden vijf kunstenaars aangezocht een ontwerp in te zenden voor een zegel mét en zonder beeltenis van koningin Wilhelmina: Michel de Klerk, J.L.M. Lauweriks, Chr. Lebeau, S.H. de Roos en Jan Toorop. Lauweriks en Toorop deden niet mee. 90 kunstenaars zonden hun ontwerpen anoniem in onder een motto. Het motto van Michel de Klerk was "Graficus". Omdat geen van de ontwerpen voldeed aan alle vooraf gestelde eisen werden de twee hoofdprijzen niet uitgekeerd. De eerste twaalf ontwerpers, waaronder Michel de Klerk, ontvingen een aangepaste geldprijs. Alleen zijn ontwerp zonder de beeltenis van het staatshoofd werd in 1923, na een aanpassing, als postzegel van 1 en 2 cent uitgegeven.
In een commentaar op de prijsvraag dat in 1921 verscheen van de hand van een teleurgestelde deelnemer (Herman Hana) wordt het ontwerp van De Klerk bekritiseerd: “(…) met de klauwen rustend op den rand van zijn poezemandje, jongen, dat is zoo’n kwaie.” Volgens Hana is de zegel niet vlak genoeg en is de jury “door valsche lokmiddelen verleid (…) naar de doolpaadjes van de voortijd.”
Het expressionisme van het ontwerp is ook een reden waarom het niet geschikt is voor postzegelformaat: “ Toch (…) is dit een picturaal-decoratieve voorstelling (…) geen post-zegel ornamentatie.”
Bronnen
Mw. I.C. van der Vlies, 'Roijen, Jean François van (1878-1942)', in Biografisch Woordenboek van Nederland.
Herman Hana en Meester E.A.J., De postzegelprijsvraag (Haarlem, 1921).
Links
Ingezonden door Sylvia Moerland
Professionele of persoonlijke bandDeze postzegel behoort tot de collectie van Museum Het Schip. Bijzonder is dat Michel de Klerk een iconisch beeld uit de Nederlandse heraldiek heeft vertaald naar de vormentaal van de Nieuwe Kunst.
Gerelateerde objecten