Details
Naam
Het Scheepvaarthuis
Aantal afbeeldingen: 55
IntroductieMisschien het belangrijkste en meest complete gebouw van de Amsterdamse School.
AdresPrins Hendrikkade 108-114
Postcode(s)1011 AK
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger Joan van der Meij (Architect)
A.D.N. (Dolf) van Gendt (Architect)
J.G. van Gendt (Architect)
Michel de Klerk (Architect)
Piet Kramer (Architect)
Theo Nieuwenhuis (Architect)
Co Franswa (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Hendrik van den Eijnde (Kunstenaar)
Carel Lion Cachet (Kunstenaar)
W.C. Brouwer (Kunstenaar)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Toon Rädecker (Kunstenaar)
Joop van Lunteren (Kunstenaar)
A.D.N. (Dolf) van Gendt (Architect)
J.G. van Gendt (Architect)
Michel de Klerk (Architect)
Piet Kramer (Architect)
Theo Nieuwenhuis (Architect)
Co Franswa (Architect)
Hildo Krop (Kunstenaar)
Hendrik van den Eijnde (Kunstenaar)
Carel Lion Cachet (Kunstenaar)
W.C. Brouwer (Kunstenaar)
Willem Bogtman (Kunstenaar)
Toon Rädecker (Kunstenaar)
Joop van Lunteren (Kunstenaar)
Datum1913 - 1916
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverNV Kantoorgebouw "Het Scheepvaarthuis"
Huidige eigenaarAmrath
Oorspronkelijke functieKantoorgebouw
Huidige functieHotel
Type objectRijksmonument, Gebouw
Monumentnummer4158
AchtergrondHet Scheepvaarthuis is gebouwd als kantoorgebouw voor zes Amsterdamse scheepvaartmaatschappijen en is in twee verschillende fases (1913-1916) en (1926-1928) gebouwd. Initiatief voor de bouw kwam voort uit de intentie van de Amsterdamse rederijen om een sterkere concurrerende positie te verwerven binnen de Nederlandse en Europese scheepvaart. Door een bundeling van krachten zou een sterkere en efficiëntere werkwijze tot stand kunnen komen. In 1912 werd door de maatschappijen de NV Kantoorgebouw “Het Scheepvaarthuis” opgericht die in hetzelfde jaar Van der Meij als architect aanstelde.
Ondanks dat het gebouw over het algemeen aan Van der Meij wordt toegeschreven, leverden de gebroeders Van Gendt een substantiële bijdrage aan het gebouw. Zij waren als eersten benaderd en moesten zorg dragen voor de praktische en doelmatige inrichting van het gebouw (de plattegrond) en ontwierpen het betonnen skelet. Van der Meij was als onervaren, maar veelbelovende architect aangesteld voor alle zaken van esthetische aard. De oplevering van de eerste fase was gepland voor 1915, hetgeen bij de bouw op de gevel met enkele versieringen werd aangegeven, echter door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was er enige vertraging en werd dit uiteindelijk een jaar later. De versieringen werden echter niet aangepast.
Deze samenwerking tussen de verschillende ontwerpers verliep niet helemaal vlekkeloos en de andere ontwerpers werden nog tijdens de bouw van de eerste fase ontslagen. De tweede fase van het gebouw werd gebouwd tussen 1926 en 1928. Hierbij werd Van der Meij ondersteund door zijn chef de bureau J.J.B. Franswa. Het betrof een uitbreiding van de kantoorruimtes en was hierdoor veel minder uitbundig. Ook de stijging van de bouwprijzen was een belangrijke reden voor mindering.
Rond 1934 werd de bouw van de derde fase gepland, waarvoor Van der Meij in 1938 de tekeningen gereed had. Deze uitbreiding zou door de opgelopen kosten van de gebruikte materialen echter niet worden gerealiseerd. Bovendien lukte het niet om de vergunning voor sloop van de aanwezige panden voor elkaar te krijgen.
Ondanks dat het gebouw over het algemeen aan Van der Meij wordt toegeschreven, leverden de gebroeders Van Gendt een substantiële bijdrage aan het gebouw. Zij waren als eersten benaderd en moesten zorg dragen voor de praktische en doelmatige inrichting van het gebouw (de plattegrond) en ontwierpen het betonnen skelet. Van der Meij was als onervaren, maar veelbelovende architect aangesteld voor alle zaken van esthetische aard. De oplevering van de eerste fase was gepland voor 1915, hetgeen bij de bouw op de gevel met enkele versieringen werd aangegeven, echter door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was er enige vertraging en werd dit uiteindelijk een jaar later. De versieringen werden echter niet aangepast.
Deze samenwerking tussen de verschillende ontwerpers verliep niet helemaal vlekkeloos en de andere ontwerpers werden nog tijdens de bouw van de eerste fase ontslagen. De tweede fase van het gebouw werd gebouwd tussen 1926 en 1928. Hierbij werd Van der Meij ondersteund door zijn chef de bureau J.J.B. Franswa. Het betrof een uitbreiding van de kantoorruimtes en was hierdoor veel minder uitbundig. Ook de stijging van de bouwprijzen was een belangrijke reden voor mindering.
Rond 1934 werd de bouw van de derde fase gepland, waarvoor Van der Meij in 1938 de tekeningen gereed had. Deze uitbreiding zou door de opgelopen kosten van de gebruikte materialen echter niet worden gerealiseerd. Bovendien lukte het niet om de vergunning voor sloop van de aanwezige panden voor elkaar te krijgen.
BeschrijvingOpvallend aan het gebouw is de enorme rijkdom aan (symbolische) versieringen die in en aan het gebouw zijn aangebracht. Nog meer dan bij andere vergelijkbare kantoorgebouwen uit die tijd is het een totaalkunstwerk geworden waar verschillende kunsten en ambachten moesten samenkomen. Dit is mede te danken aan het riante budget dat beschikbaar was.
Ondanks dat de kunstenaars specifieke taken kregen, is de totale compositie tussen de verschillende materialen dusdanig samengevlochten, dat men er van uit kan gaan dat er een intensieve samenwerking was tussen de verschillende kunstenaars en dat de onderdelen gezamenlijk tot stand kwamen. Zo zijn er bijvoorbeeld schetsen bekend van De Klerk van de gebeeldhouwde koppen aan het exterieur, hoewel de uitvoering hiervan aan Hildo Krop wordt toegeschreven. Van der Meij hield de uiteindelijke regie over het geheel.
Rondom het gebouw zijn 23 uitstekende koppen aangebracht. Deze stellen voornamelijk 17e eeuwse ontdekkingsreizigers, zeevaarders, gouverneurs, cartografen, etc. voor. Bij de entree stellen vier beelden van diorietporfier de belangrijkste wereldzeeën voor, de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan, de Stille Zuidzee en de Indische Oceaan.
Onder elk ramenpaar op de verdiepingen is een klein beeldhouwwerkje te vinden. Op elk verdieping verschillen deze en refereren naar de bestemmingen van de maatschappijen die op deze verdieping huisden.
Rondom het gebouw komt meermalen een beeldenpaar terug. Dit stellen een koopman en een matroos voor. De scheepvaart en de handel zijn de belangrijkste thema’s voor het Scheepvaarthuis en werden hier veelvuldig gesymboliseerd.
Ondanks dat de kunstenaars specifieke taken kregen, is de totale compositie tussen de verschillende materialen dusdanig samengevlochten, dat men er van uit kan gaan dat er een intensieve samenwerking was tussen de verschillende kunstenaars en dat de onderdelen gezamenlijk tot stand kwamen. Zo zijn er bijvoorbeeld schetsen bekend van De Klerk van de gebeeldhouwde koppen aan het exterieur, hoewel de uitvoering hiervan aan Hildo Krop wordt toegeschreven. Van der Meij hield de uiteindelijke regie over het geheel.
Rondom het gebouw zijn 23 uitstekende koppen aangebracht. Deze stellen voornamelijk 17e eeuwse ontdekkingsreizigers, zeevaarders, gouverneurs, cartografen, etc. voor. Bij de entree stellen vier beelden van diorietporfier de belangrijkste wereldzeeën voor, de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan, de Stille Zuidzee en de Indische Oceaan.
Onder elk ramenpaar op de verdiepingen is een klein beeldhouwwerkje te vinden. Op elk verdieping verschillen deze en refereren naar de bestemmingen van de maatschappijen die op deze verdieping huisden.
Rondom het gebouw komt meermalen een beeldenpaar terug. Dit stellen een koopman en een matroos voor. De scheepvaart en de handel zijn de belangrijkste thema’s voor het Scheepvaarthuis en werden hier veelvuldig gesymboliseerd.
InterieurHet interieur van het Scheepvaarthuis is al even uitbundig vormgegeven. Een aantal ruimtes zijn vooral het benoemen waard. De tegenwoordige hoofdentree was vroeger de entree voor de directie en toont enkele marmeren beelden die de werelddelen voorstellen. Ook zijn hier twee uitstalkasten voor modelschepen te vinden met glas in lood er boven.
Bovenaan de trappenhal is een gigantisch glas-in-looddak vol verwijzingen naar de 17e eeuw. Onder andere landkaarten, scheepjes en symboliek die verwijzen naar de astronomie, belangrijk voor de navigatie in de scheepvaart.
De Beraadzaal was vroeger de ruimte waar vergaderingen van de directieleden werden gehouden. Hier is de tropisch houten wandbekleding uitvoerig versierd met zeevaartgerelateerde afbeeldingen zoals zeepaardjes, ankers, octopussen en de namen van ontdekkingsreizigers. Deze ruimte is volledig ontworpen door Theo Nieuwenhuis, een binnenhuisarchitect die werkte in een stijl die sterker gerelateerd is aan de Jugendstil. Dit is te zien aan de vele kronkelende plantenmotieven. In de glas-in-loodramen zijn de initialen van de zes scheepvaartmaatschappijen verwerkt. Boven de schouw is een afbeelding van de SS Jan Pieterszoon Coen, het vlaggenschip van de SMN en grootste schip van Nederland op dat moment.
Op de tweede verdieping zijn in 1920 in de hal naast de trap glas-in-loodpanelen geplaatst, ontworpen door CA Lion Cachet, ter herinnering aan het vijftigjarig bestaan van de SMN. In het gebouw is ook een werkende paternosterlift, die echter niet meer in gebruik is.
In de punt van het gebouw zijn drie monumentale ruimtes, die in vroeger tijden de directiekantoren waren van de KNSM, de SMN en de KPM. Deze zijn ontworpen door Theo Nieuwenhuis (KNSM) en Michel de Klerk en Piet Kramer (SMN en KPM).
Bovenaan de trappenhal is een gigantisch glas-in-looddak vol verwijzingen naar de 17e eeuw. Onder andere landkaarten, scheepjes en symboliek die verwijzen naar de astronomie, belangrijk voor de navigatie in de scheepvaart.
De Beraadzaal was vroeger de ruimte waar vergaderingen van de directieleden werden gehouden. Hier is de tropisch houten wandbekleding uitvoerig versierd met zeevaartgerelateerde afbeeldingen zoals zeepaardjes, ankers, octopussen en de namen van ontdekkingsreizigers. Deze ruimte is volledig ontworpen door Theo Nieuwenhuis, een binnenhuisarchitect die werkte in een stijl die sterker gerelateerd is aan de Jugendstil. Dit is te zien aan de vele kronkelende plantenmotieven. In de glas-in-loodramen zijn de initialen van de zes scheepvaartmaatschappijen verwerkt. Boven de schouw is een afbeelding van de SS Jan Pieterszoon Coen, het vlaggenschip van de SMN en grootste schip van Nederland op dat moment.
Op de tweede verdieping zijn in 1920 in de hal naast de trap glas-in-loodpanelen geplaatst, ontworpen door CA Lion Cachet, ter herinnering aan het vijftigjarig bestaan van de SMN. In het gebouw is ook een werkende paternosterlift, die echter niet meer in gebruik is.
In de punt van het gebouw zijn drie monumentale ruimtes, die in vroeger tijden de directiekantoren waren van de KNSM, de SMN en de KPM. Deze zijn ontworpen door Theo Nieuwenhuis (KNSM) en Michel de Klerk en Piet Kramer (SMN en KPM).
Recente ontwikkelingenHet Scheepvaarthuis is tussen 2000 en 2007 in meerdere fases verbouwd tot hotel voor Amrath. Belangrijk uitgangspunt hierbij was dat geprobeerd is de oorspronkelijke sfeer niet aan te tasten. Zo zijn originele materialen en detaillering behouden en gerestaureerd in plaats van gebruik te maken van moderne.
Bronnen
Andela, Martijn en Coert Peter Krabbe, ‘Veelheid in eenheid. Maatwerk bij restauratie van het Scheepvaarthuis’, in: Jaarboek Bureau Monumentenzorg Amsterdam, nummer 7 2008.
A. Boeken, 'Het Scheepvaarthuis en de Beurs', in: Elsevier, geïllustreerd Tijdschrift, 28 (1918), 18-31 en 104-116.
H. Boterenbrood & Jurgen Prang, Van der Mey en het Scheepvaarthuis (SDU Uitgevers Den Haag 1989).
Hans de Groot, ‘Paleis van schone houtsoorten’, in: Het Houtblad, oktober 1994.
'Het Scheepvaarthuis', in: Algemeen Handelsblad</em, 21-08-1912.
Hirsch, S.J. (1918), Het Scheepvaarthuis, De Bussy
J.M. van der Meij, 'Een en ander over het Scheepvaarthuis als proeve van monumentaal gebruik van baksteen en bouwbeeldhouwwerk', in: De Ingenieur, 30 (1915), 24, 495-501.
'Vergrooting van het Scheepvaarthuis', in: Algemeen Handelsblad, 17-09-1920.
Links
Ingezonden door Grand Hotel Amrâth
Professionele of persoonlijke bandMuseum Het Schip en Grand Hotel Amrâth werken sinds de opening van het hotel in 2007 samen om niet alleen hotelgasten, maar ook andere geïnteresseerden de kans te geven om kennis te maken met dit bijzondere gebouw.
Gerelateerde objecten