Details
Naam
Noordoostelijk Rochdale blok, Amsterdam
Aantal afbeeldingen: 13
IntroductieHet hier beschreven bouwblok is onderdeel van één complex, ontworpen door Jop van Epen, dat zeven bouwblokken omvat. Hiervan waren drie bouwblokken voor de Algemene Woningbouwvereniging, drie bouwblokken voor de woningbouwvereniging Rochdale, en één bouwblok dat oorspronkelijk aan Rochdale was toegewezen maar later, als gevolg van financieringsperikelen, aan de ACOB is overgedragen.
AdresPieter Lastmankade 40-42, Des Présstraat 7-23, Cornelis Krusemanstraat 45-55, Hendrik Jacobszstraat 36-50
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Vervaardiger J. C. van Epen (Architect)
Datum1920 - 1921
Huidige staatDeels of volledig gerenoveerd
OpdrachtgeverRochdale
Huidige eigenaarRochdale
Oorspronkelijke functieEtagewoningen / appartementen
Huidige functieEtagewoningen / appartementen
Type objectRijksmonument, Blok
Monumentnummer504905 (complex) en 504959 (blok)
AchtergrondDit blok maakt deel uit van een tussen 1921 en 1926 gerealiseerd woningbouwcomplex, waarvan de ontwerpen tussen 1916 en 1920 zijn gemaakt. Het bestaat uit zes bouwblokken met het Bertelmanplein als centrum, naar een ontwerp van J.C. van Epen. De RCE spreekt van ontwerpen in verstrakte Amsterdamse School-stijl, Stissi betitelt ze als “Rationalistische woningwetarchitectuur”. De drie westelijk gelegen bouwblokken werden gebouwd in opdracht van de Algemene Woningbouw Vereniging AWV; de drie oostelijk gelegen bouwblokken in opdracht van de Coöperatieve Bouwvereniging 'Rochdale' U.A. Een in de jaren 1918-1922 ontworpen en gebouwd U-vormig bouwblok met middenstandswoningen ten oosten hiervan, werd gebouwd in opdracht van de Amsterdamsche Coöperatieve Onderwijzers Bouwvereniging U.A. ACOB. Goed beschouwd hoort het ACOB gebouw niet bij de rest aangezien de stijl en indeling afwijken. Desondanks vat de RCE de zeven blokken samen als complex 504905 en volgen we op deze site voor het gemak de door de RCE gemaakte indeling in de volgende blokken: 1. ACOB blok; 2. ZW Rochdale blok; 3. NO Rochdale blok; 4. NW Rochdale blok; 5. Oostelijke AWV blok; 6. NW AWV blok; 7. Zuidelijk AWV blok.
De zeven blokken zijn rijksmonument "vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde, alsmede van belang vanwege de stedenbouwkundige waarde als gevarieerde inventieve invulling van een belangrijk gesitueerd door lastig verkaveld bouwterrein in de NW-hoek van het plan Zuid II van H.P. Berlage, met gebruik van gesloten bouwblokken, intieme pleinen en - deels - gemeenschappelijke binnentuinen. Bovendien van wezenlijk belang in het oeuvre van J.C. van Epen als eerste grootschalig woningbouwproject."
De zeven blokken zijn rijksmonument "vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde, alsmede van belang vanwege de stedenbouwkundige waarde als gevarieerde inventieve invulling van een belangrijk gesitueerd door lastig verkaveld bouwterrein in de NW-hoek van het plan Zuid II van H.P. Berlage, met gebruik van gesloten bouwblokken, intieme pleinen en - deels - gemeenschappelijke binnentuinen. Bovendien van wezenlijk belang in het oeuvre van J.C. van Epen als eerste grootschalig woningbouwproject."
BeschrijvingDoor Van Epen werd dit noordoostelijk Rochdaleblok aangeduid als blok F. Samen met het ernaast gelegen bouwblok NW Rochdale maakt dit op een trapeziumvormige kavel opgetrokken bouwblok van 104 etagewoningen een tamelijk eigenzinnige en ongenaakbare indruk. Dit heeft te maken met de platte daken, de spitse driekantige erkers en de messcherpe steunberen die tot aan de daklijsten lopen. Deze indruk wordt nog versterkt doordat de erkers elkaar in razend tempo opvolgen, in een ritmische cadans, er is bijna geen gevelvlak. De boodschap van het ensemble is duidelijk: hier heeft een zelfbewuste architect een wooncomplex voor een nieuwe wereld ontworpen. Het commentaar van Het Volk op 9 juni 1923 was dat Rochdale hier fraaie woningen had neergezet, en dat architecten als Van Epen gebouwen ontwierpen die juweeltjes van arbeiderswoningbouw waren, die gunstig afstaken tegen de karakterloze ééntonige bouw van voor de Woningwet.
De symmetrie en de cadans worden versterkt door de symmetrische opbouw van de gevels en door de kleine elementen die zijn toegevoegd. Boven de trapportalen zijn sierlijke maar puntige smeedijzeren lantaarns aangebracht. Op bepaalde plaatsen schuilen entrees onder een massieve betonnen luifel, geschraagd door bakstenen steunberen. De onderkant van de gevels en rond de portieken is uitgevoerd in donkerder steen, zodat het gebouw uit de aarde oprijst. De hoeken worden op de begane grond geaccentueerd door kruislings uitstekende bakstenen. De puntigheid van de erkers wordt benadrukt met subtiel siermetselwerk, aan de bovenzijde voorzien van geglazuurde stenen. Een dergelijke versiering vinden we ook aan het naastgelegen ACOB-blok, ook van Van Epen. Een rondboogvormige toegangspoort naar de gemeenschappelijke binnentuin bevindt zich aan de Des Présstraat, aan de straatzijde afgesloten door een sierijzeren hek. Noemenswaardig zijn verder de decoratief vormgegeven hijsbalken boven de trapportalen.
De symmetrie en de cadans worden versterkt door de symmetrische opbouw van de gevels en door de kleine elementen die zijn toegevoegd. Boven de trapportalen zijn sierlijke maar puntige smeedijzeren lantaarns aangebracht. Op bepaalde plaatsen schuilen entrees onder een massieve betonnen luifel, geschraagd door bakstenen steunberen. De onderkant van de gevels en rond de portieken is uitgevoerd in donkerder steen, zodat het gebouw uit de aarde oprijst. De hoeken worden op de begane grond geaccentueerd door kruislings uitstekende bakstenen. De puntigheid van de erkers wordt benadrukt met subtiel siermetselwerk, aan de bovenzijde voorzien van geglazuurde stenen. Een dergelijke versiering vinden we ook aan het naastgelegen ACOB-blok, ook van Van Epen. Een rondboogvormige toegangspoort naar de gemeenschappelijke binnentuin bevindt zich aan de Des Présstraat, aan de straatzijde afgesloten door een sierijzeren hek. Noemenswaardig zijn verder de decoratief vormgegeven hijsbalken boven de trapportalen.
InterieurBij de hoogbouw zijn zeker vijftien verschillende woningtypes toegepast, alle variërend op het schema: woonkamer, twee of drie slaapkamers, keuken en wc. Bij elke woonkamer hoort een erker en trappenhuizen zijn steeds duidelijk herkenbaar in de gevel door hun afwijkende ramen.
Bronnen
Vladimir Stissi, Amsterdam, het mekka van de volkshuisvesting: sociale woningbouw 1909-1942, (Uitgeverij 010, 2007).
Het Volk, 9 juni 1923.
Ingezonden door Gert-Jan Lobbes
Professionele of persoonlijke bandDeze bijdrage is in 2014 aangemaakt door Rochdale en door mij in 2018 bijgewerkt, inclusief foto's van het blok.
Gerelateerde objecten