Details
Naam
Olympisch Stadion-complex Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 16
IntroductieCitius, Altius, Fortius ofwel sneller, hoger, sterker! Het motto op het Olympisch Stadion.
AdresOlympisch Stadion 1
Postcode(s)1076
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Jan Wils (Architect)
Jan Altdorf (Kunstenaar)
Jan Altdorf (Kunstenaar)
Datum1928
Huidige staatGerealiseerd
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer451749
AchtergrondDe architect Jan Wils werkte aanvankelijk bij Berlage en kwam hierdoor in aanraking met de Amsterdamse School. Wils had echter de neiging naar meer eenvoudige en strakke architectuur. Hij werd één van de oprichters van de Stijl. Wils vond deze stroming echter te radicaal en neigde meer naar de architectuur van Frank Lloyd Wright, met meer aandacht voor de horizontale lijn. Hierdoor ontstond hier te lande de Nieuwe Haagse School. De stroming kenmerkt zich door gebruik van rechthoekige blokken en vlakken, strakker dan de Amsterdamse School.
In het Olympisch Stadion zijn duidelijk voorbeelden hiervan te vinden. Niettemin liet Wils de Amsterdamse School niet helemaal los. Hij wilde de architectuur laten aansluiten bij de rest van de Stadionbuurt die alle kenmerken heeft van het Plan Zuid van Berlage, waarin de Amsterdamse School sterk is vertegenwoordigd. Daarom is het Olympisch Stadion eigenlijk een mengeling van stijlen geworden, maar de Amsterdamse School is duidelijk te herkennen in de details: zichtbaar zijn versieringen en verfijnde composities. Je zou kunnen zeggen dat we hier te maken hebben met een meer zakelijke variant van de Amsterdamse School, maar nog functionalistisch of modernistisch.
Aanvankelijk had Amsterdam in 1987 sloopplannen, maar na luid protest onder leiding van de onvergetelijke ex-Amstel Bierdirecteur Piet Kranenburg, werd hiervan afgezien. In 2002 werd het grondig gerenoveerde stadion opnieuw in gebruik genomen.
Tegenwoordig vinden er kleinschalige sportevenementen plaats en bieden de ruimtes onder en naast de tribunes ruimte aan een dertigtal bedrijven die iets met sport te maken hebben. Ook is er een museum, 'Olympic Experience', waar veel over de geschiedenis van het stadion en de hedendaagse sportbeoefening te vinden is.
In het Olympisch Stadion zijn duidelijk voorbeelden hiervan te vinden. Niettemin liet Wils de Amsterdamse School niet helemaal los. Hij wilde de architectuur laten aansluiten bij de rest van de Stadionbuurt die alle kenmerken heeft van het Plan Zuid van Berlage, waarin de Amsterdamse School sterk is vertegenwoordigd. Daarom is het Olympisch Stadion eigenlijk een mengeling van stijlen geworden, maar de Amsterdamse School is duidelijk te herkennen in de details: zichtbaar zijn versieringen en verfijnde composities. Je zou kunnen zeggen dat we hier te maken hebben met een meer zakelijke variant van de Amsterdamse School, maar nog functionalistisch of modernistisch.
Aanvankelijk had Amsterdam in 1987 sloopplannen, maar na luid protest onder leiding van de onvergetelijke ex-Amstel Bierdirecteur Piet Kranenburg, werd hiervan afgezien. In 2002 werd het grondig gerenoveerde stadion opnieuw in gebruik genomen.
Tegenwoordig vinden er kleinschalige sportevenementen plaats en bieden de ruimtes onder en naast de tribunes ruimte aan een dertigtal bedrijven die iets met sport te maken hebben. Ook is er een museum, 'Olympic Experience', waar veel over de geschiedenis van het stadion en de hedendaagse sportbeoefening te vinden is.
BeschrijvingHet skelet van het stadion is van beton, de buitenkant is bekleed met bakstenen afgewisseld met natuurstenen accenten. Als opvallend voorbeeld van dit laatste zijn de twee natuurstenen reliëfs van Jan Altdorf bij de ingang van het stadion welke een sportman resp. een klassiek figuur met palmtak uitbeelden. Amsterdamse School-elementen zijn de grote losstaande houders van vlaggenstokken in veelvlakkig metselwerk, het metselwerk boven de ingangen dat bestaat uit hoge sleuven, de elegante lampen bij de ingangen en de verspringende metselverbanden die variatie geven aan grote baksteenvlakken.
De horizontalistische architectuur van Frank Lloyd Wright is herkenbaar aan de horizontale elementen bij de ingang tot de hoofdtribune en grote vierkante plantenbakken die min of meer zwevend – als een groot horizontaal vlak - uit het metselwerk springen. Vlak voor de hoofdingang staat de ruim 42 meter (namelijk 1/1000-ste deel van de marathonafstand) hoge Marathontoren. Ook deze toren is een rijksmonument (no. 451750).
Tijdens de Olympische Spelen in 1928 brandde hier in de grote schaal een vuur. Het vuur was niet echt duidelijk te zien, maar wel de rook. Onder de schaal liggen galmgaten met boven en onder schuine klankborden, bestemd voor luidsprekers. Deze luidsprekers waren de eerste die bij Olympische Spelen werden gebruikt. Onder deze galmgaten liggen open balkons bestemd voor bazuinblazers. De Olympische ringen zijn later op de toren aangebracht. De toren is verder geheel uit gewapend beton opgetrokken en grotendeels met bakstenen bedekt.
De horizontalistische architectuur van Frank Lloyd Wright is herkenbaar aan de horizontale elementen bij de ingang tot de hoofdtribune en grote vierkante plantenbakken die min of meer zwevend – als een groot horizontaal vlak - uit het metselwerk springen. Vlak voor de hoofdingang staat de ruim 42 meter (namelijk 1/1000-ste deel van de marathonafstand) hoge Marathontoren. Ook deze toren is een rijksmonument (no. 451750).
Tijdens de Olympische Spelen in 1928 brandde hier in de grote schaal een vuur. Het vuur was niet echt duidelijk te zien, maar wel de rook. Onder de schaal liggen galmgaten met boven en onder schuine klankborden, bestemd voor luidsprekers. Deze luidsprekers waren de eerste die bij Olympische Spelen werden gebruikt. Onder deze galmgaten liggen open balkons bestemd voor bazuinblazers. De Olympische ringen zijn later op de toren aangebracht. De toren is verder geheel uit gewapend beton opgetrokken en grotendeels met bakstenen bedekt.
Ingezonden door Paul Paris
Professionele of persoonlijke bandAls kind zag ik in het stadion wel eens de praalwagens van het Aalsmeers bloemencorso.
Gerelateerde objecten